Monthly Archives: September 2017

What’s in a language? (27)

Als vervolg op de workshops Legal English Writing Skills heeft Branch Out de workshop Contract Drafting – Best practices geschreven. Wij hebben deze workshop een aantal keer verzorgd voor internationaal opererende advocatenkantoren en hoewel het algemene niveau Engels behoorlijk hoog ligt, is ons een aantal dingen opgevallen. Hieronder volgt een korte bloemlezing:

Verreweg de meeste problemen ontstaan door een wildgroei aan Copy/Paste.  Hierdoor staan er vaak elkaar tegensprekende bepalingen in (door Nederlandse juristen geschreven) Engelstalige contracten. En de vraag rijst dan welke bepaling bij een eventuele rechtszaak door de rechtbank wordt geaccepteerd. Copy/Paste (plus het feit dat een contract vaak door verschillende mensen wordt geschreven) zorgt er verder voor dat er verschillende spellingen (Brits-Engels/Amerikaans-Engels) door elkaar heen worden gebruikt. En hoewel een rechter hier nog wel vergevingsgezind tegenover zal staan, kan dit voor de cliënt
verwarrend overkomen. Bovendien is het nog maar de vraag of een Engels woord dezelfde juridische lading heeft voor een Amerikaan of een Brit…

Verwarring, veroorzaakt door meerdere schrijvers, treedt ook vaak op bij verschillende schrijfstijlen. Regelmatig zien we (zelfs in één en dezelfde zin!) bijvoorbeeld de woorden: must en have to staan. En hoewel native speakers over het algemeen weten dat dit
synoniemen zijn, kan een niet-native speaker hier tamelijk van in de war raken.

Verder zijn juristen (Nederlandstalige én Engelstalige) dol op het woordje shall, en al
helemaal in contracten… Het vervelende aan shall echter, is dat het, naast het feit dat het tamelijk ouderwets is, zo veel kan betekenen. Veel beter (dwz. éénduidiger) is het als je shall gewoon vervangt door datgene wat je écht bedoelt, ofwel: will, may, must, of gewoon een tegenwoordige tijd. Nog erger is het als juristen in één zijn shall gebruiken en in de
volgende zin will, terwijl men toch hetzelfde bedoelt.

Grote ambiguïteit wordt veroorzaakt door het gebruik van de voorwaardelijke wijs (de
conditionals). Het Engels kent, i.t.t. het Nederlands, vier verschillende conditionals. Eentje om iets algemeens uit te drukken, eentje om een waarschijnlijkheid te geven, eentje om een hypothese naar voren te brengen (If I were rich man…) en eentje om een onmogelijke situatie te schilderen. U kunt zich waarschijnlijk wel voorstellen wat een verkeerd gebruik van zo’n conditional in een eventuele rechtszaak veroorzaakt…

Dan zijn er natuurlijk nog verschillende juridische concepten die afhankelijk zijn van de verschillende soorten rechtssystemen (over het algemeen: common law in overwegend
Angelsaksische landen en civil law in de overige landen). Is het Engelse woord voor
“ontbinden” bijvoorbeeld nou rescind, repudiate, terminate, dissolve of gewoon cancel? Allemaal woorden met een licht andere juridische lading. En heeft het eigenlijk überhaupt wel een juridische lading onder een ander rechtssysteem? Slechts weinigen weten de
subtiele verschillen (en daarom worden die woorden dan vaak ook tussen haakje gevolgd door het Nederlandse woord), maar helemaal ingewikkeld wordt het als de schrijver eerst
cancel gebruikt en even verderop terminate.

Wij zouden deze bloemlezing nog veel langer kunnen maken (bijv. het overmatige gebruik van if not ipv. unless) maar ten slotte willen wij hier alleen nog opmerken dat (mede door al dat plak- en knipwerk en eeuwig boilerplate-gebruik) door Nederlanders in het Engels geschreven contracten zo langzamerhand wel érg outdated overkomen. De herebys,
herewiths, en hereinafter referred tos
(etc. etc.) zijn niet van de lucht. Inderdaad,
allemaal woorden die je in door Engelstaligen geschreven contracten óók nog steeds tegenkomt, maar een modern kantoor probeert die vandaag de dag zo veel mogelijk te voorkomen. In de meeste (Engelstalige) wetgeving zijn ze zelfs al verboden, en is het
gebruik van Plain English verplicht. Nu de rest van de juridische wereld nog.

