Monthly Archives: September 2019

What’s in a word? (35)

Jargon is een vorm van taalgebruik binnen een vakgebied dat alleen door vakmensen gesproken wordt. Je zou ook kunnen zeggen dat de gebruikers van jargon (de “Jargonauten”) botweg woorden stelen uit een taal, en daar onderling een geheel eigen betekenis aan geven. Advocaten zijn überjargonauten, en Engelstalige advocaten spelen mee in de Champions League. Je kan misschien zeggen dat het case law-systeem (lees hier) daar een belangrijke oorzaak van is,  maar het maakt het fenomeen Legal English er niet makkelijker op.

Zo worden vaak de woorden “without prejudice to” gezien als een zgn. Term of Art. Een Term of Art is de Hogeschool van het Jargon; een woord waarvan iedereen denkt dat het een onwrikbare, juridische betekenis heeft. Maar is dat echt zo?

Ten eerste wordt without prejudice to te veel in verschillende betekenissen gebruikt. Je ziet ze vaak in contracten: Without prejudice to Clause 18.2.5, the Purchaser agrees that…  of: Without prejudice to any rights or remedies available… of anders: …without prejudice to the generality of the foregoing not to… De uitdrukking wordt gewoonlijk gebruikt om de kracht van een bepaling te behouden en tegelijkertijd een andere contrasterende of overlappende bepaling uit te drukken. Je gebruikt het  in een clausule waar geen prioriteit wordt gegeven boven een andere clausule.

Daarnaast zie je without prejudice to vaak verschijnen  als kopje bij een brief om ervoor te te zorgen dat die brief niet kan worden gebruikt als bewijs voor de rechtbank als de poging tot schikking mislukt. Het is advocatensteno voor: without prejudice to the position of the writer of the letter if the proposed negotiations are not accepted. Jammer alleen dat slechts weinigen dat weten. Dat laat in ieder geval  het artikeltje Bamboozling the public van Mark Adler in de New Law Journal zien.

Tenslotte kunnen in de VS ook nog eens rechtszaken eindigen with of without prejudice. Dat betekent niet dat een zaak is geëindigd vanwege de vooringenomenheid van een
racistische rechter maar dat een rechtszaak permanent (with prejudice) wordt afgewezen of dat de partijen het opnieuw kunnen proberen (without prejudice). Ook kan je ontslag
krijgen zonder hoop die baan ooit weer terug te krijgen (with prejudice) of without prejudice zodat je weer kan worden aangenomen als de economie weer aantrekt.

Er zijn kortom veel te veel betekenissen van without prejudice (to) om hier een
in betongegoten Term of Art van te maken. Dat krijg je ervan als je woorden steelt uit de alledaagse taal (prejudice is gewoon ‘vooroordeel’) en ermee aan de juridische haal gaat. En als de betonrot eenmaal is ingezet, zijn er meer dan voldoende, voor de meeste lezers volslagen begrijpelijke, woorden om te gebruiken. In de contracttaalvoorbeelden
hierboven bijv. i.p.v.Without prejudice to Clause 18.2.5, the Purchaser agrees that… schrijf: Subject to clause 18.2.5… I.p.v. Without prejudice to any rights… schrijf: Despite any rights…, i.p.v : …without prejudice to the generality of the foregoing not to… schrijf: without affecting of without limiting. De juridische betekenis verandert niet, en het wordt een stuk leesbaarder.

En ten tweede… áls het al een Term of Art is, dat without prejudice to, dan zou je verwachten dat die woorden een vaste Nederlandse vertaling zouden opleveren. Een snelle blik op Linguee.nl  echter, geeft ons: “onverminderd”, “onder (én!) zonder
voorbehoud”, “onverlet”, “behoudens”, “zonder afbreuk te doen aan” etc. En als je er dan helemaal niet meer uitkomt, ja dan kan je altijd nog terugvallen op “zonder prejudicie” dat volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal ook een Nederlandse uitdrukking is.

Maar dat is vals spelen…

What’s in a language? (40)

Engels is Engels, daar gaan we meestal vanuit. Wel zo makkelijk, eigenlijk. Natuurlijk weten we allemaal dat ieder ‘soort’ Engels zo z’n eigenaardige woordjes heeft; een mate in Australië is een chap in Engeland en een dude in de Verenigde Staten, dat soort dingen, maar dat maakt het allemaal alleen maar grappiger en authentieker.

