Monthly Archives: July 2018

Correctness (23)

Vorige week hadden we het hier over een typisch fenomeen in het Engels: het verschijnsel van twee verleden tijden, de Past Simple en de Present Perfect (hier nog eens te lezen). Kort samengevat: je gebruikt de Present Perfect (de zinnetjes met have: I have lived, I have studied, etc.) in situaties die iets onvoltooids aangeven, iets wat nog niet helemaal is afgerond, of iets wat nog steeds invloed heeft op het heden. Het Nederlandse “ik heb daar en daar gewoond”, of “ik heb daar en daar gestudeerd”, is dus lang niet altijd I have lived… of I have studied…. Omdat de Nederlandse taal niet (of slechts heel verborgen) zo’n aspect aan die verleden tijden (werkte/studeerde vs. heb gewerkt/heb gestudeerd) toekennen, maken Nederlanders daar vaak fouten mee in het Engels.

Wanneer je de Past Simple gebruikt, hebben we vorige week uit de doeken gedaan. De Present Perfect gebruik je als:

  1. je wilt aangeven dat iets moet zijn afgelopen voordat iets anders begint. Vaak in            zinnen met until, once, after, before. Dus: I will call you after I have finished the report of: We will not begin the work until they have agreed to our conditions. Te vergelijken met het Nederlands.
  2. je het hebt over acties/ervaringen die tot nu toe zijn gebeurd. Dus: I have been to            Singapore several times of: I have seen a lot of changes around here. Grappig genoeg is dit hetzelfde als in het Nederlands (grappig genoeg, want hier werkt de “have + voltooid deelwoord” op precies dezelfde manier als in het Engels, dwz. het werkt tot in het heden door). Vreemd (en fout) is het daarom te zien dat Nederlanders vaak zeggen: I was in Singapore several times. Je kan dat wel zeggen, maar dan moet je er een tijdstip bij geven: I was in Singapore in 2014, of a long time ago. Net zo goed zou je kunnen zeggen: I saw a lot of changes around here, maar dan bedoel je dat de laatste jaren géén veranderingen meer hebt gezien. Wat we ook vaak lezen is: I never took an exam in English. Maar omdat dit tot op heden voortduurt is het: I have never taken an exam in English. Wat dan weer wél goed is, is: I never took an exam in English before 2015.
  3. je het hebt over gebeurtenissen uit het verleden die tot op heden voortduren: I have lived/worked here for about 10 years (dwz. je woont/werkt er nog steeds). Tip: in het Nederlands zou je dan vaak het woordje “al” gebruiken, in combinatie met de tegenwoordige tijd: “ik woon/werk hier al tien jaar”.

De situaties 1-3 zijn nog wel aan te leren. Een beetje opletten (staat er een of andere vorm van tijdsbepaling in, bijv.) en dan gaat het nog wel… Het wordt lastiger met 4 en 5                    hieronder want die betekenen voor de native speaker écht iets. Bovendien kunnen in de situaties 4 en 5 zowel de Past Simple áls de Present Perfect worden gebruikt; het ligt er maar net aan wat je bedoelt… Het is een mentale klik in de hoofden van native speakers en lastig om aan te wennen.

  1. He broke his leg vs. He has broken his leg. Wie heeft er pijn op dit moment? Iedere          native speaker weet dat het de man is die has broken his leg, want de Present Perfect gebruik je voor gebeurtenissen die tot op het moment van spreken voortduren. De       meneer die broke his leg, loopt nu vrolijk rond, iets voorzichtiger misschien, maar lopen doet-ie! Zo zijn krantenkoppen ook vaak in de Present Perfect: Italy has                   attacked Malta for refusing to take in a ship of migrants. Hoewel Italië dat (wellicht) gisteren deed, is het belangrijk op het moment van spreken.
  2. Sorry, I have lost the file vs. Sorry, I lost the file. In het eerste geval benadruk je de actie van het verliezen (want nú belangrijk… zonder file kan je niet meer verder werken), in het tweede geval benadruk je het “wanneer” van het verlies, maar het is nu niet meer belangrijk. Te vergelijken met het voorbeeld dat we vorige week gaven: Our lawyers have worked on cases on cases like…. vs. Our lawyers worked on cases like… In het eerste geval (have worked) benadruk je de actie, in het tweede geval (worked) de gebeurtenis.

