Monthly Archives: April 2018

Conciseness (9)

Een deelnemer aan onze Contract Drafting-Best Practices workshop nam een (Engelstalig) contract mee. Het contract was 10 bladzijden lang en telde ongeveer 3.500 woorden. 270 keer kwam het woordje of voor, los gebruikt als vertaling van “van” of in samenstellingen als hereof, thereof, etc. ofwel: meer dan 10% van de gebruikte woorden. Nu zijn contracten sowieso niet erg boeiende teksten, maar deze overvloed aan offen zorgde ervoor dat het nóg saaier en zelfs houterig was om te lezen.

En dat terwijl juist het Engels zo veel mogelijkheden heeft om dat te voorkomen!  Verreweg de meeste ofs waren een directe vertaling van het Nederlandse bezittelijke “van”. Schrijf niet: the pleading of the Lender, maar the Lender’s pleading; niet: the claims of the opposing party, maar the opposing party’s claims: niet: the Borrower may not, without the prior
consent of the Lender, maintain.. maar the Borrower may not, without the Lender’s prior
consent, maintain
…; … in the name of the Borrower wordt dan: …in the Borrower’s name.

Toegegeven, dit kan in het Nederlands ook, maar de bezits-s (zoals in ‘Peters boek’) wordt veel minder vaak gebruikt dan in het Engels waar dit eigenlijk de standaard is.
Nederlanders gebruiken inderdaad veel vaker: “het boek van Peter”, en dit zal dan ook wel de voornaamste reden zijn van die explosie aan het Engelse of in door Nederlanders geschreven Engelse teksten. (NB: denk even aan de apostrof vóór de s in het Engels, zie…).

Bryan Garner schrijft in zijn Guidelines for Drafting and Editing Court Rules uit 1997:
Minimize of-phrases, they tend to encumber sentences. Zijn Guidelines was een “hertaling” van de Federal Rules of Appelate Procedure van het Engels naar Plain English. Federal Rule 13(C) bijvoorbeeld, klonk: The content of the notice or appeal, the manner of its service, and the effect of the filing of the notice and of its service shall be as described in Rule 3. Garner maakt ervan: Rule 3 prescribes what a notice of appeal must contain, how it should be served, the effect of its filing, and the effect of its service. Met andere woorden: hij elimineert 50% van de ofs in één zin. (NB: zie ook hoe hij shall de nek omdraait…).

Je zou er ook volledige zelfstandige naamwoorden van kunnen maken: by order of the court wordt zo by court order, enz. Dit komt in het Nederlands natuurlijker over, maar is in het Engels zeer zeker niet ongebruikelijk (NB. schrijf in het Engels die woorden niet aan elkaar!)

Heel vaak ook kan je een –ing vorm binnen laten sluipen zodat je of niet meer nodig hebt: On receipt of a notice of cancellation referred to in clause 7.7(a)in het eerder aangehaalde Nederlandse contract: After receiving a notice of cancellation… kunnen worden; of zelfs
After receiving a cancellation notice; in the conduct of the action wordt dan conducting the action etc.

Laat anders het woordje of gewoon weg?  …must include the names of all parties, kan
eenvoudig …must name all parties worden; if any of the loans are prepaid… is hetzelfde als: if any loans are prepaid; het zeer vaak gebruikte the amount of € xxx is precies hetzelfde bedrag als je schrijft: € xxx, dat wil zeggen zónder het (vaak) overbodige the amount of.

Ik wil natuurlijk niet zeggen dat u maar direct rücksichtslos alle of uit uw teksten moet
bannen, maar een beetje minder maakt uw teksten stukken aantrekkelijker om te lezen. Bovendien voorkomt u dan het zo vaak gebruikte hereof, whereof, thereof etc. dat zo vaak juridische ambiguïteit in de hand werkt. Een beetje wieden in het gebruik van of zorgt er ook voor dat u al die voorzetselconstructietjes vermijdt die, met name juridische, teksten zo droog, ambtelijk. hoogdravend en officieel maken.

