Monthly Archives: January 2016

What’s in a word (16)

Rechter is ‘judge’, maar is ‘judge’ ook rechter? Andere rechtssystemen geven woorden een andere lading. Over (Nederlandse) advocaten en de notarissen en hun (Anglo-Amerikaanse) tegenhangers: de barristers, de solicitors en de notaries public zullen we het volgende week op deze plek nog wel eens hebben, maar wat is een ‘rechter’, of een ‘kantonrechter, in het Engels?

De rechter
Het Anglo-Amerikaanse rechtssysteem kent lekenrechtspraak. Wanneer je naar het
Engelse systeem kijkt (en dat van Wales, maar weer niet dat van Schotland – dus laten we het simpel houden en alleen Engeland noemen) dan zie je dat zo’n 90% van de strafzaken en een groot gedeelte van de civielrechtelijke zaken, zoals familiezaken en belastingzaken, veelal beginnen en eindigen in een magistrates’ court en niet in een court of law.

In de meeste magistrates’ courts zijn de magistrates (ook wel justices of the peace genaamd) leken die met z’n drieën de rechtbank vormen – zonder toga en zonder pruik. Deze magistrates worden benoemd en hebben géén juridische achtergrond; magistrate zijn is een soort erebaantje. De magistrates gaan over de feiten en worden door een jurist bijgestaan: de clerk, die wel een juridische achtergrond heeft en dus over het recht gaat. (Overigens, als u een kijkje wilt nemen in wat een magistrate doet, en zélf eens
magistrate/rechter wil spelen, bezoek dan eens deze site, er staan ook afleveringen op die zich afspelen in een court of law. Oók goed voor uw Engels…).

Alleen in de grotere steden in Engeland treedt er een professionele rechter op in een
magistrates’ court’: de district judge. Deze magistrates’ courts hebben een enkelvoudige kamer, een single judge (een judge, dus wél een jurist). Deze ‘echte’ rechter behandelt de meer complexe zaken die aan een magistrates’ court worden voorgelegd. In de
magistrates’ court zie je geen robes of black silk gowns en wigs, de magistrates verschijnen in dagelijks tenue.

Solicitors zijn welkom in magistrates’ courts en mogen daar ook pleiten, maar dan wel zonder toga en pruik. Toga en pruik mogen alleen in een ‘echte’ rechtbank worden gedragen, in een court of law. Daar verschijnen rechters en barristers al honderden jaren in min of meer dezelfde outfit, hoewel die laatste decennia wel versimpeld is en zelfs pruiken soms in de doos blijven.

In deze ‘echte’ rechtbanken (courts of law) mogen solicitors tegenwoordig soms optreden, maar dan alleen in de county courts (in hiërarchie net boven de magistrates’ courts). De barristers hebben right of audience in alle courts of law maar in een magistrates’ court zal je ze echter niet tegenkomen omdat een sollicitor daar zelf mag optreden en er geen barrister hoeft te worden ingehuurd.

Om een idee te geven van de aantallen magistrates in de lekenrechtspraak: er zijn in Engeland en Wales zo’n 23.000 magistrates en zo’n 330 magistrates’ courts. Voor de meer bijzondere zaken in de grote steden zijn zo’n 140 district judges beschikbaar. In totaal zijn er zo’n 3.500 rechters in Engeland. (Bron: Courts and Tribunals Judiciary van het Engelse Ministerie van Justitie. Voor de liefhebber: klik hier).

Je ziet hier en daar dat magistrate wordt vertaald door ‘kantonrechter’ (en andersom). Niet handig dus, want een magistrate ís geen rechter en zelfs geen jurist. De enige juiste vertaling voor rechter is dus judge, of het nu een rechter bij de Rechtbank, bij de sectie kanton, bij het Hof of bij de Hoge Raad is. In Nederland kennen we immers geen lekenrechtspraak. En zoals het onmogelijk is om ‘ontbinden’ in het Engels te vertalen, is het
onmogelijk om een Nederlands woord voor magistrate te vinden…

PS:
Nog even een enkel woord over de jury. Wanneer ik deelnemers aan onze training vraag naar het verschil tussen common law en civil law, krijg ik steevast het antwoord: de jury. Dit is een hardnekkig misverstand, immers in civil law landen als België en Frankrijk kennen ze ook juryrechtspraak. In de Verenigde Staten kunnen er jury’s zijn bij zowel strafrechtelijke zaken als privaatrechtelijke zaken. In Engeland eigenlijk alleen nog maar in strafzaken en alleen maar in een court of law, niet in een magistrates’ court. De uitspraak van de jury (guilty or not guilty) heet: verdict, niet te verwarren dus met het vonnis van de rechter: een judgment (of judgement met een -e- ertussen? Binnenkort meer hierover).

