Monthly Archives: April 2017

Correctness (20)

Bijna alle Nederlandse rechters doen hun best in de rechtszaal Algemeen Beschaafd
Nederlands te spreken. Maar wat als een rechter dat niet doet? In de Verenigde Staten, als immigratieland toch niet een land waar iedereen alle woorden op precies dezelfde manier uitspreekt, is er regelmatig onrust over hoe rechters bepaalde woorden uitspreken en hoe advocaten daarmee om moeten gaan.

Bekend is bijv. de zaak uit 1993 van advocaat Michael H. Gottesman voor de Amerikaanse Supreme Court waarin opperrechter William H. Rehnquist consequent de naam van Gottesmans cliënt, Daubert, uitsprak als DAWburth ipv. als het Franse dohBAIR. Gottesman was zo slim om Rehnquist niet te corrigeren. In deze zaak overigens, werd de Daubert (spreek dus uit: Dawburth)-standaard vastgesteld waarin enkele regels werden neergelegd die als toetssteen moeten dienen voor het toelaten van wetenschappelijk bewijs.

Het is sowieso niet verstandig om (opper)rechters in Amerika te corrigeren; in het uit 2010 stammende werkje Guide for Counsel in Cases to be argued before the Supreme Court of the United States staat (op blz. 9): “Do not ‘correct’ a Justice unless the matter is essential”. Om Amerikanen een beetje op weg te helpen hoe toch al die moeilijke buitenlandse namen uitgesproken dienen te worden (of in ieder geval: hoe de Supreme Court die uitsprak), heeft de rechtenfaculteit van Yale Law School een Supreme Court pronouncing dictionary online gezet, mét audio-files! Ongetwijfeld serieus bedoeld, maar toch tamelijk hilarisch. Het Nederlandse ‘Berghuis’ wordt hier overigens onvermijdelijk BUHdzjis.

Onlangs nog in Lockhart v. United States sprak opperrechter Elena Kegan het woord
antecedent een aantal malen uit als “an-TESS-a-dent” ipv. het gebruikelijke “an-te-CEE-dent”. James Duane, hoogleraar aan de Regent University School of Law, vertelde zijn studenten later dat de vreemde uitspraak van dit woord Lockharts advocatenteam in een bijna onmogelijke tactische positie bracht: meegaan in de uitspraak met Kegan, of het
woord helemaal niet gebruiken.

En dit terwijl opperrechter Kegan toch vaak zo op haar uitspraak let. Dezelfde James Duane namelijk schreef in 2014 het vermakelijke The Proper Pronunciation of Certiorari, The Supreme Court’s Surprising Six Ways Split over de uitspraak van het woord certiorari (= verzoek tot herziening van het vonnis). Hij komt daar, gezien over de laatste 60 jaar, tot maar liefst ZES verschillende vormen; alle gedaan door de opperrechters van de Supreme Court: sershee-or-RARH-ree (rijmt op Ferrari), sershee-or-RARE-eye (rijmt op fair guy), serhee-or-RARE-ee (rijmt op dairy), sershee-or-ARR-eye (rijmt op far cry) en shersee-ARR-ee (daarbij een hele lettergreep uit het oog verliezend). Alleen Elena Kegan heeft dit in de gaten, en zegt voor certiorari uiterst consequent kortweg: cert.

Ik heb geen idee waar die obsessie over uitspraak van woorden vandaan komt. Ik kan alleen maar gissen dat dit ontstaan is uit de tekstuele traditie van de Amerikaanse rechtspraak: de wet is bedoeld zoals die is geschreven, en dus ook, vermoedelijk, hoe die werd uitgesproken. Alleen raar dat we dan eigenlijk zouden moeten teruggaan naar de tijd waarin Latijn werd geschreven…

Voor de liefhebbers ten slotte twee uitspraak-quizzen: wat is de juist (Amerikaanse) uitspaak van de volgende (2 x 30) juridische woorden. Quiz 1 en Quiz 2. Veel plezier!

PS:
Voor degenen die het nog niet wisten: de juiste uitspraak van het Engelse woord
pronunciation is proNUHNciation…, en niet proNOUNciation zoals wij vaak horen.

