Monthly Archives: March 2019

English in Mediation (6)

English in Commercial Mediation – 2 april, Utrecht

Op 2 april 2019 organiseert de NVvMA in samenwerking met Branch Out de workshop
English in Commercial Mediation. Deze workshop combineert technieken en vaardigheden op het gebied van commercial mediation met feedback op het gebruik van de Engelse taal, zowel mondeling als schriftelijk.

“Taal” is natuurlijk een uiterst belangrijk instrument in mediation; meer dan in het
“gangbare” juridische verkeer, hangt het succes van mediation af van het scheppen van een sfeer van wederzijds vertrouwen. Een goede taalbeheersing is noodzakelijk om
potentieel emotionele situaties te herkennen (en, waar dienstig, te vermijden), om partijen inzicht te geven in elkaars standpunten, zorgen en wensen, en om te komen tot een
oplossing van het conflict. In steeds meer mediations wordt de Engelse taal gebruikt. En hoewel Nederlanders over het algemeen behoorlijk goed Engels spreken, staan ze óók
bekend om hun “directheid”, hun lack of empathy, of minder vriendelijk gezegd: hun “botheid” of “onbeleefdheid”.

In rollenspelen behandelt English in Commercial Mediation interventies in de Engelse taal, zoals active listening, summarising, open-ended questions, reframing, cross-cultural
considerations, het belang van conditionals
, etc.  Ook zal er even worden stilgestaan bij de meest in het oog vallende valkuilen waar Nederlandse schrijvers van Engelstalige
e-mailberichten en mediationverslagen vaak in vallen.

English in Commercial Mediation wordt verzorgd door Jacques Joubert, een accredited
mediator
met meer dan 20 jaar ervaring in mediation en arbitration in Zuid-Afrika. Het
Engels wordt onder de loep genomen door Nicola Courtney (Branch Out) die al meer dan 15 jaar trainingen Legal English verzorgt voor internationale law firms. Op deze manier
garandeert Branch Out een optimale mix van taal- en mediationtraining.

English in Commercial Mediation:

Datum/tijd: Dinsdag 2 april 2019, 09.30-17.00 uur
Locatie: De Rechtbank, Utrecht
Opleidingspunten: 8 punten i.h.k.v. (naar keuze:) de Permanente Opleiding Nederlandse Orde van Advocaten óf Permanente Educatie Mediatorsfederatie Nederland
Kosten: € 425,- p.p. (excl. BTW, incl. lunch en trainingsmaterialen)
Website: https://www.branch-out.eu/branch-out-legal/
Aanmelden: p.peek@branch-out.eu

 

What’s in a language? (36)

Over het algemeen wordt aangenomen dat “taal” een afspiegeling is van de samenleving waarin die taal wordt gesproken. Een aanzet tot taalverandering, opdat “taal” zo meer in lijn komt met een verandering in de samenleving, wordt daarom vaak met redelijke
welwillendheid ontvangen.

Zo ook de oproep afgelopen week van de advocaten Jebbink en Van Zijl van het
advocatenkantoor Jebbink Soeteman waarin zij de Hoge Raad aansporen om in de rechtspraak voortaan vrouw-inclusieve taal te gebruiken (hier te lezen). Beide advocaten vinden in hun brief aan de Hoge Raad dat bijvoorbeeld dat het weglaten van vrouwelijke verwijs-
woorden de maatschappelijke werkelijkheid miskent omdat het percentage vrouwen
binnen de strafrechtpraktijk blijft toenemen.

De reactie van de Hoge Raad was precies zo: “redelijk welwillend” (lees hier). En wat kan je anders, eigenlijk? Want hoe graag je het ook wilt, 1-2-3 is dat allemaal nog niet voor elkaar gebokst, natuurlijk.

Je kan nu wel zeggen, zoals Jebbink en Van Zijl doen, dat het Europees hof van de rechten van de mens consequent he or she gebruikt als er naar een getuige wordt verwezen, maar dat is dan in het Engels. Het Engels overigens, dat ook geen timmermannen, geen zee-
mannen, geen groentenmannen en geen brandweermannen kent. Daar zijn het carpenters, sailors, greengrocers en firefighters. Wow! Lekker makkelijk, zou je, als
taalinclusiviteitsvoorstander, kunnen zeggen… “Het in de taal laten verdwijnen van vrouwen” (dixit Jebbink en Van Zijl) is in het Engels op dat gebied dus een stuk  moeilijker.

“Wow! Lekker makkelijk”, zeggen de Fransen en de Spanjaarden ongetwijfeld ook als ze de Nederlandse taal bekijken. In Frankrijk en Spanje (o.a.) hebben ze namelijk ook nog eens te maken met verschillende verbuigingen van werkwoorden,  betrekkelijke voornaam-
woorden en bijvoeglijke naamwoorden. Dán wordt het Franse en Spaanse equivalent van al dat ge-he or she weer een stuk bewerkelijker.

