Monthly Archives: February 2014

What’s in a language? (2)

Bestaat Legal English eigenlijk wel?

We hebben in onze overmoed deze blog nu wel “Branch Out Legal English Blog” genoemd, maar is dat wel een juiste naam? Met andere woorden: bestaat er wel zoiets als Legal English? Daarover het volgende:

Zoals wellicht bekend, bestaat er een Cambridge certificaat Legal English (ILEC). ILEC zegt zelf dat “ILEC assesses language skills in a legal context”. Wat ILEC (of, liever gezegd: de training die voorbereidt op het Certificaat…) heel specifiek NIET doet, is het geheel op inhoudelijke, juridische merites beoordelen. Wat maar goed is ook, want cursisten uit verschillende landen zullen met verschillende rechtssystemen te maken hebben. Een verstandige woordkeuze derhalve, die “language skills in a legal context”, Engels in een juridische setting (NB. dat wat Branch Out ook doet).

Waarom is het zo moeizaam om Legal English te definiëren? De oorzaak zou kunnen liggen in het feit dat er zich veel problemen voordoen als je van een civil law-omgeving naar een common law-omgeving gaat (en andersom, natuurlijk). Er zijn veel voorbeelden aan te dragen van civil law-begrippen die niet eens bestaan of anders worden geïnterpreteerd in common law (en andersom, natuurlijk). Een aantal van die voorbeelden zijn in deze blog al eens de revue gepasseerd en zullen ongetwijfeld ook in de toekomst nog opduiken.

Heel erg bijzonder is dat echter niet…. Probeer bijvoorbeeld maar eens in het Engels te praten over erfpacht of hypotheekrenteaftrek,  of om het even over andere (typisch Nederlandse) fenomenen die in het buitenland niet bestaan. Sommigen onder ons menen zelfs dat het woord ‘gezelligheid’ al onvertaalbaar is. En hadden de Eskimo’s niet ooit eens 32 verschillende woorden voor sneeuw? Als er in die zin al iets bestaat als Legal English zou er ook een waterbouwkundig Nederlands moeten bestaan, of een bonzaiboomkweek Japans.

So much for Legal English, zou je dan geneigd zijn te geloven. Alleen, Engels is nu eenmaal de lingua franca van de juridische wereld en Nederlands niet die van de waterbouwkundige en het Japans niet die van miniatuurflora. Sterker nog, ik vermoed dat er veel meer in het Engels wordt geschreven over afwateringssystemen en bladsnoeitechnieken dan in het Nederlands of in het Japans.

Er is een mondiale behoefte aan een gezamenlijke taal waarin we niet alleen onze overeenkomsten kunnen sluiten en onze geschillen kunnen oplossen, maar ook om simpelweg met elkaar te communiceren. Dat is om allerlei, nu niet nader te noemen, redenen Engels geworden. En als je bedenkt dat er al ruime onenigheid bestaat over wat “Engels” is, gezien de enorme hoeveelheid regionale varianten en dialecten met elke hun eigen grammaticale eigenaardigheden en unieke woordenschat, dan kan iets als Legal English er ook nog wel bij.

En misschien is het daarom dan ook een goed idee om Legal English als een ‘variant’ te beschouwen, een ‘professionele variant’, als zoiets bestaat.  Want dát het afwijkt van normaal Standard British English is zeker. De vragen “Waar wijkt het af?” en “Waarom wijkt het af?”, of “Kan het ook anders?”, zijn weer hele andere vragen die we in latere blogs wel eens zullen behandelen.

Legal Writing (iets anders dus dan Legal English!)-goeroe prof. David Mellinkoff schrijft in “Legal Writing: Sense and Nonsense” (New York, 1982): “If it’s bad writing by the standards of ordinary English, it is bad legal writing. If it’s good legal writing by the standards of ordinary English, it is more likely to be good legal writing.”

Bestaat er dus iets dat heet Legal English? Ja en nee, zouden we antwoorden. Voorlopig blijven we deze blog in ieder geval nog een tijdje Branch Out Legal English Blog noemen….

