Monthly Archives: March 2017

Clarity (12)

En jawel hoor… daar is-ie weer. De komma, of liever gezegd: de Oxford-comma. Het Amerikaanse zuivelbedrijf Oakhurst Dairy is door rechter David J. Barron in een hoger beroepszaak vorige week veroordeeld tot het betalen zo’n 10 miljoen dollar aan
achterstallig loon. En dat alles door een komma…

Wat is, in het kort, het geval? Drie vrachtwagenchauffeurs van het bedrijf eisten een
vergoeding voor in totaal meer dan vier jaren aan overuren die ze nooit uitbetaald kregen. Volgens de wet van de staat Maine moeten arbeiders 1,5 keer het normale uurloon betaald worden voor elk uur dat gepresteerd wordt bovenop de wekelijkse 40. Om verse koopwaar zo snel en goedkoop mogelijk naar de kopers te brengen maakt de wet  enkele
uitzonderingen, namelijk The canning, processing, preserving, freezing, drying, marketing, storing, packing for shipment or distribution of: (1) Agricultural produce; (2) Meat and fish products; and (3) Perishable foods.

In de wettekst staat dus géén komma voor het voegwoord ‘or‘ en dat gaat Oakhurst Dairy behoorlijk wat geld kosten. De chauffeurs (of waarschijnlijk liever gezegd: hun advocaten) lazen de wet als “verpakken voor verzending of distributie”, en gezien een chauffeur niets verpakt, moeten ze voor hun overwerk betaald worden. Als er nu een komma had gestaan tussen ‘shipment’ en ‘or’ had het niet onder overwerk gerekend kunnen worden.  Zo was de wettekst ook bedoeld.  Maar om werknemers zo veel mogelijk te beschermen moet de  wet- en regelgeving inzake loon en werktijden in de staat Maine ruim worden geïnterpreteerd. Rechter David J. Barron vond de bepaling zonder de bewuste Oxford-komma niet éénduidig.

De Serial Comma (de komma die direct voor voegwoorden (meestal and en or) geplaatst wordt in een opsomming van drie of meer elementen) heet ook wel Oxford Comma of
Harvard Comma. Dit omdat zowel de Oxford University Press als de Harvard University Press deze in hun huisstijl hebben opgenomen. Kwaadwilligen zouden dan gelijk op
kunnen merken ”dat krijg je ervan als je spelling en grammatica aan de markt overlaat”. Iets waar we het de afgelopen drie blogspots over hebben gehad…

De wetgevers valt overigens weinig verwijten. De Maine Legislative Drafting Manual stelt duidelijk niét de Oxford Comma te gebruiken. Commas, zegt het Manual op blz. 113, are the most misused and misunderstood punctuation marks in legal drafting and, perhaps, the
English language
. Use them thoughtfully and sparingly. Maar ik denk dat de eigenaar van Oakhurst Dairy daar nu iets anders over denkt.

Hoogstwaarschijnlijk heeft het meer te maken met het Common Law-systeem; een systeem waar de Letter van de Wet belangrijker is dan de Geest van de Wet (zie ook hier). En onder “Letter van de Wet” valt onherroepelijk de “Lettertekens van de Wet”.

PS:
Voor de échte komma(……uhmmmm)-liefhebbers: lees hier Death by Comma of hier Comma and Gun Control. En luister bij dat lezen dan ook naar Vampire Weekend.

What’s in a language? (24)

Het ontbreken van een Engels equivalent voor de Nederlandse Taalunie zorgt ervoor dat Engelse woorden soms op verschillende manieren worden gespeld. Dit zeiden we al de afgelopen twee blogposts (hier en hier nog eens te lezen). Maar taal “overlaten aan de markt”, zorgt niet alleen voor 1) af en toe een andere spellingswijze, 2) een andere
betekenis/culturele waarde (een Australiër heeft bijv. een hele andere tafel voor ogen bij het woord table dan een Engelsman), maar 3) óók voor een andere grammatica. Is dat erg?

