Monthly Archives: June 2017

What’s in a language? (26)

“Branch Out werkt met het uitgangspunt dat ‘taal’ niet op zichzelf staat; we gebruiken een specifieke taal in specifieke omstandigheden voor specifieke doeleinden”. Dit schrijven we af en toe in advertenties.

Niet dat we denken dat onze advertenties ook in het Amerikaanse Congres worden gelezen, maar David Schweikert, Republikein en Amerikaans Congreslid, zei afgelopen donderdag in een radio-interview ongeveer hetzelfde. Hij gaf commentaar op een aantal uitspraken van de Amerikaanse president. “We have a President that’s not from the political class”, zei hij. En hij vervolgde met: “The learning of the disciplined use of language and what certain words mean in our context — if you’re not from this world you may not have
developed that discipline.” (hier te beluisteren)

En dan zijn we direct weer aangeland in de oude “goed-fout” discussie. Je kan alles nog zo  grammaticaal, lexicaal, spellingtechnisch enz. enz. correct zeggen/schrijven, maar datgene wat je zegt/schrijft moet wel in een bepaalde context worden gehoord/gelezen. En
misschien is die context nog wel belangrijker dan iets foutloos zeggen/schrijven. Politici spreken “Politieks”, juristen spreken “Juridisch”, bonsaiboomkwekers spreken… (vul zelf in).

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat al deze beroepen een andere “taal” spreken, de regels van het Engels gelden net zo voor Legal English als voor Bonsai Tree Growers English. Het zijn alleen de ‘ongeschreven regels’ die het lastig maken. En daar wil Congresman David Schweinkert nu juist de aandacht op richten…

Een drie jaar geleden verschenen blog  in het Nederlands Juristenblad van Geerke van den Bruggen en Margriet de Groot (nog steeds zeer lezenswaardig!) zegt nog eens dat juridische teksten niet per sé stukken toegankelijker worden en makkelijker te begrijpen zijn door het gebruik van ‘Jip-en-Janneketaal’. Zij stellen dat de opbouw van zinnen, alinea’s en hoofdstukken  veel belangrijker zijn dan het al dan niet gebruik van archaïsche woorden,
juridisch jargon, driedubbele ontkenningen en wat al niet meer.

Daarbij wil ik (samen met David Schweinkert) dan ook nog benadrukken dat je ook voortdurend de context en daarom ‘de ongeschreven (sociale, culturele, vakinhoudelijke etc.) regels in de gaten moet houden. Iets wat Van den Bruggen en De Groot hun lezers overigens ook voor ogen houden.

Dat wil natuurlijk allemaal niet zeggen dat iedereen maar in zijn of haar eigen kringetje moet rond blijven draven. Het is nog ‘vroeg dag’, maar de eerste berichten over de
schrijfsels van Neil Gorsuch, de door Trump benoemde nieuwe opperrechter in het Supreme Court beloven veel. Zijn schrijfstijl in zijn eerste Legal Opinions is (voor velen)
verrassend helder en down-to-earth. Hij gebruikt korte zinnen, vertelt een duidelijk
opgebouwd verhaal, schetst voor iedereen begrijpelijke achtergronden en gebruikt zelfs afkortingen als doesn’t en can’t in plaats van does not en can not! Ongehoord in Amerikaanse Supreme Court-kringen. Lees hier in de Connecticut Law Tribune.

