Monthly Archives: August 2016

What’s in language? (22)

Zal ik, of zal ik niet? Dat wil zeggen: reageren op de zandkorrel die Martin Sommer in een vingerhoedje water liet vallen in de Volkskrant van 19 augustus: “Nee tegen stone coal
English”
(ofwel Engels als instructietaal op Nederlandse universiteiten). Nee, dacht ik eerst, laat maar, gaat wel weer over, het is zomer, en er zijn nog steeds geen rare spinnen, verdwaalde wolven en poema’s of ons vijandig gezinde buitenaardse wezens waar-
genomen. Maar het gemis van spinnen, wolven, poema’s en buitenaardsen zette daarna velen aan om een extra duit in het zakje te doen: talloze ingezonden brieven van voor- en tegenstanders; voorstander Willem B. Drees, hoogleraar filosofie in Tilburg ; op vrijdag 26 augustus breeduit op de voorpagina (de Volkskrant):“Engels rukt op in de collegezaal”  en op pagina 6 en 7 voor- en tegenstanders aan het woord en als tweede korreltje zand afgelopen zaterdag een tweede column van Sommer . Pfffft…..

De argumenten van voor- en tegenstanders van Engels als instructietaal aan Nederlandse universiteiten zijn makkelijk zelf ook te verzinnen, daar hoef ik hier geen woorden vuil over te maken, maar uit hoofde van mijn beroep zou ik graag enkele kanttekeningen willen maken. (Graag merk ik hier nog even op dat met name de tegenstanders zich haasten te zeggen dat zíj zich prima redden in het Engels…, “dáár ligt het dus niet aan…”).

Ten eerste: Het is jammer (voor de tegenstanders, dan) te moeten zeggen, maar het is domweg een feit dat je zonder Engels als voertaal op weinig plaatsen terecht kan.
Dergelijke discussies krijgen snel dezelfde trekjes als Plato die dacht dat “schrift” een uiterst schadelijke invloed zou krijgen op het vermogen van studenten dingen uit het hoofd te leren; middeleeuwse universiteiten die om min of meer dezelfde redenen vonden dat “boekdrukkunst” het einde betekende van ‘echte studie’; nog maar vijftig jaar geleden mensen die ervan overtuigd waren dat “stripboeken” het eind van ‘echt lezen’ betekende; even later gevolgd door mensen die in e-books het eind van ‘echte’ boeken en boekenwinkels zagen/zien; het Internet als het eind van zo’n beetje iedere intellectuele
inspanning en ga zo maar even door. Zwarte Pieten. Cultural Appropriation. Identiteits-
verlies. Vroeger was alles beter. Langs het tuinpad van mijn vader.

Ten tweede: “Zo hebben we een Duitse bestuurder aan een Nederlandse universiteit die meent dat Engels beter is”, schrijft Sommer. Hij doelt hier op zijn Duitse naamgenoot,
Martin Paul, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht. Lees alleen maar zijn blog (die van Martin Paul dus),  en beslis dan verder… (Overigens schrijft Paul, een voorstander dus, dat hij regelmatig flaters slaat in zijn Engels… “dáár ligt het dus niet aan…”).

Ten derde: Raar dat onder de tegenstanders zo veel classici zitten, bijv. Emilie van Opstall, classica aan de VU, en Piet Gerbrandy, classicus en dichter, UvA. De laatste hier nog eens uitgebreid aan het woord. In de middeleeuwen was op universiteiten namelijk juist Latijn het Engels van nu. Dat toen alle native speakers van die taal al lang en breed uitgestorven waren, en er dus geen standaard meer was om correctheid te toetsen, zal hier wel wat mee te maken hebben…

Ten vierde: Ja, er komt, ooit en ergens, een moment waarop de Britten de rest van de wereld niet meer kan verstaan als die rest van de wereld Engels spreekt (Globish, Dunglish, Euro-English, al eerder over geschreven, klik hier). Tenminste… als de Britten vast blijven houden aan het Engels dat ze nu spreken. Maar wat wij vaak vergeten (of zelfs helemaal niet zien), is dat het Brits- Engels net zo hard mee verandert, dus zo’n vaart zal het heus niet lopen.

Ten vijfde: De meeste tegenstanders zijn bang dat het gebruik van Engels ‘creativiteit’, ‘hartstocht’, ‘subtiliteit’ etc. in weg staat. Misschien is dit juist wel een pluspunt! Ik weet namelijk niet of lezers van wetenschappelijke teksten wel zo zitten te wachten op deze
zaken. Avoid elegant variation, is één van de regels waar wij in onze schrijfvaardigheids-
trainingen aan juristen keer op keer op hameren. Daarnaast wil ik nog even het, voor het Jonge Balie Congres 2016 geschreven stukje van Maarten Feteris, President van de Hoge Raad, aanhalen: “Doe maar normaal”: hoe overtuig je de rechter? Dit geldt net zo zeer voor het Engels…

Ten zesde: Martin Sommers schrijft: “Per slot is het Nederlands de taal waarin de meeste Nederlanders denken, en wie zijn taal niet goed beheerst, kan niet goed denken”. En ik ben bang dat dat inderdaad the crux of the matter is. Er zijn enorme aantallen studenten die hun eigen taal (Nederlands) slechts matig beheersen, en dat maakt het een stuk lastiger een andere taal (in dit geval: Engels) te gebruiken. Die zgn. matige beheersing van
het Engels ligt dan niét aan het gebruik van Engels als instructietaal.

Ironisch genoeg zijn het vooral de juridische faculteiten die de dans ontspringen… daar wordt het (begrijpelijkerwijs?) wel weer erg lastig om onderwijs in het Engels aan te bieden. En laat het nou juist dié faculteiten zijn die wel wat extra Engels kunnen
gebruiken…

Ach, had ik toch maar niet op de zandkorrel van de heer Sommers gereageerd.