Monthly Archives: November 2019

What’s in a language? (41)

“Ik begrijp helemaal niks meer van de Brexit”, hoor ik vaak. Maar als we wat meer aandacht hadden geschonken  aan experimenten in de socio– of psycholinguïstiek, dan hadden we het wat beter begrepen.

Het idee dat de taal die we gebruiken de wereld om ons heen schept, is natuurlijk altijd duidelijk geweest; lees daar alleen maar Genesis 1. voor: “En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht”, en zo werd met alleen wat woorden de hele wereld neergezet. (Of lees, ipv. de Bijbel,  What’s in a language? 19).

Onderzoek van de laatste 15 jaar wijst echter uit dat het lang niet alleen bij woorden blijft, maar dat de hele grammatica van een taal meedoet aan de vorming van een wereldbeeld. Of, met andere woorden: de taal zélf geeft je concepten van bijv. tijd en doel. En: andere talen, andere concepten.

Goed, grammatica en Brexit (of: dé Brexit, zoals Nederlanders het met een lidwoord aangeven). Het Engels heeft twee in het oog vallende grammaticale eigenaardigheden: de Present Perfect (bijv. I have worked in Utrecht) en de Present Continuous (I am working in Utrecht).

Rond Brexit heeft altijd een vroeger-was-alles-beter-sfeertje gehangen. Wat is er dan mooier dat de taal Engels middels de Present Perfect een prima mogelijkheid heeft om dat uit te dragen? Je gebruikt de Present Perfect namelijk als je duidelijk wil maken dat een gebeurtenis in het verleden nog steeds belangrijk is voor het heden. Zo loop je nog steeds in het gips als je I have broken my leg zegt, en spring je al weer fris en fruitig rond als je I broke my leg zegt. (Lees deze blog voor meer voorbeelden). De Present Perfect geeft een idee van een betekenisvol verleden.

Het maakt dus nogal wat uit als je The UK has been a great nation zegt, of The UK was a great nation. Let er maar eens op: de Brexiteers zijn enthousiaste Present Perfect-gebruikers. En wat meer zij: de Remainers zijn niet voor niets vaak mensen die enige kennis van andere talen dan het Engels hebben, en dus veel vaker in aanraking gekomen zijn met andere concepten van tijd. Of liever gezegd: de grammaticale mogelijkheid om zo’n concept uit te drukken. En is het toeval dat Amerikanen veel minder vaak die Present Perfect gebruiken dan de Britten? Did you have breakfast this morning (AmEngels)? en Have you had breakfast this morning (BrEngels)?

Onderzoek van o.a. Athanasopoulos en Bylund toont aan dat  taalverschillen psycho-fysieke gevolgen hebben voor de hersenen: ze wijzigen de manier waarop een en dezelfde persoon het verloop van de tijd ervaart, afhankelijk van de taalcontext waarin hij actief is (lees hier meer).

Maar waarom duren Brexit-onderhandelingen zo lang? In een ander onderzoek van dezelfde Athanasopoulos (mooi samengevat in How the language you speak changes your view of the world) laat hij Duits- en Engelstaligen een aantal korte videoclips zien van (bijv.) een wandelende vrouw. Hij vraagt zijn proefpersonen om te beschrijven wat ze zien. Wanneer je zo’n scène aan een ééntalige Duitse spreker geeft, zullen ze niet alleen de actie beschrijven, maar ook het doel van de actie. Ze hebben dus de neiging hebben om te zeggen: “Een vrouw loopt naar haar auto”. Engelse ééntalige sprekers beschrijven de clip als “Een vrouw loopt” of “een man fietst”, zonder het doel van de actie te noemen.

Het door Duitse sprekers veronderstelde wereldbeeld is ‘holistisch’ – ze kijken meestal naar het evenement als geheel – terwijl Engelstaligen de neiging hebben om in te zoomen op het evenement en zich alleen op de actie concentreren. Engels vereist van zijn sprekers dat ze  lopende gebeurtenissen grammaticaal markeren, door verplicht de –ing vorm, de Present Continuous, toe te passen.

Ik wil hier natuurlijk niet zeggen dat de Britten “onderhandelen om het onderhandelen” en het einddoel (uit de EU stappen) niet belangrijk vinden, maar alleen al het bestaan en het grammaticaal ‘verplichte’ gebruik van de Present Continuous  werkt dit wél in de hand…

Een andere taal betekent een ander wereldbeeld. A different language, a different mindset.