Want: by means of  is gewoon: by; by reason of is niets anders dan: because; by virtue of = by; for the purpose of = to; from the point of view of = from; in favor of = for; in terms of = in;  in the nature of = like; on the basis of = by/from; for the period of = for; to the effect of = for;  for the benefit of = for;  in the excess of = more than; by way of = through,

Waarom alles met zo veel woorden zo ingewikkeld maken? Uw lezers lezen liever iets
anders…

Conciseness (8)

Eigenlijk zouden Nederlandse juristen stikjaloers moeten zijn op hun Angelsaksische
collega’s; door de veel grotere rol die “taal” speelt in het Anglo-Amerikaanse (common law)rechtssysteem is er ook veel meer (wetenschappelijk) onderzoek hiernaar. En soms met verrassende resultaten. Resultaten die de taalgrens overschrijden en waar ook Nederlandse juristen hun voordeel mee kunnen doen. Neem bijvoorbeeld eens de woordjes die bekend staan als intensifiers. Inderdaad, de woorden die een tekst, een betoog, een
pleidooi etc. ‘intenser’ maken, ofwel, in het Engels, woorden als: very, obviously, clearly, so, patently, absolutely, really, plainly, undoubtedly, certainly, totally, simply of wholly (u kunt vast wel Nederlandse equivalenten bedenken).

Alle legal writing-experts zeggen dat u die intensifiers zo veel mogelijk moet vermijden. Richard Wydick in Plain English for Lawyers, bijv. over ‘clearly’: If what is said is clear, then clearly is not needed. And if it is not clear, then clearly will not make it so. Het algemene gevoel is dat intensifiers onnodige ophopingen van woorden veroorzaken die hun doel voorbijstreven doordat de lezer/luisteraar juist gaat twijfelen aan de stelligheid van die
woorden.

Dat kan allemaal wel waar zijn, maar het waren slechts aannames. Lance Long en William Christensen onderzochten alle hoger-beroepszaken in de staat Utah uit de jaren 2000 en 2001 waar een duidelijke uitspraak (bevestigend of verworpen) lag en waar de pleidooien van beide partijen openbaar en schriftelijk aanwezig waren. De resultaten staan beschreven in hun artikel Clearly, Using Intensifiers Is Very Bad – Or Is It? Ze telden de
woorden die als intensifier werden gebruikt (zie boven) en kwamen tot de duidelijke
conclusie dat de advocaten die bovengemiddeld veel van die intensifiers gebruikten in hun pleidooien, een veel grotere kans liepen de zaak te verliezen (the plot shows that an
excessive intensifier usage rate is associated with an almost negative outcome
).

De vraag is natuurlijk of dat komt door die intensifiers, of dat er niet ook andere redenen zijn (bijvoorbeeld: zijn de advocaten al bij voorbaat niet al te zeker van hun zaak en
gebruiken ze dáárom juist bovengemiddeld veel intensifiers om hun woorden kracht bij te zetten?). Interessant is daarom ook dat Long en Christensen een link leggen naar het
verschijnsel Powerless Language, dat voorkomt in het baanbrekende studie uit 1975 van Robin Lakoff , genaamd Language and Woman’s Place (meer vormen van Powerless
Language
? Zie het Wikipedia lemma over Lakoff).

Intensifiers (of in ieder geval: een vaak gebruik daarvan) kortom, duidt op zwakte (of in ieder geval: dat wat als ‘zwakte’ wordt beschouwd). Let erop als u dit soort woorden (en ongewijfeld ook hun Nederlandse equivalenten!) gebruikt!

Deze categorie intensifiers is tamelijk eenvoudig te spotten. Iets lastiger is de andere
categorie intensifiers waar Joseph Kimble (e.a.) mee te maken kregen toen zij een aantal jaren geleden de Amerikaanse Federal Rules of Civil Procedure (FRCP) moesten
herschrijven in plain English (FRCP = bepalingen van burgerlijke rechtsvordering). Door alle wijzigingen en amendementen door de jaren heen en de daaruit voortvloeiende angst om niet ergens iets te missen, bleek dat deze FRCP vol stonden met intensifiers van deze
categorie.

Om er een paar te noemen: 1) if, for any reason…: de laatste drie woorden voegen helemaal niets toe aan die if. Vgl. in het Nederlands: “Als, om welke reden dan ook”, dat aan hetzelfde euvel lijdt; 2) if the court deems it advisable, the court may…: het lijkt me dat de rechtbank niet iets doet wat niet advisable is, dus waarom dat te noemen?; 3) the court may, in its discretion… may betekent al has the discretion to …; en ga zo nog maar even door. We komen daar in een volgende blog nog wel eens op terug.

Deze categorie zou ik het liefst “open deuren” willen noemen. Maar is de eerste categorie ook niet een “open deur”? This is so totally, totally (un)true, zou de absolute Meester van de Intensifiers zeggen die momenteel een post bekleedt in het Witte Huis in Washington.