Daarnaast, het loutere feit dat woorden in het Frans of Spaans een mannelijk of vrouwelijk geslacht hébben, zorgt al voor geslachtsneutrale pijnpuntjes. In het Nederlands hebben woorden óók een geslacht (en verwijs je naar die woorden door “haar” en “zijn” te
gebruiken),  maar dan moet je heel wat woordenboekenwerk doen om dit correct te
gebruiken. In het boven aangehaalde Rechtspraak.nl berichtje staat overigens, (bedoeld of onbedoeld??): “In hun berichten roepen zij de Hoge Raad op in zijn rechtspraak voortaan vrouw-inclusieve taal te gebruiken” (mijn cursivering).  Tsja…

En om nog een stapje verder te gaan: Duitsers omschrijven een brug (vrouwelijk in het Duits: die Brücke) als ‘mooi’, ‘elegant’, ‘slank’, ‘fragiel’, ‘gracieus’, ‘sierlijk’, etc. In het Spaans is diezelfde brug mannelijk: el puente; Spanjaarden beschrijven een brug als ‘groot’, ‘gevaarlijk’, ‘lang’, ‘sterk’, ‘robuust’ (lees hier verder). En dat is heus niet omdat Duitse bruggen “vrouwelijker” zijn dan Spaanse. Het Fins, het Turks, het Chinees en het Swahili zijn talen zonder grammaticaal geslacht. Is dat een afspiegeling van de geslachtsinclusieve Finse, Turkse etc. samenleving?

Natuurlijk zijn pogingen om “de” taal inclusiever te maken lovenswaardig. De grote
advocatenkantoren (waaronder Houthoff) hebben stijlgidsen waarin die pogingen ook
inderdaad worden ondernomen. Of lees anders hier een aantal tips hoe je dat in het Engels kan bewerkstelligen.

Taal verandert nu eenmaal, maar of een taal (het Nederlands, of welke taal dan ook) ooit zo ver komt dat iedereen zich op een gelijke manier bejegend voelt, valt zeer te betwijfelen. Tenzij we met z’n allen overgaan op het Yoruba, een totaal geslachtloze taal .

Maar in het Yoruba hebben ze vast wel weer andere manieren om ergens onderscheid tussen te maken. Daar is “taal” nu eenmaal voor…

Clarity (26)

Zoals u waarschijnlijk weet, is op 1 januari 2019 de Netherlands Commercial Court (NCC) van start gegaan. De NCC behandelt zaken standaard in het Engels en doet in het Engels uitspraak. De mogelijkheid om bij de NCC in het Engels te procederen betekent dat
bewerkelijke vertalingen niet meer nodig zijn. Naast het kostenvoordeel leidt dit ook tot meer efficiëntie, duidelijkheid en transparantie. “Bij de NCC werken rechters, raadsheren en juridische medewerkers uit heel Nederland die specifieke deskundigheid en ervaring hebben en bovendien het Engels goed beheersen”, zo zegt de website van De Rechtspraak.

Dat hopen we dan maar. Het kán namelijk ook anders lopen, zoals een reeks rechtszaken in Georgië onlangs aantoonde. In april 2015 ontstond in de Georgische stad Batoemi een geschil tussen twee bedrijven over de volgende zin in een (voorlopig) contract: If within 30 (thirty) days since the beginning of […] negotiations the Purchaser and the Supplier have not managed to settle the dispute, either of the party is able to apply for the arbitration of law to the International Chamber of Commerce (ICC) to resolve the dispute. The arbitration will take place in Tbilisi, Georgia, the language will be English and will be subject to the ICC
regulations.
Allemaal duidelijk volgens de regels van de ICC.

Geen probleem, zou je zeggen. Ware het niet dat de partijen er inderdaad niet uitkwamen en dat de plaatselijke rechtbank, de Batumi City Court, deze clausule uitlegde als slechts een referentie aan de ICC-arbitrageregels. De Batoemische rechtbank oordeelde dat dit
onvoldoende bewijs was van de wil van beide partijen en verklaarde het contract nietig.

De eiser was het hier niet mee eens, ging in beroep bij een hogere rechtbank in Koetaisi, de tweede stad van Georgië. De rechters daar waren iets beter op de hoogte van (met name) de betekenis van de woorden either of the party is able to en oordeelden in het voordeel van de eiser. Om diverse redenen (waaronder de vraag wie er op moest draaien voor de kosten) namen beide partijen het vervolgens naar de Georgische Hoge Raad.

Pas kort geleden kwamen de Georgische opperrechters dan toch eindelijk tot een
uitspraak: the agreement, pursuant to which either party is entitled to refer the dispute to
arbitration, means that the arbitration agreement grants a right to either party to commence arbitration; however, if such right is exercised by either one of the parties, then both parties are obliged to submit to arbitration […]
. De Hoge Raad ging verder met: If the term of the contract gives more than one possibility of interpretation, it is generally reasonable to apply the interpretation which corresponds to the essence of the agreement; therefore, in the present case, the word ‘is able’ should be interpreted in such a way, that if such choice is
exercised, the parties are obliged to refer the dispute to arbitration under the Rules of
arbitration of the International Chamber of Commerce (ICC).