Conciseness (11)

Afgelopen donderdag was het weer zo ver: Halloween. Een van oorsprong Keltische oogstfeesttraditie, later verchristenlijkt in de avond (evening-even- e’en=een) waarop men
heiligen (hallows) vereerde, en in één moeite door ook maar alle andere doden.

Hoewel ieder land heeft zo’n beetje wel z’n eigen tradities op die dag (All Saint’s Day, Allerzielen, Dia de Muertos en ga zo maar even door), nemen Amerikaanse tradities langzaam maar zeker de overhand. Dit geheel en al in het kielzog (de slipstream?) van Kerst en bijv. Valentijnsdag.

Verzet tegen die veramerikanisering is groot. Volgens een YouGov poll uit 2013 ziet bijv. 45% van de Britse bevolking Halloween als een unwelcome American cultural import. De Amerikanen zélf beginnen langzaam maar zeker ook wat vraagtekens te zetten bij al die kwetsbare kindertjes die ’s avonds bij voordeuren aanbellen waarachter mogelijkerwijs al dan niet reeds veroordeelde pedoseksuelen verborgen zitten. (Een beetje de omgekeerde wereld, als je het mij vraagt…ik dacht dat het juist de bedoeling was dat de aanbellers de bewoners de stuipen op het lijf moesten jagen?).

En wat doen Amerikanen als ze ergens tegen beschermd willen worden? Ze maken er
wetten tegen. Halloween Laws in de staten Missouri, Illinois, Maryland en Louisiana vereisen veroordeelde zedendelinquenten om in hun huis te blijven op Halloween-nacht en verbieden hen om de deur te openen voor de trick or treaters. In sommige staten zijn
zedendelinquenten ook verplicht om “No Candy at this Residence” op hun deur aan te brengen.

Aan de andere kant beschermt speciale Halloweenwetgeving óók de mensen waarbij aangebeld wordt;  in Californië is het gebruik van serpentine uit een spuitbus (Silly String) verboden tijdens Halloween, in Illinois mogen kinderen ouder dan 12 geen maskers meer dragen, in Virginia mogen kinderen ouder dan 12 helemaal niet meer langs de deuren, in Alabama is het niet toegestaan zich te verkleden as “minister of any religion, or nun, priest, rabbi or other members of the clergy” en ga zo nog maar even door.

Jammer genoeg wordt er nergens opgetreden tegen wóórden die zich verkleden. We zien ze steeds vaker, en niet alleen tijdens Halloween: werkwoorden die zich verkleden als
zelfstandige naamwoorden, zgn. ‘nominalisaties’. Hier zes willekeurige voorbeelden van Halloween-zinnen uit werk van cursisten van alleen de afgelopen week: 1)The Supreme Court makes a distinction between… maak daarvan: The Supreme Court distinguishes
between…
2) I definitely had the feeling that… maak daarvan: I definitely felt that… 3) …my participation in an exchange program… maak daarvan: I participated in an
exchange programme
, 4) I currently have a focus on M&A, maak daarvan: I currently
focus
on M&A
, 5) Reference is made to our meeting of… maak daarvan: I refer to our meeting of… 6) As completion of this introduction letter.., maak daarvan: To complete this
introduction letter…

Uw teksten worden een stuk compacter, korter, actiever, minder vormelijk, eenvoudiger, kortom: leesbaarder als u die niet verhalloweend met al die nominalisaties. Overigens is dit niet alleen een Engelstalig verschijnsel. Let er maar eens op als u Nederlands leest of
schrijft. (Het schrijven van deze blog is leuk – Het is leuk om deze blog te schrijven).

Om ten slotte menigeen gerust te stellen: het valt nogal mee met het seksueel misbruik van kinderen tijdens Halloween. Uitgebreide studies hebben aangetoond dat kinderen niet meer of minder gevaar lopen op 31 oktober (lees: How Safe are Trick-or-Treaters, An Analysis of Child Sex Crime Rates on Halloween). De politie zou zich op die avond misschien meer moeten concentreren op andere zaken. Op Halloweenavond sterven 4 x zoveel kinderen door aanrijdingen door een auto dan op andere avonden (lees: Childhood Pedestrian Deaths During Halloween).