Kortom, ons (wees gerust: niet-bindende) oordeel: ambigue, ouderwets, wijdlopig en vaak verwarrend met, onder Nederlands recht, veel overbodigs. Dáár valt iets aan te doen…

Courtesy (10)

Please find attached…” is in het Engels een beleefde vorm om in een e-mail te zeggen dat er inderdaad een attachment is te vinden. In het Nederlands zou je echter niet zo snel lezen: “Vind alstublieft aangehecht…”. Maakt dat Nederlanders tot botte en onbeleefde horken?

Studies (blz.87-89) wijzen echter uit dat ook Amerikanen (die zich ook van het Engels
bedienen) veel minder gebruik maken van please dan de Britten. Nu zou je kunnen
beweren dat Amerikanen net zo bot en onbeleefd zijn als de Nederlanders, maar liever
beweer ik hier dat ‘taal’ veel meer cultureel gekleurd is dan wij (willen?) denken.

Het was al bekend dat in spreektaal de Britten ongeveer twee maal zo vaak please zeggen dan de Amerikanen. De boven aangehaalde studie vergelijkt 1.350 Amerikaanse en Britse zakelijke e-mailberichten waarin een verzoek stond. In de Britse verzoeken werd meer dan twee keer zo vaak please gebruikt. Wat opviel, was dat please in de Britse e-mailverzoeken met name vaak gebruikt werd in situaties waar er niet overdreven veel druk achterstond: please don’t hesitate to call if you need assistance, please note that tomorrow is a holiday of please accept our apologies. Verder viel het de onderzoekers op dat er in Amerikaanse
e-mailberichten nóóit please find attached stond.

Sterker nog, Amerikaanse zakelijk-schrijvers wordt zelfs afgeraden please te gebruiken: Bryan Garner schrijft in zijn standaardwerk Oxford Dictionary of American Usage and Style onder: enclosed please find; please find enclosed; enclosed herewith; enclosed herein het volgende: These phrases—common in commercial and legal correspondence—are archaic deadwood for: here are, enclosed is, I’ve enclosed, I am enclosing, or the like (mijn
onderstreping). Hij gaat nog verder door te zeggen dat de toverformule Please find
enclosed
een manier is om niet het vermaledijde woordje I te gebruiken, één van de sprookjesregels waar we het hier eerder over hebben gehad… (lees hier).

Amerikanen vinden dat please vaak zelfs onbeleefd, alleen te gebruiken in situaties waar je het recht hebt om mensen te commanderen (ofwel: alleen bij je kinderen), en Britten zijn van mening dat als je juist niét please gebruikt, je mensen commandeert; voor de een klinkt please “bossy”, voor de ander klinkt het “bossy” als je niét please zegt… In zijn
Dialect Blog schrijft M.L. Murphy zelfs voorzichtig dat de aanwezigheid van het woord please: has almost the opposite effect in American English. It can make a question sound
urgent, blunt, and even downright rude
, en geeft hij een aantal mogelijke alternatieven.

Please in e-maiberichten wordt gebruikt in ‘opmerkzaammaakverzoeken’ als “Please find attached…/I attach…”), maar ook in ‘directe verzoeken’ (als in: “Can/could you (please) send this to …?). Een kwart van de Amerikaanse directe verzoeken gebruikte please, in twee keer zoveel Britse directe verzoeken stond het woord please. Echter, om als het ware te laten zien dat de Amerikanen geen botte, onbehouwen vlegels waren, gebruikten zij wél veel vaker Can/Could/Will/Would (zonder please, dus) en verzachtende formuleringen als “If possible could you… “ of “When you get a chance…”.

Dat niet-gebruiken van please lijkt al heel wat meer op een Nederlandse situatie. En laat tegelijkertijd zien dat een directe vertaling van please naar ‘alstublieft’ (of andersom) niet kan zonder ook de culturele achtergrond in de gaten te houden. In Spanje wordt por favor veel minder gebruikt dan het Britse please. Britten die daar Spaans (proberen) te spreken, zeggen het echter zó vaak dat Engelsen door Spanjaarden ook wel Los por favores worden genoemd. In het Nederlands hebben we bijv. het woordje “even”, in bijv.: “Kan je dit bericht even naar X. sturen?”, wat misschien wel dicht in de buurt komt van het Brits-Engelse please.

Dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat u nooit meer please mag gebruiken in uw
e-mailberichten. Houd alleen even in het achterhoofd tegen wie u please zegt… Het ene Engels is het andere niet.