What’s in a language? (16)

Er is geen land ter wereld waar mensen zich zo bezighouden met hoe landgenoten Engels spreken dan Nederland. Het begint zelfs in Nederland wonende Engelssprekenden op te vallen… Nu is het Engels van Louis van Gaal de afgelopen 1½ jaar al de running gag, maar de afgelopen week weer twee voorbeelden: Regilio Tuur die weigert Nederlands te spreken in een praatprogramma (kijk hier) en de vraag hoe het staat met het Engels van Khadija Arib: “ergens tussen Louis van Gaal en Frans Timmermans” was haar antwoord (lees hier). Beetje flauw overigens dat diezelfde vraag niet ook werd gesteld aan de andere drie
kandidaten, maar goed…

Kan dat misschien eens een keertje uit zijn? Ten eerste kan je zeggen wat je wil over Louis van Gaal (of over zijn Engelse taalbeheersing), de beste man is in ieder geval niet bang om te communiceren, en ja, dan maak je fouten; alles beter dan stommetje te spelen omdat je niks durft te zeggen. En verder ben ik van mening dat heel veel Nederlanders voortdurend dezelfde fouten maken, alleen komt dat niet op televisie. Ten tweede kan je zeggen wat je wil over Regilio Tuur, maar als hij het fijner vindt om zich (overigens uiterst correct) uit te drukken in een taal waar hij al jaren door omgeven wordt, moet hij dat weten. Om hem dan “arrogantie” te verwijten of om te eisen dat hij dan ook maar zijn paspoort moet
inleveren, gaat misschien wat ver. En ten derde kan je zeggen wat je wil over Frans Timmermans (vaak dan weer een beetje jaloerserig), maar als we zijn Britse accent naar het Nederlands zouden ‘vertalen’, zou hij telkens vreselijk worden uitgelachen om zijn
“geaffecteerde”, “aanstellerige”, “bekakte”, “hautaine”, “Leidse”, “pedante” en/of “overdreven” stemgeluid.

Maar ten vierde, en het allerbelangrijkste: het maakt de Engelsen/Amerikanen etc. geen ene iota uit… Ik durf hier zelfs te beweren dat ze dat niet eens hóren! Engelstaligen gaan ervanuit dat iedereen een accent heeft. Dat kan zijn omdat landen als Australië, Canada en de Verenigde Staten “traditionele immigratielanden” zijn, of dat Engeland te maken had/heeft met grote groepen British Empire-inwoners, maar het komt voornamelijk omdat de hele wereld Engels spreekt; Engels is eigenlijk overal de gemeenschappelijke taal, en dat komt mooi uit… die accenten nemen ze dan wel op de koop toe.

Nederlanders vinden het daarentegen maar raar, al die accenten. Zelfs als iemand op de Nederlandse televisie ook maar een greintje (Nederlands!) streekaccent laat horen, vinden we het een goed idee om het dan maar gelijk te ondertitelen. Iets wat bijv. de BBC nooit van z’n leven zal doen, hoewel veel Engelse streekaccenten voor veel (Engelse) kijkers volkomen onbegrijpelijk moeten zijn. Zou dat ook de reden zijn waarom speciaal Arib gevraagd werd naar haar beheersing van het Engels? “Zo’n Marokkaanse, die spreekt vast geen Engels…”, of iets in die richting (zie verder ook onze blog over ‘discursieve context’! (Hier nog eens te lezen).

Natuurlijk maakt de Engelstalige wereld wel grappen over accenten die afwijken van RP (received pronunciation), en de manier waarop Pakistani, Italianen, Russen en ook Nederlanders het Engels uitspreken (à propos Nederlanders: het verschil in uitspraak tussen bed/bad of food/foot). Maar ze zullen nooit (of dan in ieder geval: zelden) denigrerend zijn over uitspraak. Het is vaak een middel om iemand snel ergens (sociaal-economisch, klasse, afkomst etc.) te plaatsen. Dat kán ook, omdat Engelsen veel makkelijker, sneller en secuurder accenten herkennen, terwijl de meeste Nederlanders het verschil tussen een Zeeuws en een Gronings accent niet eens weten te leggen… Het is in ieder geval géén uitvloeisel van de een of andere vorm van politieke correctheid, maar gewoon: a fact of life.