Het is misschien wat ironisch, zo na de Brexit, maar in Engeland gaan steeds meer
stemmen op om op Britse scholen en buurtcentra ook aandacht te besteden aan
community languages zoals Pools, Urdu en Punjabi. De sociale cohesie zou toenemen als Britten wat vaker in aanraking zouden komen met andere talen binnen de gemeenschap waar ze wonen, zo stelt Cambridge hoogleraar Wendy Ayres-Bennett: “I would like to see more opportunities for British people to learn some of the community languages of the UK, such as Polish, Punjabi and Urdu, particularly in areas where there are high numbers of those speakers, so that there is some mutual effort in understanding the others’ language and culture.”

“De Ander” (de Immigrant, de Vreemdeling, de Vluchteling, noem maar op…)
communiceert vaak in een mengelmoes van de Standaard-Taal (Standaard-Engels in dit geval) en de eigen taal. Het Cockney-English is in London bijvoorbeeld al bijna helemaal vervangen door het Multicultural London English , of ook: Jafaican, een mix van Cockney, Bangladeshi en West Indian. In Nederland zouden we dit ‘straattaal’ noemen: Nederlandse, Surinaamse, Turkse en Marokkaanse woorden, gemengd met Amerikaanse slang.

We hebben het (in de rubriek What’s in a Language?) vaak over “andere” soorten Engels gehad; Global English, Euro-English, Legal English, Spanglish, en natuurlijk niet te vergeten: ons eigen Dunglish. Bij de ingang van het Wibauthuis van de Hogeschool van Amsterdam staat nog steeds een bordje: Smoking zone backside, wat voor normale Engelstaligen betekent dat de rookruimte in je achterwerk zit, maar dit terzijde…

Zoals gezegd, blijft het niet bij woorden alleen. Het Singlish (de taal die in Singapore wordt gesproken) is een prachtig voorbeeld. Singlish is een mengeling van de vier officiële talen van Singapore: Engels, Mandarijn, Tamil en Maleis. Een Mandarijn-Chinese zinsconstructie met Engelse woorden is aan de orde van de dag: I go restaurant wait for you in plaats van het (Standaard-Engels correcte): I’ll be waiting for you at the restaurant is nog maar een voorbeeldje. Voor meer over Singlish: klik Do You Speak Singlish? uit de New York Times.

Overheden hebben altijd het belang van taal benadrukt. Overheden menen dat taal een gemeenschappelijke identiteit van een samenleving mogelijk maakt. De overheid van Singapore probeert al jaren middels de Speak Mandarin Campaign het Mandarijn-Chinees of middels de Speak Good English Movement het Engels te promoten. Mede door
(populistische?) politici die zich vaak juist in Singlish uitdrukken, zijn al deze initiatieven echter ten dode opgeschreven.

Taal staat nooit stil. Altijd ontstaan er nieuwe woorden, nieuwe constructies en nieuwe betekenissen. Altijd gekoppeld aan (nieuwe) culturele opvattingen, aan een (nieuwe)
geografische omgeving en aan een (nieuwe) mentaliteit van degenen die in die taal
communiceren. Taal draagt cultuur in zich en cultuur brengt taal voort.

Al deze snelle veranderingen en internationale ontwikkelingen in het Engels stelt Legal English voor interessante uitdagingen. In het Common Law-systeem is juist de jurisprudentie leidend, wat inhoudt dat bij wetsvorming uitgegaan wordt van gerechtelijke uitspraken die eerder gedaan zijn in gelijksoortige zaken; in elke nieuw aangespannen rechtszaak wordt uitgegaan van het principe dat gelijksoortige rechtszaken behandeld moeten
worden volgens consistente regels, zodat ze tot een gelijksoortig resultaat leiden.

Iedere verandering in de taal (ofwel: het Engels), dus iedere verandering in woorden,
spelling, grammatica, culturele betekenis, etc. maakt het lastiger om op eerdere (rechts)zaken terug te grijpen.

Courtesy (9)

Vorige week (in What’s in a word, 23?) schreven we hier dat er geen Engels equivalent bestaat voor de Nederlandse Taalunie en dat de spelling van het Engels, oneerbiedig gezegd, ‘aan de markt wordt overgelaten’. Misschien gek, maar in de praktijk werkt dat in het algemeen uitstekend. Kranten, bijvoorbeeld, hebben er alle baat bij dat ze door zo veel mogelijk mensen worden gelezen, en als een krant woorden op haar krant-eigen manier gaat spellen, zullen er heel wat lezers afhaken.

