Vorige week hadden we het over de juiste Engelse benaming van “advocaat” (in What’s in a word? 1) Zoals gezegd: Attorney-at-law, barrister en solicitor (als mogelijke vertalingen van advocaat) verwijzen naar buitenlandse rechtssystemen waarin dus ook de functieomschrijving van deze juristen is bepaald. Alleen daarom al voldoen ze niet als omschrijving van Nederlandse juridische functionarissen. Gelukkig schrikken de meeste (Nederlandse) advocaten ervoor terug om zich barrister of solicitor te presenteren. De woorden voelen ‘te Brits’ aan (dat komt ervan als je al die rechtbankseries kijkt…) en ergens hebben ze ook nog wel een idee van een niet vergelijkbaar takenpakket.
Diezelfde advocaten hebben vaak echter geen moeite met attorney-at-law terwijl daar eigenlijk precies hetzelfde voor geldt. Een Amerikaanse attorney-at-law oefent zijn beroep uit in de Verenigde Staten en het Amerikaanse recht bepaalt ook zijn bevoegdheden. Als een advocaat zich hier in Nederland een attorney-at-law noemt, suggereert hij dat hij óók bijv. testamenten opstelt. En hoe moet een (Engelstalige) klant nu weten dat daarvoor dan juist weer een notaris (=civil law notary) in de arm moet worden genomen? En als je, met recht, jezelf geen barrister of solicitor wilt noemen omdat dat juridisch onjuist is, waarom dan wel attorney-at-law?
Terwijl het eigenlijk zo eenvoudig is: neem het Nederlands recht en de Nederlandse situatie als uitgangspunt. Noem jezelf advocate en iedereen weet waar je het over hebt. Dit woord is een gebruikelijke term die in het Engelse recht wordt gebruikt voor mensen (inderdaad: meestal barristers of solicitors, maar niet noodzakelijkerwijs!!!) die bevoegd zijn om in de rechtbank het woord te doen. Nu is deze definitie voor ons niet direct relevant (wij gingen immers uit van het Nederlandse recht), maar hiermee wordt wel aangegeven dat deze term in een juridisch context niet misstaat.
En lawyer dan? Ook dit begrip wordt anders gedefinieerd afhankelijk van de jurisdictie van de betrokkene. Volgens Black’s law dictionary is een lawyer : “a person learned in the law; as an attorney, counsel or solicitor; a person who is practicing law”. Wat deze definitie in ieder geval duidelijk maakt, is dat lawyer (net als het Nederlandse ‘jurist’) een soort containerbegrip is waaronder allerlei soorten juridische beroepsbeoefenaren kunnen worden geschaard. De ene lawyer is de andere niet dus hebben we ook nog personal injury lawyers (letselschadeadvocaten), corporate lawyers (bedrijfsjuristen, en dus -grappig en veelzeggend genoeg- NIÉT bedrijfsadvocaten) en crimininal defence lawyers (die in de VS dan weer criminal defense lawyers heten, met een S…) die wij strafrechtadvocaten zouden noemen.
Om de verwarring nog ietsje groter te maken, zou je ook nog het Engelse jurist kunnen gebruiken. Dit lijkt erg op wat wij in Nederland ‘juristen’ noemen (dus afgestudeerden aan de universiteit, mensen die vroeger een mr. titel kregen), maar dit is een typsiche false friend. Een jurist (in het Engels) is namelijk niet een praktijkjurist, maar eerder iemand die zich op een universiteit bezig houdt met het bestuderen en analyseren van het recht en nadrukkelijk niet met de praktische toepassingen van het recht. In het Amerikaans-Engels is het zelfs niet eens noodzakelijk dat een jurist rechten gestudeerd heeft, hoewel dat in veel gevallen wel handig zal zijn. In de VS wordt de term vooral veel gebruikt voor rechters, ongeacht het niveau waarop zij rechtspreken.
En dan bestaat er natuurlijk ook nog een diersoort dat “notaris” heet. Hierover in een latere blog meer!