Monthly Archives: December 2014

What’s in a language? (8)

Drie weken geleden hadden we het op deze plaats over “goed” en “slecht” Engels (hier nog eens te lezen). Is “goed” Engels de taal die door Engelstaligen (en dan om de een of andere reden vooral: Britten) wordt gebruikt of zijn er wel meer soorten “goed” Engels? Of zelfs meer talen die zich “Engels” noemen? En wat zijn de gevolgen hiervan voor Legal English?

Tot mijn grote verrassing ontdekte ik onlangs dat de Universiteit van Southampton een Centre for Global Englishes heeft (klik hier voor meer). Eén van de onderzoekers daar, Jennifer Jenkins, heeft als specialisatie English as a Lingua France (ELF), dit als tegenhanger van English as Foreign Language (EFL).

De Engelse taal wordt tegenwoordig steeds meer gebruikt als een lingua franca: een taal waarin niet-moedertaalsprekers van het Engels communiceren met andere niet-moedertaalsprekers. Het is dus niet per se het ‘mooie Engels’ dat native speakers gebruiken. Het gebruik van het English as a Lingua Franca heeft met name een functioneel doel: het met elkaar kunnen communiceren in een internationale context.

Het gevolg van deze ontwikkeling is dat moedertaalsprekers Engels (en opnieuw: met name Britten) steeds minder vaak begrepen worden door niet-moedertaalsprekers van dezelfde taal. De makers van het satirische tv-programma Smack the Pony hebben dit al eens laten zien in een hilarische sketch waarin een mevrouw (een moedertaalspreker van het standaard Engels) zich wil inschrijven voor een cursus English as a Foreign Language. Als zij ongelovig wordt aangekeken, roept zij vertwijfeld uit: But I only speak English-English. I don’t know how to speak it as a foreign language. Foreign people cannot understand a word I am saying at the moment! (hier te bekijken).

Jennifer Jenkins heeft een overzicht gemaakt van kenmerken van de Engelse taal die je verstaanbaar maken in internationale communicatie. Dit model wordt de Lingua Franca Core genoemd (hier te lezen). Haar Lingua Franca Core draait momenteel erg om verschillende uitspraken van het Engels (zoals het feit dat het wel of niet gebruiken van de Engels th-klank voor de verstaanbaarheid nauwelijks van belang is), maar breidt zich meer en meer uit naar grammaticale en lexicale afwijkingen.

En hier komt dat veelkoppige monster Legal English om de hoek kijken… Het heeft vaak weinig zin om vast te houden aan Anglo-Amerikaans Engels (waaronder ik voor het gemak ook maar Australisch Engels, Zuid-Afrikaans Engels etc. schaar) als je het hebt over onderwerpen die vallen onder het Nederlandse (of Europese) recht. Anders gezegd: waarschijnlijk is het Anglo-Amerikaanse Engels niet toereikend om civil law onderwerpen te beschrijven en is het niet-Anglo-Amerikaanse Engels (de Global Englishes van de Universiteit van Southampton) niet toereikend om common law onderwerpen te beschrijven.

Vorige week bijv. hebben we al gezien dat warranties veel belangrijker zijn in common law dan in civil law (blog hier nog eens te lezen). En dat je bij een Engelse versie van een contract onder Nederlands recht daar veel minder aandacht aan hoeft te besteden. Andersom als een Nederlandse zaak wordt behandeld onder Anglo-Amerikaans recht, speelt het geen enkele rol of een ‘tekortkoming’ nu wel of niet ‘toerekenbaar’ is. Of het woord/begrip ‘comparitie’: ook niet te vertalen maar alleen maar te omschrijven…

Over deze begrippen en over andere aspecten van English (Legal of niet) volgend jaar ongetwijfeld meer. Dit was de laatste aflevering van 2014. Alle medewerkers van Branch Out wensen onze lezers Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig 2015. Mochten er nog onderwerpen zijn waar wij ons licht over moeten laten schijnen: laat het ons gerust weten. Tot volgend jaar!!

PS:
Hoewel native-English speakers beweren dat ze steeds minder vaak begrepen worden als ze hun eigen native-English spreken, is het voordeel vaak wel dat zij zélf veel minder moeite hebben om verschillende accenten te begrijpen waarmee al die Global Englishes worden gesproken… Alhoewel, ‘voordeel’? Net na het schrijven van deze blog verscheen een berichtje in de Engelse pers over een mevrouw die naar verluidt een uur lang in een Londense rechtbank aan het woord geweest schijnt te zijn voordat iemand door had dat het helemaal geen Engels was dat ze sprak… (hier te lezen).  Ik bedoel maar…

Met dank aan Dr. Laura Rupp, Senior Lecturer in English Language and Linguistics aan de Vrije Universiteit.