In principe bestaat er in het Engels dus geen “goede” en geen “foute” manier van spellen. Als je gelezen wilt worden, is het slechts zaak om je zo veel mogelijk te houden aan de ‘gangbare’ spelling.

Waar de Engelse taal (of de moedertaalgebruiker) dan weer wél veel nadruk op legt, is de stijl waarin iets wordt geschreven. In het Nederlands is er een groot verschil tussen aan de ene kant ‘spreektaal’ en aan de andere kant ‘schrijftaal’; zodra wij in het Nederlands een pen op papier zetten, wordt het vanzelf al “officieel”, en gebruiken we plotseling allerlei woorden en zinsconstructies die we nooit zouden gebruiken als we dezelfde boodschap mondeling uitdrukken. Dat verschil is er in het Engels veel minder. In de Nederlandse
schrijftaal, bijvoorbeeld, proberen we op alle mogelijke manieren om een zin maar niet met “ik” te laten beginnen. Iets wat voor Engelstaligen de gewoonste zaak van de wereld is.

Bínnen de wereld van het geschreven woord echter, kent het Engels, grappig genoeg, weer wél erg veel gradaties in beleefdheid, formaliteit, vriendelijkheid en officieelheid. (Of dit eventueel een afspiegeling is van een duidelijker afgebakend klassensysteem of iets dergelijks, wil ik hier even in het midden houden). Bedenk ook dat het Nederlands een u/jij-verschil heeft en het Engels niet. Of wat dacht u van een “Geachte/Beste”-verschil in aanhef van correspondentie?  Voor (in)formaliteit moet dus een andere oplossing
gevonden worden. Voor niet-Engelstaligen vormt dit alles een probleem: je kan dan wel grammaticaal en spellingsmatig alles op orde hebben, maar is het dan “goed”?

In onze Writing Skills-trainingen is “Stijl en Toon” vaak een belangrijk onderdeel. Om
cursisten te helpen, hebben we een lijst van zo’n 20 standaardsituaties binnen schriftelijke correspondentie gemaakt. Deze standaardsituaties kunnen op een formele manier én op een informele/neutrale manier worden benaderd. Een aantal voorbeelden:

Reason for writing:
Formeel:              I am writing in connection with…
Informeel:           I’m writing about…
Formeel:              Your name was given to me by…
Informeel:           I got your name from…

Making requests:
Formeel:              I would be very grateful if you would/could…
Informeel:           Please could you…

Good news:
Formeel:              I am delighted to inform you that…
Informeel:           You’ll be glad to know that…

Offering assistance:
Formeel:              If you wish, we would be happy to…
Informeel:          Do you want me to…?

Om terug te komen op de distinctie goed/fout: alle bovenstaande zinnetjes zijn ‘grammaticaal’ goed, het maakt voor (moedertaal)Engelssprekenden echter veel uit of je de ene of de andere variant gebruikt. Of, met andere woorden: zijn ze ook ‘sociaal’ goed? En denk erom: het staat op schrift; minder makkelijk weg te moffelen dus, dan als je oog-in-oog met
iemand communiceert. En, zoals eerder gezegd: First Appearances Count!

PS:
Als u de volledige lijst wilt krijgen: laat het me weten en ik mail u deze (p.peek@branch-out.eu).

 

What’s in a word? (23)

In Nederland heeft de Nederlandse Taalunie de bevoegdheid de spelling van het Nederlands vast te leggen (de Spellingswet). Deze wet schrijft voor dat deze spelling moet
worden gevolgd “bij de overheidsorganen, bij de uit de openbare kas bekostigde
onderwijsinstellingen, alsook bij de examens waarvoor wettelijke voorschriften zijn vastgesteld”. Je kan het met een bepaalde spelling eens of oneens zijn, moet je zelf weten, maar het feit blijft dat er een ‘standaard’ is.