Cohesion (4)

“Only after the Registered Property and the Movable Assets have been transferred will the Buyer be authorised to effectuate the assignment of the aforementioned rights by giving
notice of this assignment to the persons against whom the said rights can be exercised”

kwamen we onlangs tegen in een van onze Contract Drafting-Best Practices workshops (dikgedrukte woorden van mijn hand). Oepsss, dachten we, dát kan op minstens twee plekken beter. En wel (niet helemaal verrassend) op die twee dikgedrukte plekken.

Op de een of andere manier blijven juristen hardnekkig woorden en zegswijzen gebruiken die door de rest van beschaafde wereld al honderden jaren als archaïsch en zelfs: oubollig, worden beschouwd. Zo komt said, volgens deel X van de Oxord English Dictionary al in 1300 voor het eerst voor en aformentioned steekt (volgens deel I) in het jaar 1418 al zijn kopje op. Beide woorden (ook al niet helemaal verrassend) in een juridische context. ‘Niet
verrassend’ omdat er in die tijd -op religieuze geschriften na- niet heel veel anders schriftelijk werd vastgelegd dan juridisch(-financiële) zaken. En juist omdat die woorden al 600-700 jaar in juridische schrijfsels worden gebruikt, zijn juristen vaak van mening dat dit soort woorden wel een specifieke juridische betekenis moét hebben. En al helemaal Anglo-Amerikaanse juristen die werken binnen een case law-omgeving waar eerder gedane rechterlijke uitspraken van veel groter belang zijn dan in civil law landen als (bijv.) Nederland.

Een woord als said in een juridische omgeving wordt vaak beschouwd als een Term of Art. Een Term of Art is een woord of zin dat een specifieke (in dit geval: juridische) betekenis heeft, zie hiervoor What’s in a Word 24  Niets is echter minder waar, zoals we ook al in
Cohesion 3 hebben besproken. Sterker nog, in Legalese and the Myth of Case Precedent laat Benson Barr (et al) zien dat slechts 3% van de woorden in alle vastgoedcontracten in de VS in 1985 bestaat uit échte Terms of Art, dus woorden met een échte, specifiek juridische, betekenis. Joseph Kimble merkt in zijn nieuwste boek Seeing through Legalese misschien wel terecht op dat hoe vaker bepaalde woorden in, vooral, contracten het onderwerp van een rechtszaak zijn, hoe minder die woorden aanspraak kunnen maken op de titel Term of Art

Veel Amerikaanse rechtbanken hebben het woord aforementioned al sinds 1949 in het
Californische Estate of Dubois als sheer redundance afgedaan,  En als said maar naar één ding kan terugverwijzen, is het helemaal onnodig. En onnodigheid irriteert lezers (niet in het minst: Amerikaanse rechters) en doet de schrijver pompeus en overdreven plechtstatig overkomen. Als die woorden naar meerder precedenten terugverwijzen treedt er vaker dan niet ambiguïteit op, en dus vergroot dat de mogelijkheid tot allerlei juridische procedures wist bijv. Sir Edward Coke al in 1664 (The First Part of the Institutes of the Lawes of England of zie ook The Language of the Law door David Mellinkhof van 1990.

Veel juridische woordenboeken (waaronder het gezaghebbende Black’s Law Dictionary) zeggen dat said alléén terugverwijst naar het dichtstbijzijnde antecedent, maar nog veel  rechtbanken verwijzen dit naar het rijk der fabelen en nemen vaak meer rekening met de intentie van de opsteller (van het contract/testament etc.). Veel houvast heb je daar dus ook niet aan.

Er zijn meer dan genoeg alternatieven. In verreweg de meeste gevallen is said makkelijk te vervangen door the zonder enig verlies van juridische nauwkeurigheid. Als je per sé wilt terugverwijzen naar iets, en dat ‘iets’ is kort, dan kan je het gewoon herhalen. Als het
antecedent wat langer is, kort het dan gewoon af: the defendant’s green 2012 Audi A4 sedan, license number HD-VP-50 kan gewoon afgekort worden met the Audi in this
document.

Nog even terug naar de eerste alinea: die zin uit een Engelstalig contract, geschreven door een Nederlandse jurist. Niet alleen gaat die gebukt onder wat we zojuist beschreven, maar bovendien is dit ook nog een gevalletje Elegant Variation (vooral niet doen: zie Clarity 18).
Klaarblijkelijk vond de schrijver het een beetje saai om twee maal dicht bij elkaar het
woord aforementioned te gebruiken en gebruikte hij/zij daarom said bij de tweede keer. Alleen… nu krijg je een verwijzing (said) naar een verwijzing (aforementioned) naar een
antecedent (rights). Ambiguïteit op ambiguïteit, dus. Het is maar goed dat een Anglo-Amerikaanse rechtbank dáár niet zijn tanden in kan zetten…