Plain English (11)

Twee jaar voor zijn roman 1984 schreef George Orwell zijn essay Politics and the English Language. Zijn uiteenzetting is nog steeds uiterst relevant, en al helemaal voor juristen. In de komende tijd zal ik op deze plaats regelmatig op dit essay terugkomen, geïllustreerd met recente juridische teksten en rechterlijke uitspraken. Vandaag Orwells Vijfde Regel: “Vermijd Jargon”.

Juristen worden vaak beschuldigd van het (te) veel gebruiken van “jargon”. Nu neemt men over het algemeen aan dat dit woord uit het Latijn stamt (gaggire) en “kletsen” betekent. Ook zijn er bronnen die zeggen dat het een Oudfrans woord is met als betekenis: “het
getsjilp van vogeltjes”. En hoewel advocaten af en toe worden vergeleken met vogels (maar dan de meer niet-tsjilpende, aas etende variant), kan ik me voorstellen dat u een dergelijke vergelijking minder op prijs stelt.

Een gebruikelijke omschrijving voor “jargon” is: het taalgebruik binnen een vakgebied of een groep mensen, dat voor buitenstaanders vaak moeilijk te volgen is. Als je deze
definitie aanhoudt, hebben echter alle vakgebieden te maken te hebben met het gebruik van jargon (‘wandcontactdoos’ ipv. ‘stopcontact’ voor elektriciens, ‘hemelwater’ voor al het vocht dat uit de lucht valt bij loodgieters enz. enz.). In dergelijke gevallen kan er beter gesproken worden over “vaktaal”. Hier ligt de nadruk op het verbeteren van de
communicatie tussen mensen in een bepaald vakgebied en het uitsluiten van misverstanden (hoewel kwaadwillenden en complottheoretici ook zouden kunnen denken aan het bemoeilijken van de communicatie met niet-vakgenoten en het met opzet vervagen van duidelijkheid bij diezelfde niet-vakgenoten, maar zo is er altijd wel wat…).

Juridisch taalgebruik staat letterlijk bol van vaktaal, en al helemaal in het Engels waar de Engelse taal (en alle in die taal gedane rechterlijke uitspraken) door het Common Law
systeem nóg belangrijker is dan het Nederlands in het Nederlandse Civil Law-systeem, waar het Haviltex-arrest óók de betekenis die partijen aan de tekst geven en wat ze over en weer van elkaar mogen verwachten,meeneemt (zie bijv. hier).

De overdaad aan vaktaal (in welk rechtssysteem dan ook) maakt het tegelijkertijd vaak ook ingewikkeld (of zelfs: onmogelijk) om adequate vertalingen voor een bepaald juridisch concept, louter en alleen omdat de juridische basis in verschillende rechtssystemen van elkaar verschilt, of soms zelfs helemaal niet bestaat (zoals we al zo vaak hebben gezien in de blogrubriek What’s in a Word).

Volgens Orwell zit het kwaad niet zo zeer in de juridische “vaktaal” (terms of art in het
Engels, ook wel: dictum), maar in het “jargon”, of in dit specifieke geval het Legalese of Lawyerisms. Voorbeelden hiervan: het gebruik van aformentioned, whereas, herein, hereinafter, forthwith, persuant to, notwithstanding, in lieu of en ga zo maar door, overbodige dubbelheden zoals null and void (zie……), willl and testament en driedubbelheden zoals rest, residue and remainder (klik hier voor een uitgebreide lijst).  Waarschijnlijk kunt u
zonder ook maar met uw ogen te knipperen een Nederlandse lijst maken van dit soort
juridisch jargon…

Maar vergis u niet: in ieder geval in de Verenigde Staten staan er steeds meer rechters op die deze “jargonauten” op allerlei manieren berispen. In een recente hoger beroepszaak bekritiseerden de rechters een trust document omdat het vergeven was nefarious and nonsensical legalese . In een andere zaak bepaalde de rechter dat This plea agreement is a monument to legalese . En toen een advocaat in een juridisch stuk effluxion gebruikte werd hij door de rechter op z’n plaats gezet door dit woord arcane and archaic legalese that should be abandoned te noemen: The phrase “expiration of time” would do nicely and would have the added benefit of being understood without recourse to Black’s (met Black’s wordt bedoeld Black’s Law Dictionary, het gezaghebbende Amerikaanse
juridische woordenboek, klik eens hier, het is gratis).

Rechterlijke macht – Jargonauten: 3-0. En dat al vóór de rust. Volgende week de tweede helft…