Nederland (en via de Taalunie ook België) is een van weinige landen waar de spelling
wettelijk is vastgelegd. Het Engels bijvoorbeeld, ontbeert zo’n spellingswet, of instanties als de Taalunie; er is geen “goed”, er is geen “fout” (al eerder opgemerkt in bijv. hier). Oneerbiedig zou je kunnen zeggen dat de spelling ‘aan de markt wordt overgelaten’. Het zijn de gebruikers, de schrijvers, de media (met name de kranten), en in laatste instantie de woordenboekenmakers die dit alles vastleggen en die bepalen wat de gangbare, of in ieder geval: een geaccepteerde, spelling is. (Overigens, en zonder al te filosofisch te
worden…: hier zijn wel wat parallellen te trekken met het Anglo-Amerikaanse Common Law-rechtssysteem dat immers ook veel zwaarder leunt op eerdere rechterlijke uitspraken dan op een van te voren schriftelijk en systematisch neergelegd systeem van wet- en
regelgeving).

Een nadeel is dat de Engelse spelling daardoor extreem onregelmatig is geworden. Sterker nog, er is in het Engels erg weinig verband tussen uitspraak en schrijfwijze. Om een voorbeeld te geven: 40 klanken worden op 1120 verschillende wijzen geschreven. Volgens
onderzoeker Eraldo Paulesu van de Universiteit van Milaan overigens, is dit er de oorzaak van, dat in Engelstalige landen tweemaal zoveel dyslexie-diagnoses worden gesteld als in Italië; in het Italiaans worden 25 klanken op slechts 33 verschillende wijzen geschreven.

Áls er een Engelse versie van de Nederlandse Taalunie had bestaan, dan zou deze een harde dobber hebben aan bijv. het Engelse woord judgment, ook wel: judgement. Twee weken geleden schreven we hier dat één van Amerika’s meest fervente twitteraars, tweette dat Hillary Clinton should not be given national security briefings in that she is a lose cannon with extraordinarily bad judgement & insticts. Over lose (=loose) en insticts (=instincts)
kunnen we het wel eens zijn. Zijn judgement echter is een heel andere kettle (catle?) of fish.

Het is grappig dat het nu juist om de spelling van het woord judg(e)ment gaat. Over de
correcte spelling (wat dan ook ‘correct’ moge zijn…) van juist dit woord namelijk, wordt al sinds het begin van de 16e eeuw ruzie gemaakt. eeuwen ruzie gemaakt. De huidige stand van zaken is als volgt: in Brits-Engels schrijf je het met een -e- (judgement) als je het woord NIET in een juridische context gebruikt en zonder -e- (judgment) als je het in een juridische contact gebruikt, als in vonnis, rechterlijke uitspraak etc. De laatste 25 jaar echter kruipt het gebruik van beide spellingsvormen akelig dicht tegen elkaar aan. In Amerikaans-Engels is het altijd zonder -e- (judgment), vandaar ook de storm van hoongelach over
bovenaangehaalde tweet.

Er wordt beweerd dat judgment een 19e-eeuwse Amerikaanse uitvinding is, met als hoofdschuldige Noah Webster, de woordenboekenmaker. Dit is echter volkomen onwaar: de Google Books Ngram viewer voor judgment/judgement laat het gebruik van judgement/
judgment
door de eeuwen heen goed zien: klik hier voor Brits-Engels, klik hier voor Amerikaans-Engels

Het Juridisch-Economisch Lexicon geeft 15 x judgement (alles in een niet-juridische
setting) en een veelvoud aan judgment, veel vaker (maar niet altijd) in een juridische
context.

Judgment (zonder e) wordt dus ook in het Brits-Engels gebruikt, namelijk “in een
juridische context”. Maar dan is er weer onenigheid over de juiste betekenis van het
woord…. Bryan Garner schrijft in zijn Modern American Usage, dat judgment in Amerikaans-Engels verwijst naar the final decisive act of a court in defining the rights of the parties, terwijl het Brits-Engels judgment slechts een judicial opinion is.

Misschien is zo’n Spellingswet toch niet zo’n slecht idee?