De Branch Out Legal English Blog gaat even met vakantie. De laatste week van augustus zijn we weer terug. In het geval er onderwerpen zijn (woorden, grammatica, gebeurtenissen etc.) waarvan u het de moeite waard vindt dat wij daar iets over zeggen: Laat Het Ons Weten (info@branch-out.eu). Prettige vakantie!!

Correctness (22)

We hebben het hier eerder over gehad (met name hier en hier, maar het kan geen kwaad om het er nog eens over te hebben: het verschil tussen twee verschillende verleden tijden in het Engels: de Past Simple (bijv. I studied in Utrecht) en de Present Prefect (bijv. I have studied in Utrecht). Nederlanders (en met hen de meeste Europeanen) hebben hier grote moeite mee. “Ik heb in Utrecht gestudeerd” is toch gewoon I have studied in Utrecht? Of niet soms?

Het antwoord is nee, of liever gezegd: het antwoord is meestal nee. De reden waarom het een ja/nee antwoord is, is dat de Present Perfect niet zozeer een werkwoordstijd (een tense) is, maar veel meer een grammaticaal “aspect”: het geeft voor Engelstaligen extra
informatie over of en hoe het verleden (want het zijn natuurlijk beide verleden tijden) doorwerkt naar het heden. Informatie die wij, als Nederlanders, niet door kunnen geven middels de keuze tussen “studeerde” of “heb gestudeerd”. Het gebruik van de Present
Perfect
geeft altijd iets onvoltooids aan, iets wat nog niet helemaal is afgerond,  iets wat nog steeds invloed heeft op het heden.

Deze week drie situaties waarin je de Past Simple (studied, dus) moet gebruiken en
volgende week vier situaties waarin je de Present Perfect (have studied, dus) moet
gebruiken. Nou ja, moet? Misschien is het beter om te zeggen: “waarin je de Past
Simple/Present Perfect
zou moeten gebruiken als je wilt zeggen wat je normaalgesproken over wilt brengen”.

De Past Simple wordt gebruikt om:

  • een voorzichtig inleidende, enigszins excuserende, vraag te stellen: I thought you might like some help with… of: I wondered if you are available this morning to…. Te vergelijken met het Nederlandse “Ik was op zoek naar meneer Jansen” of “Ik vroeg me af of…”.
  •  een gewoonte in het verleden aan te geven: Every night we went out for dinner and ate in a different restaurant.

Prima, dat is allemaal redelijk in dezelfde lijn als in het Nederlands, en weinig mensen zullen hier daarom fouten in maken. De derde wordt een stuk lastiger: de Past Simple wordt óók gebruikt om

  • aan te geven dat een actie in het verleden is gebeurd en is afgesloten. We weten
    wanneer iets is gebeurd (en eventueel kan de tijd wanneer dat is gebeurd worden aangegeven), maar dat was dan dat. Oftewel: I studied in Utrecht (evt. met de
    toevoeging:) years ago (of) in 2002. Het is niet fout om te zeggen: I have studied in Utrecht, maar dat betekent dat je nog steeds aan het studeren ben, maar nu in bijv. Groningen of waar dan ook.

Waarom dit lastiger is, is omdat het Nederlands (en alle andere Europese talen) dit
“aspect” niet kennen. Een vraag die we namelijk vaak krijgen, is: “Oh ja? Waarom staat er dan op onze website: Our lawyers have worked on cases on cases like…. Moet dat dan niet zijn: Our lawyers worked on cases like….? Dat hebben ze namelijk in het verleden wel gedaan, en die zaken zijn afgesloten en klaar”?

Klopt, maar het antwoord hierop is óók dat juist het gebruik van de Present Perfect (= have worked) de native speaker Engels het idee geeft dat het kantoor nog steeds bezig is met die zaken, dat de kennis en vaardigheden opgedaan met die oude zaken doorwerken in het heden. De Past Simple (= worked) zou je indruk kunnen geven dat het kantoor is
opgeheven, failliet is, gefuseerd, enz, maar in ieder geval niet meer bestaat. De Past Simple geeft het idee van klaar, afgelopen, uit. De Present Perfect geeft het idee van een betekenisvol verleden en daarom klinkt het “dynamischer”. Maar daarover volgende week meer.

Grammatica betekent iets. Meer in het Engels dan in het Nederlands.