Consistency (5)

“De vraag is of het Engelse recht, na Brexit, even belangrijk blijft. Wellicht wordt het Amerikaanse recht wel belangrijker”, merkt Pieter van Uchelen (partner en country head van Simmons & Simmons) op in een interview over Angelsaksische kantoren in Nederland (Mr. 7/8,  blz. 44-51). De vraag kan dan ook gelijk gesteld worden of het Amerikaans-Engels gaat prevaleren boven het Brits-Engels.

Dat is in ieder geval precies de angst die Matthew Engel uitspreekt in zijn nieuwste boek “That’s the Way It Crumbles: The American Conquest of English”  (Profile Books, ISBN: 9781781256688). De ellende (in zíjn ogen dan) begon toen Benjamin Franklin in het begin van de 19e eeuw aan de nationalist/lexicograaf Noah Webster de opdracht gaf om een lijst aan te leggen van typisch Amerikaanse woorden en typisch Amerikaanse spellingswijzes om zo de verspreiding van deze ‘barbarismen’ tegen te gaan.

Webster (aan wie wij vandaag de dag nog steeds de ‘Amerikaanse Van Dale’ te danken hebben: The Webster’s Dictionary) deed precies het omgekeerde. Webster geloofde dat “American and English would drift apart to become as different as Dutch and German” en wilde er eigenhandig voor zorgen dat proces enigszins te bespoedigen. Om de
onafhankelijkheid van Engeland zo definitief mogelijk te maken, zou dat ook in taal tot
uiting moeten komen, zo beargumenteerde hij. Daarnaast vond Webster dat de spelling van veel Brits-Engelse woorden veel te veel was beïnvloed door het Frans, en dacht hij dat woorden als center, theater, color, labor, defense etc. een veel puurdere vorm van Engels was dan centre, theatre, colour, labor, defence etc. (Meer over de eigenzinnige Webster in deze blog).

Het is eigenlijk behoorlijk grappig dat de weerzin tegen zgn. Americanisms die Engel
(overigens oud-correspondent Amerika van The Guardian) uitspreekt in zijn boek, grote gelijkenis vertoont met de vaak enigszins klaaglijke geluiden in Nederland over de
vermeende overname door de Engelse taal van ons Waar-de-Blanke Top-der-Duinen-communicatiemiddel: het Nederlands. Het kan dus altijd nóg erger: in Engeland neemt het Engels het Engels over…

De reactie op “That’s the Way It Crumbles…” waren niet mals. De voornaamste kritiek draaide om het feit dat veel voorbeelden die Engel aanleverde, eigenlijk helemaal geen Americanisms waren, maar veeleer (Brits-)Engelse woorden of (spellingswijzes etc.) die al vóór 1600 werden gebruikt, in de loop der eeuwen in Groot-Britannië in onbruik waren
geraakt en nu via het (vermeend) Amerikaans-Engels weer terugkwamen. Voorbeelden
hiervan: gotten ipv. got als het voltooid deelwoord van to get, fall ipv, autumn, mad ipv.
angry: allemaal woorden die al werden gebruikt voordat er zelfs maar sprake was van een Amerika, en nu toch als Americanisms worden gezien.

Veel belangrijker echter: het gebruik van (al dan niet vermeende) Americanisms voegt vaak juist iets toe aan de taal, : zo zijn movies die bewegende beelden uit Hollywood en films die intellectuele en kunstzinnige dingen die daar niét vandaan komen; er is een
verschil tussen de dunne en knapperige fries en de dikke, wat papperige chips, en een cookie kruimelt, ondanks de titel van Engels boek, een stuk anders dan een biscuit.

Op dezelfde manier voeten Engelse woorden (van welke geografische denominatie dan ook…) iets toe aan het Nederlands: sales in Nederlandse winkels is iets anders dan de ‘uitverkoop’, of wil in ieder geval een ander gevoel oproepen. En dergelijke voorbeelden zijn legio. Andersom geldt dat natuurlijk ook… als iemand het heeft over een
‘hefschroefvliegtuig’, weet je direct dat je met óf een Belg te maken hebt, óf met een taalfundamentalist.

Tien jaar geleden vroegen onze opdrachtgevers, veelal internationaal opererende
advocatenkantoren, om ons te concentreren op Brits-Engels. De laatste paar jaar is de vraag steeds vaker om óók aandacht te besteden aan de verschillen tussen Brits-Engels en Amerikaans-Engels. Ik laat het u weten als wij de vraag krijgen om trainingen in het Amerikaans-Engels te verzorgen… That’s the way the cookie really crumbles!

PS.
Meer over Amerikaans-Engels en Brits-Engels in deze blog in Consistency 3 en Consistency 4.