Bij een Engelstalig contract daarentegen, wordt het al heel wat minder grappig. En die
authenticiteit wordt zelfs af en toe ronduit irritant omdat het tot allerhande onverwacht
juridisch gekrakeel kan leiden. Dat is niet zo erg als een contract is opgesteld tussen twee Amerikaanse (of twee Engelse, of twee Australische) partijen. Maar als het om inter-
nationaal geldende contracten gaat, blijkt al snel dat, zelfs als je hebt over één en het zelfde deelgebied: het Legal English, het ene Engels helemaal het andere Engels niet is.

Ik heb het op deze plaats al eens gehad over de (in contracten gebruikte)woorden
endeavours/best endeavours/all reasonable endeavours  en dat Amerikaanse en Britse rechters daar een andere mening over hebben. Zó verschillend zelfs dat Amerikanen nu veelal het woord efforts gebruiken als ze endeavours willen zeggen. Dat zette o.m het Britse Clifford Chance al aan om te schrijven:  …Consequently, for greater certainty of
interpretation of such terms, it is better to frame obligations under English law as requiring the use of ‘endeavours’ rather than ‘efforts’.

Dezelfde verwarrende interpretaties tussen Britse en Amerikaanse contracten komt ook regelmatig voor bij de (contract)woorden: represents and warrants (vaak vertaald met: “verklaart en garandeert”) waar we het hier binnenkort nog wel eens over zullen hebben en een hele trits meer.

In het algemeen schrijft het Engelse rechtssysteem woorden in een contract een andere betekenis toe dan de alledaagse betekenis. Gebruikers van ‘contracttaal’, en, nog veel
belangrijker, de rechters die daarover moeten beslissen, zijn veel meer geneigd om die
’contracttaal’ als een ondoordringbare, juridische code te zien.

De belangrijkste reden hiervoor zou kunnen zijn dat het Engelse systeem tot in z’n haarvaten is gegrondvest op case law, m.a.w. alle jurisprudentie over alle gelijksoortige zaken uit het (Engelse, al bijna 1.000 jaar oude) verleden tellen mee in een nieuwe zaak. Dus ook (en met name…) de taal waarin  jurisprudentie over contracten is geschreven. En dat houdt weer in dat juristen bij het opstellen van contracten alvast rekening houden met een eventuele uitspraak van een rechter. En zo houden alle partijen elkaar in een juridische houdgreep… Overigens jammer dat het Engelse politieke systeem niet net zo veel vertrouwen heeft in het geschreven woord als hun juridische tegenhangers. Dat zou veel Johnsoneske Brexit-taferelen hebben voorkomen.

Je zou kunnen tegenwerpen dat het Amerikaanse systeem óók op case law is gebaseerd, maar daar gaat het over een geschiedenis van zo’n 200 jaar. Daarnaast hebben ze in de VS altijd al een zeker wantrouwen gehad tegen het Engels, immers de taal van hun vroegere overheersers.

En als je ons derde in deze blog opgevoerde Engelssprekende land in de strijd gooit? Australië dus? Australië is het land waar de overheid al sinds het begin van de jaren ’70 is begonnen met het propageren van Plain English. In het kielzog daarvan hebben ook de grote Australische law firms dit opgepakt. Lees bijvoorbeeld eens het behartenswaardige artikel Using Plain Language in Law Firms van Edward Kerr, partner in het grootste Australische advocatenkanoor Mallesons Stephen Jaques (nu deel van het Hongkongse King & Wood Mallesons). Zonder ruggensteun van de rechterlijke macht heeft het voor de private contractschrijvende advocatenkantoren niet veel zin om begrijpelijke taal te gaan
gebruiken. Daarnaast… Australië is van onze drie voorbeelden wel het land met de kortste case law-geschiedenis. Toeval of niet?

Tenslotte, nog even over mate, chap en dude: ook (en misschien wel: zelfs) déze woorden gebruik je in heel specifieke, regionale, historische, economische en sociale omstandig-
heden. We gebruiken een specifieke taal in specifieke omstandigheden voor specifieke doeleinden. En dat geldt dus óók voor wat we in het algemeen maar voor het gemak onder Legal English opbergen.

Meer lezen? Lees  Ken Adams’ Is English Contract Drafting Better than American Contract Drafting?