Workshop(s) Legal English Writing Skills

 “The difficult task, after one learns to think like a lawyer, is relearning how to write like a human being”

Waar en wanneer?
5 en 12 mei 2014:              Den Haag
7 en 14 mei 2014:              Amsterdam
Exacte locatie:                   Nog niet beslist

Inleiding
Engels is de lingua franca van het internationale juridisch verkeer. Om als legal professional met niet-Nederlandstalige opdrachtgevers of hun niet-Nederlandstalige vertegenwoordiger(s) te communiceren is een goed en éénduidig gebruik van het Engels pure noodzaak! Niet alleen kan een geschreven tekst met fouten slordig en onbeleefd overkomen, maar een juridisch schrijven dat voor meerdere uitleg vatbaar is kan desastreuze gevolgen hebben… Deze training zal zich concentreren op de bijzondere eisen die gesteld worden aan het (schriftelijk) gebruik van het Engels in een juridische context.

Kosten
€ 1.275,- p.p.
Bij meer dan 3 deelnemers van hetzelfde kantoor zijn de kosten lager als “ in-company training”. Daarnaast kunt u dan zelf de data bepalen.

Opleidingspunten
Volledig volgen van deze Workshop levert de deelnemer 12 (niet-juridische) opleidingspunten op i.h.k.v. de Permanente Opleiding Advocatuur. Zie ook http://cursusaanbod.advocatenorde.nl/18123/english-legal-writing-skills/

Aantal deelnemers:
Minimum: 4 – Maximum: 8

Voorbereidend werk:
Vóór aanvang zal deelnemers gevraagd worden (pre-Course opdracht):

  • Twee zelf-geschreven teksten in te sturen (één werkgerelateerde tekst en één niet-werkgerelateerde tekst). Deze teksten zullen (geanonimiseerd) een belangrijk fundament leggen onder het trainingsmateriaal.
  • De Branch Out Structure Test te maken (www.branch-out.eu/test)

De teksten moeten twee weken voor aanvang van de Workshop bij ons binnen zijn.
De Workshop wordt afgesloten met een post-Course opdracht waarop de deelnemers individueel feedback zullen krijgen

Programma (onder voorbehoud)
Dag 1
09.00 – 09.30       Ontvangst
09.30 – 10.00       Introduction to effective writing skills
10.00 – 10.30       Correctness I
10.30 – 10.45       Pauze
10.45 – 11.30       Correctness I
10.45 – 12.30       Feedback on pre-Course writing task
12.30 – 13.30       Lunch
13.30 – 15.00       Courtesy I (letters vs emails/formal vs informal/functions
15.00 – 15.15       Pauze
15.15 – 16.30       Writing task 1: email to a client
17.00 – 17.05      Afsluiting
Dag 2
09.00 – 09.30       Review Day 1
09.30 – 10.00       Correctness II
10.00 – 10.30       Conciseness
10.30 – 10.45       Pauze
10.45 – 12.30       Courtesy II (recommendations/tone & style)
12.30 – 13.30       Lunch
13.30 – 14.15       Cohesion / Consistency (& British English vs American English)
14.15 – 15.00        Plain English
15.00 – 15.15       Pauze
15.15 – 16.30       Writing task 2: the letter of advice (depending on input students)
16.30 – 17.00       Summary and points for action
17.00 – 17.05       Afsluiting

Interesse in deze Workshop?
Stuur een mail naar legal@branch-out.eu

Plain English (3)

Naast the 7 Cs of Writing (zie hiernaast) vormt het gebruik van Plain English een rode draad in onze workshops Legal English Writing Skills. Plain English is in het kort: het vermijden van onnodig complex taalgebruik (en dan met name in ambtelijke en juridische stukken).

Het zal in Nederland en België niet vaak voorkomen (laat het ons a.u.b. weten als u wel een dergelijke zaak kent!), maar in Amerikaanse rechtbanken is het een regelmatig terugkerend fenomeen: rechters die zaken terugverwijzen, een hoger beroep toewijzen, klachten weigeren te behandelen of er niet over peinzen pleidooien te aanvaarden, allemaal louter en alleen vanwege de taal waarin dit is geschreven.