Nederland… waar een klein land klein in kan blijven.

What’s in a word? (15)

logoVorige week besloten we met de constatering (of misschien wel: verzuchting) dat “Een andere cultuur woorden een andere betekenis geeft”. Vandaag een voorbeeld wat we daarmee bedoelen binnen de rechtscultuur.

Altijd weer een aanleiding voor verwarring: het gebruik van het Engelse woord termination wanneer het gaat om het beëindigen van een contract naar Nederlands recht. Het is maar net hoe de ander het woord interpreteert. Twee van mijn masterstudenten gaven een
presentatie in het Engels, Het ging erom dat dat een leverancier van biologische grondstoffen een overeenkomst zonder duidelijke reden had terminated. De vraag van de klant, een producent van biologische voedingsmiddelen, aan zijn advocaat was of dat zo maar kon, al helemaal omdat die producent nu zijn verplichtingen naar zijn klanten niet meer kon nakomen.

In de overeenkomst tussen de leverancier en de producent was niets bepaald over
termination. De beide studenten hadden grondig jurisprudentie onderzoek gedaan. Zelfs bepalingen uit het Europese Burgerlijk Wetboek, die als soft law gelden, waren uit de kast getrokken. Tijdens hun presentatie zat ik me alsmaar af te vragen waarom de producent niet gewoon nakoming vorderde nu de leverancier blijkbaar de overeenkomst had
ontbonden (terminated) zonder dat er sprake was van een tekortkoming. De verwarring was groot, zeker toen de studenten bleven volhouden dat de producent geen nakoming kón vorderen in de casus die zij net hadden gepresenteerd. Op hun verzoek gingen we over op het Nederlands: de leverancier bleek de overeenkomst te hebben opgezegd
(terminated) in hun bewoordingen). Toen pas viel het kwartje!

Het blijft lastig, een Engels woord vinden voor ‘ontbinden’ dat tegelijkertijd duidelijk maakt dat het niet om ‘opzeggen’ gaat. In het Anglo-Amerikaanse recht is er namelijk geen juridische figuur vergelijkbaar met het Nederlandsrechtelijke ‘ontbinden’. De woorden
rescind en repudiate zijn niet juist zijn als vertaling voor ‘ontbinden’ (daar hebben we het al eerder over gehad: lees hier), en toen zei ik dat je dan maar het best terminate kan gebruiken met daarachter (tussen haakjes) de Nederlandse term. Echter, ook terminate is maar een lapmiddel, zoals het onderstaande voorbeeld laat zien. De opsteller of vertaler van het contract heeft in ieder geval wel aangegeven wat de bedoeling is. Of de niet-Nederlandssprekende wederpartij die niet in Nederlands recht is onderlegd, daar verder wat aan heeft, is een ander verhaal…… (mijn cursivering):

Termination of Agreement

  • 8.1 Without prejudice to any of its other rights and obligations and notwithstanding the consequence of final acceptance of a phase as mentioned in article 2.6, either Party may at its option terminate (“ontbinden”) this Agreement with immediate effect by notifying the other Party in writing if the other Party commits a material breach and, in the case of a breach capable of remedy, fails to remedy it within a
    period of sixty (60) days or such other reasonable period as mutually agreed between the Parties. For the purpose of this clause, repeated non-material breaches shall be considered as a material breach capable of remedy.
  • 8.2. Without prejudice to any of its other rights and obligations, Company may at its option terminate (“opzeggen”) this Agreement with immediate effect by notifying Contractor in writing if it has a well founded and reasonable expectation that,
    following a claim to that end, the court will rescind the Agreement based on the Dutch Act regarding the Implementation of the Public Procurement Remedies Directives (‘Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden’).

 Een andere cultuur (in dit geval: een andere rechtscultuur) geeft woorden inderdaad een andere betekenis… zelf zo zeer dat er soms gewoon geen vertaling voor bestaat…

What’s in a language? (15)

Branch Out en medewerkers willen alle lezers van deze blog (inmiddels zo’n 1.300) allereerst natuurlijk een uiterst voorspoedig 2016 wensen! Ook dit jaar zullen wij ons best doen om diverse ontwikkelingen en eigenaardigheden op het gebied van Engels (en dan met name op het gebied van Legal English) onder de aandacht te brengen. Als er verder speciale (grammaticale) vragen zijn, als u zich regelmatig afvraagt hoe je het een en ander “eigenlijk in het Engels” schrijft, of als er andere dingen zijn waar wij eens aandacht aan zouden moeten besteden: laat het ons gerust weten.