Zo zie je maar weer… je kan alles nog zo goed hebben geregeld (ICC-regels en alles), maar voor je het weet ben je vier jaar verder door een enigszins afwijkende interpretatie van to be able to. Ik zeg natuurlijk niet dat iets dergelijks ook bij de nieuwe Netherlands
Commercial Court
in Amsterdam staat te gebeuren. Dat is zelfs behoorlijk onwaarschijnlijk, maar de kans op begripsverwarring is natuurlijk wel groter als je een andere taal toelaat. Vraag dat maar aan de Georgiërs…

Overigens schijnt het buitenspel zetten van ICC-regels speciaal in de Russische Federatie vaker voor te komen. Lees het artikel van Yadykin en Rubin van Freshfields Bruckhaus
Deringer, die hun artikel besluiten met: This requires very accurate drafting to avoid
creating arbitration clauses that might be deemed “pathological”
. En zo is het maar net!

(Met dank aan Suzanne Landheer, Houthoff)

Correctness (25)

Vandaag een aantal makkelijk te verwisselen woorden. Tenminste… áls je ze verwisselt, dan is het gewoon fout. Onderstaande easily confused words komen wij bijna altijd tegen in de schrijftaken van deelnemers aan onze Legal English Writing Skills-trainingen. Het gaat hier om woorden waar ook de gemiddelde native-speaker Engels vaak de fout mee in gaat, want net zo als Nederlanders die in het Nederlands schrijven, maken de Engelstaligen natuurlijk ook gewoon schrijffouten als zij in hun moerstaal schrijven. Bovendien gaat het hier niet over spelling, dus een eventueel door u gebruikte spelchecker zal ze niet of nauwelijks opmerken.

Which of That?
Veel Nederlanders gebruiken which of that naar eigen believen. Hoogstwaarschijnlijk omdat ze denken dat which de vertaling is van “welke”. We hebben het hier niet over het vraagwoord (als in Which book is yours?) maar over het betrekkelijke voornaamwoord als in The law firm, which has its headquarters in Amsterdam, will declare bankruptcy. Het is mij een raadsel waarom je in het Nederlands hier “welke” voor zou gebruiken, behalve dan dat dit ‘mooi’, ‘formeel’ en ‘klassiek’ (of ook: ‘pompeus’, ‘hoogdravend’ en ‘ouderwets’) overkomt, maar het kán wel…

In het Engels echter is er een belangrijk verschil: Which is niet-restrictief. Dat betekent dat het extra informatie geeft die echter niet essentieel is voor de betekenis van een zin. That is juist restrictief en geeft essentiële informatie. In de bovenstaande which-zin is er maar één failliet advocatenkantoor en dat heeft z’n hoofdkantoor toevallig in Amsterdam. In de zin The law firm that has its headquarters in Amsterdam will declare bankruptcy gaat het om meerdere kantoren, maar het kantoor met het hoofdkantoor in Amsterdam is het haasje. Nogal een verschil, dus!

Wat dan weer wel mooi meegenomen is, is dat de That-zinnen geen komma’s hebben, en de Which-zinnen juist wel. Een prachtig voorbeeld van betekenisdragende interpunctie.

Advise/Advice/Advize
Advise met een S is het werkwoord, dus “adviseren”. Advice met een C is het zelfstandig naamwoord, dus “advies”. Met andere woorden: My firm adviSes all sorts of clients en My firm gives good adviCe. Advize met een Z bestaat gewoon niet. Sommigen zeggen dat dit de Amerikaanse spelling is, maar dat is gewoon onzin. Wat niet helpt, is dat Advize bijzonder vaak opduikt in namen van Nederlandse bedrijven… google het maar eens en je zult het zien. Een typisch Nederlands verzinsel.

Then of Than?
Een beetje lastig voor Nederlanders: “Ik ben groter dan jij”, “En dan gaan we naar…”. Dezelfde “dan”. In het Engels echter: than bij een vergelijking (I am bigger than you) en then als het bijwoord van tijd (And then we go to…). Eén gelukje: als je spreekt (ipv. schrijft), maakt het niet veel uit…

Amount of Number?
Amount kan je niet tellen. Number wel. Denk aan: A smaller number of glasses can hold a smaller amount of milk.

Less of Fewer?
Ook hier weer het “telprincipe”: Less gebruik je met dingen die je niet kan tellen. Fewer kan je wél tellen.  Of, om bovenstaande voorbeeldzin verder te gebruiken: Fewer glasses hold less milk. Wat niet helpt, is dat je in Brits-Amerikaanse winkels dan weer vaak ziet staan: 10 items or less, wat natuurlijk 10 items or fewer zou moeten zijn.

Any of Some?
Any gebruik je in vragende en negatieve zinnen, en some wordt gebruikt in bevestigende zinnen. Dus: Do you have any money? (vragend). No, I don’t have any (negatief) of anders: Yes, I have some (bevestigend).