Plain English (10)

Er is nog steeds een lange weg te gaan, maar langzaam (en tegelijkertijd oh, zo zeker)
begint ook in Nederland het besef door te sijpelen dat juridische teksten “begrijpelijker” moeten worden. Nadat zo’n tien jaar geleden het O.M. begon met een woordenlijst van
juridische woorden in (voor de leek) begrijpelijk Nederlands, zijn diverse stappen vooruit gezet; zo verplicht de Wet Financieel Toezicht banken en verzekeringsmaatschappijen in Nederland om alles in eenvoudige taal te schrijven; hertaalden in 2010 Karin Heij en
Wessel Visser de Grondwet (“De Grondwet in eenvoudig Nederlands” (klik hier) en gaf de SDU in 2011 het boekje “De taal van mr, Jip van Harten en dr. Janneke Bavelinck” uit. Zelfs de satirische nieuwssite De Speld haakte hierop in… (klik hier).

Op 21 juni organiseert Bureau Taal het symposium “De kracht van begrijpelijke taal” (klik hier, ook voor inschrijving). Naast bijdrages van Leendert Verheij (president van het gerechtshof in Den Haag) en Ionica Smeets (kersvers hoogleraar wetenschapscommunicatie) zal daar ook spreken: Bryan Garner. Bryan Garner is dé autoriteit op het gebied van Plain English in Legal Writing. (Delen van) zijn gelijknamige boek gebruiken wij vaak in onze workshops Legal English Writing Skills.

De inbreng van Garner op het symposium is niet verwonderlijk; in de Angelsaksische
juridische wereld zijn ze namelijk al een stuk verder met “begrijpelijk” schrijven. De Plain English Movement timmert al vanaf het midden van de jaren ’70 flink aan de weg. Onder meer door bijdrages van Garner stellen steeds meer (Engelssprekende) landen en staten Plain English verplicht in overheidsuitingen en andere teksten voor publiekelijk gebruik.

Dat “begrijpelijk” schrijven in de Angelsaksische rechtscultuur tot nu toe veel meer aandacht heeft gekregen dan in de Nederlandse is aan de ene kant misschien toe te schrijven aan het feit dat er in het Engels veel meer betekenis ligt in de grammatica (hier en hier al eerder beweerd), maar aan de andere kant ook aan het feit dat rechterlijke instanties in een common law-systeem dichter bij de “gewone” mens staan dan dat in Nederland het geval is. In een notendop: het common law-systeem met verkiesbare rechters, een zeer sterke precedentwerking bij rechterlijke uitspraken, rechterlijke uitspraken die rekening houden met de letter van de wet en (al dan niet eerder gecontextualiseerde) taal tegenover het civil law-systeem met benoemde rechters, wetboeken met abstracte regels, en rechterlijke uitspraken die rekening houden met de bedoeling van de wet.

Wat Garner ongetwijfeld zal aanstippen, is dat het vermijden van “moeilijke” woorden maar een heel klein, bijna te verwaarlozen, elementje is van Plain English. Klik bijvoorbeeld eens hier voor een lijst van 50 (!!) basisprincipes waar een begrijpelijke (al dan niet juridische) tekst in zijn ogen aan zou moeten voldoen.  Dit besef dringt ook door in Nederland: de hierboven aangehaalde woordenlijst van het Openbaar Ministerie is inmiddels ook al weer van de website verdwenen. Vermoedelijk omdat men doorheeft dat het niet zozeer de woorden zijn die een tekst moeilijk maken (en als toch: kijk in een al dan niet
online woordenboek), maar veel meer de bijna ondoordringbare grammatica, of iedere combinatie van Garners 50 basisprincipes.

In ieder geval moét het mogelijk zijn om ook juridisch ingewikkelde teksten in begrijpelijke taal om te zetten. Het laatste woord is aan de Law Reform Commission of Victoria
(Australië), die midden jaren ’80 een monumentale studie wijdde aan Plain English. Het samenvattende commentaar van deze commissie luidde:

If some detail has been missed, it could readily be included without affecting the style of the plain English version. It would not be necessary to resort to the convoluted and repetitious style of the original . . . . Any errors in the plain English version are the result of difficulties of translation, particularly difficulties in understanding the original version. They are not
inherent in plain English itself
.