De laatste maand van het jaar ontaardt altijd in de gebruikelijke flauwekullijstjes van “nieuwe” woorden en de bekendmaking van “Het Woord van het Jaar” (voor de mensen die het hebben gemist: “sjoemelsoftware” in het Nederlands (klik hier) en in het Engels: emoji voor Brits-Engels (klik hier), aldus de Oxford Dictionary, en het achtervoegsel –ism voor Amerikaans-Engels (klik hier), aldus de Merriam Webster Dictionary (daar hebben we het dus weer… wélk Engels?).

Aan het begin van die maand echter, was een veel belangrijkere taalontwikkeling in het nieuws. Ik bedoel de pogingen van diverse musea (waaronder het Rijksmuseum, het Tropenmuseum, het Afrikamuseum) om beschrijvingen van de in hun bezit zijnde (kunst)werken “waardevrij” te maken. (Voor de mensen die dát gemist hebben: klik hier). Woorden als “neger”, “eskimo”, “mongooltje”, “indiaan”, “hottentot”, etc. zouden niet alleen verbannen moeten worden van de bordjes die naast deze werken hangen, maar ook in de catalogusbeschrijvingen; “negerinnetje” wordt “Surinaams meisje”, dat soort werk.

Dit alles is natuurlijk volkomen logisch: in 2016 spreekt niemand met meer dan vijf hersencellen nog over “negers” of “mongooltjes”, dus waarom zouden die woorden dan wel in musea blijven bestaan? Daarnaast zijn die musea al jaren bezig met dit werk (zie bijv. Spreken we dezelfde taal? van Alex van Stipriaan, hoogleraar Caraïbische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit uit 2011). Veelzeggender echter is de vraag waarom dit juist nú zo in de publiciteit gebracht moet worden?

Ongetwijfeld is dit gebeurd onder invloed van buitenlandse (lees: Amerikaanse) ontwikkelingen. Het Rijksmuseum zélf zegt dat “met name Amerikaanse bezoekers” aanstoot
namen aan de tekstbordjes. Dit past vrijwel naadloos in de zwartepietendiscussie waar de tegenstanders van Zwarte Piet een heel groot hart onder de riem wordt gestoken door buitenlandse (lees: Amerikaanse) actievoerders, documentairemakers en VN-
onderzoekers. (Misschien daarom juist niet zo verwonderlijk dat het suffix –ism tot het (Amerikaanse) woord van 2015 is verkozen…?)

Dé grote fout die zowel voor- als tegenstanders van taalverandering maken, is echter dat zowel de dat-is-belachelijk-want-dat-is-nu-eenmaal-onze-cultuur schreeuwers als de het-zijn-allemaal-tekens-van-onderdrukking-door-de-blanke-man roepers (een) “taal” zien als een waardevrij middel van communicatie dat los staat van de cultuur waaruit (een) “taal” is voortgekomen. Beide groepen geloven letterlijk in het Bijbelse adagium dat er eerst het Woord was, en toen pas datgene wat er werd bedoeld met dat Woord. (En voor de mensen die dát dan weer even gemist hebben: klik hier).

“Taal” (en niet alleen woorden maar ook grammatica, syntax, uitspraak enz.) ontstaat juist uit (culturele) omstandigheden.

En waar is dat nou mooier te zien dan in Legal English, ofwel in het Engels dat gebruikt wordt in de juridische context van de Anglo-Amerikaanse (Common Law)cultuur? Als datzelfde Engels (om allerlei redenen) óók wordt gebruikt in een Civil Law-cultuur, dan stuit je op een hoop ongerijmdheden en misverstanden. Het Nederlandse ‘opzeggen’ is niet zomaar terminate, de Nederlandse ‘rechter’ is lang niet altijd niet altijd een judge, en wat dacht u van ‘dagvaarding’, ‘verzoekschrift’, ‘kort geding’, ‘comparitie’, ‘vonnis’, ‘beroep’? Om er maar een paar te noemen…

Een andere cultuur geeft de woorden een andere betekenis. Hierover de komende weken in de Branch Out Legal English Blog.