Cohesion (2)

Teksten schrijven kunt u beschouwen als het openen van een hele reeks deuren. Deuren met naambordjes “spelling”, “grammatica”, “interpunctie”, “woordkeus”, “toon” of “stijl”. U zoekt de kamer met het juiste opschrift, klopt aan, wacht op toestemming om binnen te komen, luistert eerbiedig wat er tegen u gezegd wordt, verwerkt die informatie, past het toe en vertrekt weer, de deur zachtjes achter u sluitend. Mission accomplished.

Maar voordat u bij deze deurengallerij bent aangekomen, bent u vaak al door een heel voorportaal heen gewalst. In onze Legal English Writing Skills-trainingen noemen wij dat voorportaal: the Writing Process. In het kort: 1) Establish your purpose, 2) Consider the reader, 3) Gather information,  4) Decide what to write, 5) Organise your information, 6) Start writing,  7) Do the first draft, 8) Evaluate and review,  9) Do further drafts, en 10) Proof-read

Dit klinkt als een hele serie al lang en breed af- en ingetrapte open deuren. Maar soms is het uiterst zinvol om eens te bekijken wat er achter die ingetrapte deuren verscholen zit.

De wetenschapper/schrijver Yellowlees Douglas van de Universiteit van Florida doet in haar boek The Reader’s Brain. How Neuroscience can make you a Better Writer (Cambridge University Press, 2015) nou juist dat: kijken wat er eigenlijk achter die open deuren zit. We zullen in latere blogs nog op haar boek terugkomen, maar haar belangrijkste punt is dat lezers verwachten dat de informatie die zij tot zich nemen, in een bepaalde volgorde wordt gepresenteerd. Een volgorde die ervoor zorgt dat zij niet de hele tijd hoeven te zoeken naar het juiste (grammaticale) onderwerp van een zin; of bij welk werkwoord het voorzetsel past; of zich door een woud van, voor die zin, onnodige informatie hoeven te worstelen etc. Moeilijke woorden waaronder jargon, zo schrijft ze, zijn makkelijk op te zoeken. Maar bij armzalig gestructureerde zinnen en teksten, sta je er helemaal alleen voor…

De structuur (en daarmee het begrip) van een zin of een tekst verbetert aanmerkelijk als je af en toe de open deuren van het schrijfproces voorzichtig sluit en, na aankloppen, met enige omhaal weer opent. Waarom gebeurt dat niet vaker? Douglas vermoedt dat een eerste versie van veel wetenschappelijke en juridische teksten (contracten, Memoranda of Advice, etc.) geschreven worden door junior leden van wetenschappelijke teams en
advocaat-stagiaires, die daarbij ook nog eens graag gebruik maken van reeds lang bestaande boilerplate language. Bij gebrek aan hoe-het–ook-zou-kunnen-teksten worden oude teksten vaak in eerste instantie gekopieerd en daar “they see the jargon and
complexity as markers of what passes as good scientific/legal writing
”.

Dit is ook onze indruk bij veel advocatenkantoren in Nederland. Wij pleiten ervoor dat alle advocaat-stagiaires de mogelijkheid krijgen tenminste één keer per jaar een stuk ‘als nieuw’ te schrijven zónder al die historische ballast en zgn.‘goede’ voorbeelden. Ik weet niet wat de partners van het kantoor hiervan vinden, maar ik kan er wel naar raden…

Wat meer zij, de deuren waar nu eerbiedig wordt aangeklopt (die met de bordjes “spelling’, “grammatica”, “interpunctie”, “woordkeus”, “toon” of “stijl”) verschillen vaak per taal; het bovenstaande Writing Process lijkt tamelijk universeel te zijn. Vandaar ook de ondertitel van haar boek (met karakteristiek Amerikaanse hoofdletters): How Neuroscience can make you a Better Writer.

Een redactionele opmerking van het (ook Amerikaanse) tijdschrift Nature over door het
tijdschrift ontvangen wetenschappelijke artikelen,  onderschrijft dit: “the authors of the clearest manuscripts we receive are often those whose first language is not English, and who have been taught English the old-fashioned way. Their papers are the most enjoyable. And they are the most likely to win an editor’s favour, emerging as they do like bright buttons from a larger pile of lexical sludge written in the customarily dreadful manner”.

Open deuren zijn vaak niet voor niets open; er zijn al heel veel mensen doorheen gelopen. Sluit ze eens. Al was het alleen maar om ze daarna weer voorzichtig te kunnen openen.