Het is overigens maar weer de vraag of Amerikaanse juristen niet binnenkort aan gaan
voeren dat er een (juridisch) verschil is tussen die twee manieren van schrijven, we hebben wel gekker meegemaakt. Maar laten we hopen van niet…

 

Plain English (15)

Ha! En wij hier maar iedere week een lans breken voor helder taalgebruik (Begrijpelijk
Nederlands, Plain English, geef het beestje een naampje). Maar pas op! Helder taalgebruik kan ook je baan kosten… Vorige week namelijk werd de hoofdeconoom van de Wereldbank, Paul Romer, een vaakgefluisterde naam voor de Nobelprijs, ontheven van zijn taak als baas van de onderzoeksafdeling. De reden? Hij dreigde de door zijn afdeling geschreven rapporten te blokkeren als het woord “and” meer dan 2,6% van de tekst zou innemen. (Lees hier het artikel uit de Volkskrant)

Dat was tenminste de catchy headline in de pers. Nu de achtergrond. Paul Romer  is pas sinds oktober 2016 hoofdeconoom bij de Wereldbank. Een van de eerste dingen die hij deed, was onderzoeken hoeveel  Wereldbankrapportages eigenlijk werden gelezen. Het
resultaat: van de 1.611 in dat jaar op Internet gepubliceerde Wereldbank-onderzoeken werd maar liefst 32% nooit door iemand gedownload…

Toevallig (?) publiceerde het Literary Lab van Stanford University in maart 2015 een
rapport: Pamflet 9, Bankspeak: The Language of World Bank Reports, 1946-2012 (hier te lezen). De conclusie van dit rapport was dat de taal die de Wereldbank “has become more
‘codified, self-referential, and detached from everyday language since the bank’s board of governors held their inaugural meeting in 1946
”. En dat met name in de laatste 20 jaar.
Pamflet 9 (etc.) muntte de term: “Bankspeak,” ofwel “a vague ‘technical code’ that
symbolized the lender’s organizational drift
.

De schrijvers van Pamflet 9 (etc.), de heren Franco Moretti (literatuurwetenschapper) en
Dominique Pestre (geschiedeniswetenschapper) tonen op overtuigende wijze aan dat het taalgebruik in de Wereldbankrapporten in (met name) de laatste 20 jaar rigoureus is
veranderd. Om wat voorbeelden te noemen:

  •  Oorzaak en gevolg: in de eerste 40 jaar rapporteerde de Wereldbank voornamelijk bestaande situaties, gevolgd door de nodige stappen om tot verandering te komen en de resultaten van de genomen acties. Feiten dus. De laatste 20 jaar wordt er nog maar zelden een “verhaal” verteld en is dit (volgens de schrijvers:) ‘verworden’ tot ondoordringbaar managementspeak.
  • Nominalisaties: de schrijvers van Pamflet 9 (etc.) geven in figuur 8 van hun rapport een goed beeld van de explosie van nominalisaties in de laatste 20 jaar, vergeleken met de eerste 40 jaar. Nominalisaties zijn zelfstandig gemaakte werkwoorden, vaak te herkennen aan -(t)ion of -ment op het einde van een woord (provision, formulation, reduction, management etc.). Actie en handelingen worden door nominalisaties als het ware geabsorbeerd in een zelfstandig naamwoord en het resultaat is een
    abstracte één-dimensionale wereld; als je het hebt over “managers” kun je er in ieder geval nog handelende personen bij voorstellen, “management” is een activiteit die al vooraf in het woord zélf vastgelegd is.
  •  En…en…en: en ja, natuurlijk komt de lawine van ands ook ter sprake. Figuur 10 in het artikel laat zien dat in 2015 maar liefst 7% van Wereldbankrapporten uit het
    woord and bestond, vergeleken met 2,6% in de jaren 1945-1965. Na de ontheffing uit zijn functie van onderzoeksafdelingbaasje zei Romer dat zijn limiet aan het woord and slechts een gimmick was: “They’ve worked it down to 3.4 percent. We’re getting there”.

Dit waren slechts drie voorbeelden uit Pamflet 9 (etc.). Er staan er nog veel meer in. Als de Wereldbank (of om het even wie of wat) wil dat hun rapporten vaker worden gelezen, moeten ze beter worden geschreven, is (was?) de simpele boodschap van Romer. En om dat te onderstrepen besloot Romer na zijn ontslag zijn interne blogs over dit onderwerp openbaar te stellen. Vooral deze is de moeite waard eens te lezen.