What’s in a word? (9)

logoAnglo-Amerikaanse contracten (1) – Terms

Common law en civil law zijn twee verschillende rechts-    families met elk hun eigen juridische insteek in (o.a.) contractenrecht. Juridische terminologie is derhalve lang niet altijd één op één te vertalen tussen het Engels en Nederlands. Maar waar de schoen nu precies wringt, is niet altijd duidelijk. Heeft het bijv. zin om een categorie warranties op te nemen in een door het     Nederlandse recht bepaald Engelstalig contract? Marja Slager zal in een serie blogposts aandacht besteden aan deze problematiek. In de eerste aflevering: het verschil in contractuele bepalingen – de terms van een Anglo-Amerikaans contract – tussen conditions en warranties en de gevolgen wanneer een contractpartij een condition of een warranty schendt.

In contracten naar Anglo-Amerikaanse recht heb je twee categorieën contractbepalingen (terms): een contractbepaling is 1) een condition of 2) een warranty. Bepalingen waarvan niet duidelijk is of partijen deze als conditions of als warranties zien, gelden als innominate terms. Mochten partijen een geschil hebben over de kwalificatie van een term (over een term dus die innominate blijkt), dan is het uiteindelijk aan de rechter om te bepalen of het om een condition of een warranty gaat. De rechter dient zich daarbij zeer terughoudend op te stellen;  de freedom of contracting staat hoog in het Anglo-Amerikaanse vaandel en de rechter mag een overeenkomst in principe niet aanvullen, dat wil zeggen er rechten of verplichtingen aan toevoegen, of de bedoelingen van partijen nader interpreteren
naar redelijkheid en billijkheid. Hij moet de bepalingen zo eng mogelijk uitleggen op grond van wat er letterlijk in de overeenkomst staat. Uitgangspunt is immers dat partijen zélf het beste weten wat ze in hun contract willen regelen. Het is daarom niet aan de rechter om een bepaling al dan niet redelijk of billijk te vinden en hem op grond daarvan uit te leggen. Voor alle duidelijkheid: het Anglo-Amerikaanse recht kent geen algemeen principe van redelijkheid en billijkheid.

Terug naar de conditions en de warranties in een contract. De twee termen worden alleen gebruikt als aanduiding voor het soort contractbepaling: een condition is een bepaling die de tot de kern van de overeenkomst behoort (bijv. de verplichting de producten te leveren en de overeengekomen prijs te betalen) terwijl een warranty een minder belangrijke          bepaling is (bijv. de beschrijving van een bepaald product of dienst of uitspraken ten aanzien van de kwaliteit van het product of de dienst). Let wel, een warranty kán zijn wat  het Nederlandse recht als een ‘garantiebepaling’ beschouwt, maar het woord heeft een veel wijdere betekenis dan het Nederlandse ‘garantie’. Bij een warranty in de breedste zin van het woord gaat het om een verklaring, toezegging of een belofte, dat een bepaalde mededeling van een partij juist is en dat de andere partij erop mag vertrouwen dat die mededeling juist is.

De indeling van contractsbepalingen in conditions en warranties heeft bepaalde juridische consequenties. Dat wordt duidelijk wanneer een van beide partijen contractbreuk pleegt. Als de contractbreuk een verplichting betreft die in een condition is neergelegd, zijn de gevolgen anders dan wanneer de contractbreuk een warranty betreft. Schendt een partij een verplichting die als condition geldt, dan kan de wederpartij de overeenkomst beëindigen op grond van een breach of contract én schadevergoeding claimen. Gaat het om een breach of a warranty dan kan de wederpartij schadevergoeding vorderen, maar kan hij de overeenkomst niet beëindigen. Met andere woorden, de rechtsgevolgen zijn anders wanneer het om een ‘ernstige’ (breach of a condition) dan wel om een minder ‘ernstige’ (breach of a warranty) contractbreuk gaat. Breach of a condition wordt ook wel aangeduid als een material breach. Overigens hoeft de wederpartij niet, zoals in het Nederlandse recht, vooraf in gebreke te worden gesteld, tenzij dit contractueel is overeengekomen.