Een paar voorbeelden:

  • Judge Steven D. Merryday die een motie van een eiser afwijst om zijn lengte: “A review of the proposed twenty-nine-page motion’s commencement confirms that a modicum of informed editorial revision easily reduces the motion to twenty-five pages without a reduction in substance”. En verder gaat met: “Concentrating on the elimination of redundancy, verbosity, and legalisms (…), the plaintiffs may submit a twenty-five-page motion on or before August 15, 2012”. (http://www.michbar.org/journal/pdf/pdf4article2139.pdf met een prachtige herschrijving door de heer Merryday zelf. Als je zijn suggesties overneemt, kom je zelfs op veel minder pagina’s uit dan het door hem gestelde maximum van 25!).
  • Judge Posner die in een hoger beroep de schuldeiser vertelt hoe zijn brief aan de schuldenaar had moeten luiden met een ook al door hem zelf geschreven alternatief en de ‘dringende suggestie’: We cannot require debt collectors to use “our” form. But of course if they depart from it, they do so at their risk. Debt collectors who want to avoid suits by disgruntled debtors standing on their statutory rights would be well advised to stick close to the form that we have drafted. It will be a safe haven for them, at least in the Seventh Circuit. (http://openjurist.org/128/f3d/497/bartlett-v-a-heibl-a)

Natuurlijk draaien verreweg de meeste zaken waar Nederlandse/Belgische kantoren zich mee bezig houden om zakelijke cont(r)acten, letters of advice, letters of recommendation, agreements,  etc. En natuurlijk is een groot deel van de (Engelstalige) correspondentie (etc.) gericht aan collega-juristen en niet aan particulieren, dus ik neem maar even aan dat het voor Nederlandstalige rechtbanken niet zo’n vaart zal lopen. (Hoewel het goed zou zijn als Nederlandstalige rechters ook eens wat zouden opmerken over het taalgebruik zonder dat die discussie dan gelijk vervalt in Jip-en-Janneke-taal-beschuldigingen… – verzuchtten wij).

Dat neemt echter niet weg dat de weerstand tegen nodeloos ingewikkeld taalgebruik in de Engelstalige wereld (en zeker in Amerika) toeneemt.  Daarnaast moeten we niet vergeten dat we Engels ook gebruiken om te communiceren met Duitsers, Chinezen, Arabieren, etc. die óók Engels als tweede taal gebruiken. En of die nou zitten te wachten op ondoordringbaar juridisch proza is nog maar de vraag.

Nog  een laatste voorbeeld (omdat het oordeel van de rechter zo mooi is):

  • Judge Weinstein is (om het maar zachtjes uit te drukken) meer dan duidelijk wanneer hij in een class action case Medicare terechtwijst inzake de begrijpelijkheid van voorwaarden en correspondentie van Medicare met een niets aan de verbeelding overlatend: “The language used is bureaucratic gobbledegook, jargon, double talk, a form of officialese, federalese and insuranceese, and doublespeak. It does not qualify as English.” (http://leagle.com/decision/19841624591FSupp1033_11516.xml/DAVID%20v.%20HECKLER)

8-0. Game, set and match voor Judge Weinstein. Vinden wij.

What’s in a language? (1)

Zelfs als de grammatica en de spelling correct is, zien Engelstaligen al snel dat een tekst niet door een moedertaalspreker Engels is geschreven. Hoe komt dat? Hier zijn veel redenen voor die wij onder het kopje “What’s in a language?” zullen behandelen.

Vorige week hadden we het (in Clarity (2)) over SVOMPT: de correcte zinsstructuur in het Engels (Subject – Verb – Object – Manner – Place – Time). Het voorbeeld was ‘We sent the contract by courier to Amsterdam yesterday’. We pretendeerden dat dit DÉ correcte Engelse zin was. Alleen …:

  1. Yesterday, we sent the contract by courier to Amsterdam
  2. By courier, we sent the contract to Amsterdam yesterday
  3. To Amsterdam, we sent the contract by courier yesterday

… zijn grammaticaal nét zo correct. (ps. over die komma hebben we het later nog wel eens in Clarity (3)).