Warranties kunnen impliciet of expliciet zijn. Wat als impliciet geldt, is in de Anglo-Amerikaanse jurisprudentie uitgewerkt. Merchantability is bijvoorbeeld een implicit warranty, net als fitness for ordinary purpose. In veel contracten wordt door partijen aangegeven welke bepalingen zij als warranties zien. Deze bepalingen gelden dan als explicit warrantees. Onder het kopje representations and warranties staan dan de verklaringen die door partijen als warranties geclassificeerd zijn.

Representations zijn dan allerlei aspecten van de deal die partijen voor het sluiten van de overeenkomst hebben besproken en die ze expliciet als representations (verklaringen) in het contract opnemen. Immers, in het Anglo-Amerikaanse recht geldt – in zijn algemeenheid – dat wat wél afgesproken is maar niet in het contract staat, ook niet geldt, met andere woorden een partij kan daar geen beroep meer op doen.

Aangezien de Nederlandse rechter op grond van de redelijkheid en billijkheid ook afspraken mee mag wegen die in de pre-contractuele fase zijn gemaakt maar die niet in het contract zelf terecht zijn gekomen, vraag ik me altijd weer af waarom die representations en warrantees in een Engelstalig contract naar Nederlands recht staan. Bovendien, in het Nederlandse recht wordt überhaupt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën contractsbepalingen, waarom zou je dan een categorie warranties opnemen’? En hoe zit het dan met de rechtsgevolgen die in het Anglo-Amerikaanse recht aan dit onderscheid verbonden zijn? Omdat dat Engelstalige contract ergens op de digitale plank lag en copy-paste sneller gaat dan een contract in het Engels opstellen of in het Engels laten vertalen?

Meer over dit onderwerp via hier te lezen (www.jurisdidact.nl)

Courtesy (5)

Ben ik  nou zo bot, of zijn jullie nou zo beleefd? (2)

In de eerste blog met deze titel (hier te lezen) beweerden we dat Nederlanders helemaal niet zulke botte harken zijn als ze af en toe in Engelstalige ogen lijken. Maar met een paar regeltjes in het achterhoofd hoeven ze dat niet eens meer te lijken. Kortom, in sneltreinvaart 10 tips om ietsje minder als de spreekwoordelijke Botte Kaaskop over te komen.

Frans Trompenaars (a Dutch expert in cross-cultural communication) once said that asking a Dutch audience for feedback after one of his workshops was “much the same as being machine gunned”.

We all know that the Dutch value honesty, are direct, ‘call a spade a spade’, ‘don’t like to mince their words’ etc. However, this directness or ‘honesty’ can come over as blunt, bordering onto rude and disconcerting for those untrained in the ways of the Dutch. At the same time, it is often appreciated.

Of course, you could say that those internationals living in the Netherlands should just get used to it; their misinterpretation of rude is because they are interpreting it from their own cultural perspective. Nevertheless, successful communication is all about adapting your message to the audience – whether that be in a presentation, meeting, email or social setting.

So, if you would like to take the edge off your message, try a few of the following tips:

  1. Avoid overusing ‘will you’ in requests. Instead try using ‘would you’, ‘could you’ plus the all-important ‘please’.
  2. Use would, could or might to sound more tentative. For example, instead of saying ‘that is a problem’, try ‘that would/could/might be a problem’.
  3. Present your view or suggestion as a question, not a statement. Instead of ‘we’ll offer them a settlement’ try ‘why don’t we offer them a settlement?’.
  4. Use ‘I’m afraid’ or ‘unfortunately’ if you are going to say something you know is unhelpful e.g. ‘I’m afraid that’s our best offer’.
  5. Use qualifiers such as a bit, a slight to sound more cooperative and flexible. For example, ‘we have a bit of a problem with this clause’ sounds like you are more flexible than ‘we have a problem with this clause’.
  6. Avoid negative language. Instead use not plus a positive word e.g. ‘that’s not a very good idea’ instead of ‘that’s a bad idea.
  7. Avoid direct statements such as ‘you said that …’. Use ‘I understood …’ instead.
  8. Avoid use of ‘want’ in requests and offers. Use ‘would like’ instead.
  9. Be careful with your use of ‘must’ and ‘have to’. Couldn’t you use ‘should’ instead?

And please… please remember the all-important ‘please’, which accompanies every request, and ‘thank you’ as an acknowledgment.