Wat is eigenlijk ‘correct’ en ‘fout’? Heel bot gezegd is er geen goed en fout. De vraag ‘Is dit goed Engels?‘ is van een andere aard dan vragen als ‘Is de uitkomst van deze optelling goed?‘ of ‘Is deze stad de hoofdstad van dit land?‘. Het antwoord op de tweede vraag is altijd na te rekenen, het antwoord op de derde vraag is altijd op te zoeken. Of iets ‘goed’ Engels is, kan echter niet altijd afgeleid worden uit taalregels of opgezocht in een taalboek. De grammaticaliteit of aanvaardbaarheid van structuren (en andere elementen) van het Engels wordt uiteindelijk bepaald door de Engelstaligen zelf.

In Nederland hebben we nog een officieel (rijks)instituut als de Nederlandse Taalunie en officiële instanties die trachten een officiële spelling in te voeren, maar de Engelsen (en de Amerikanen en de Australiërs etc.) moeten het zelfs zonder dergelijke instanties doen.

In plaats van “goed/fout” is het dan misschien beter om over “gebruikelijk/ongebruikelijk” te spreken. En al wat “ongebruikelijk” is in een tekst, leidt af van de inhoud. Verreweg de meeste Engelstaligen zijn domweg gewend aan SVOMPT-zinnen, met als mogelijke uitzondering voorbeeld 1 hierboven, met Time voorop: TSVOMP. Al het andere leidt af, en wij raden aan een andere woordvolgorde niet te gebruiken, TENZIJ U DAAR EEN HEEL BEPAALDE BEDOELING MEE HEEFT.

En die ‘heeI bepaalde bedoeling’ hebben Nederlandse schrijvers van het Engels vaak juist niet… Het is ons opgevallen dat Nederlandse schrijvers van het Engels vaak heel erg veel informatie voor het Subject zetten, net zoals ze dat in het Nederlands ook doen. Opnieuw: dat is niet per sé “fout” maar “ongebruikelijk” (en dus afleidend en dus on-Engels). Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn Nederlanders vaak zaken vóór het Subject zetten om iets extra te benadrukken. Engels is (in gesproken vorm) een veel melodieuzere taal en Engelstaligen hebben derhalve veel meer mogelijkheden om in een (gesproken) zin bepaalde onderwerpen te accentueren.

Een andere, veel minder speculatieve, verklaring is dat Engels een veel compactere taal is dan het Nederlands. De schatting is dat het Nederlands ongeveer 20% meer woorden nodig heeft voor eenzelfde tekst in het Engels (vergelijk maar eens een Nederlandse vertaling van een Engels boek: vaak een stuk dikker).

Om zinnen en alinea’s beter op elkaar aan te laten sluiten (de tekst te laten “lopen”) gebruikt het Nederlands vaak herhalingen/samenvattingen van delen van de vorige zin/alinea. Dit terwijl het Engels vaak volstaat met een enkel voegwoord. In trainingen schrijfvaardigheid Nederlands voor Engelstaligen, heb ik vaak van mijn cursisten moeten horen: “Ja, maar dat heb ik toch al geschreven… Waarom moet ik het dan nóg een keer schrijven?“ Het blijkt voor Engelstaligen vaak lastig om een Nederlandse ‘toon’ aan te slaan. Waarschijnlijk net zo lastig als andersom…

Lange zinnen, herhalingen en zaken voor het Subject zijn derhalve (vaak) “onEngels”. En dat is een reden waarom Engelstaligen vaak al snel zien dat een tekst door een niet-Engelstalig persoon is geschreven, ook al kloppen de grammatica, de spelling, etc. etc. Natuurlijk zijn er wel meer redenen, maar daar komen we in volgend blogs nog wel eens op terug.

Schrijf in het Engels dus als een Engelstalige. Wees kort en to the point (KISS), volg zo veel mogelijk SVOMPT, kijk nog eens wat u allemaal met voegwoorden kan doen, en bedenk of u van een lange zin niet beter twee zinnen kunt maken. Uw stukken schrijft u immers voor de (Engelstalige) lezer en als u wilt dat zij zich zo veel mogelijk op de inhoud van uw teksten concentreren, zorg dan dat ze niet worden afgeleid.