Monthly Archives: February 2020

Consistency (8)

Het is een beetje feest vandaag. Vandaag de 200e aflevering van de Branch Out Legal English Blog! Of is het de tweehonderdste?

Advocaten (en meer in bijzonder: de opstellers van contracten en overeenkomsten) hebben daar een trucje voor. Zij zouden schrijven “Het is een beetje feest vandaag. Vandaag de tweehonderdste (200e) aflevering van de Branch Out Legal English Blog!” Lekker handig, dan ben je er in één (1) keer vanaf, zou je zeggen. Alleen, die oplossing wordt lastiger als er een foutje is gemaakt in een juridisch bindend document zoals, inderdaad, een contract. Wat doen rechtbanken met een zin als: “Het is een beetje feest vandaag. Vandaag de tweehonderdste (150e) aflevering van de Branch Out Legal English Blog!”?

Die fouten komen veel vaker voor dan u denkt. In Charles R. Tips Family Trust v. PB Commercial  bijv. moest Patriot Bank in een kort geding (summary judgement) US$ 693.000 ophoesten omdat in een leningsovereenkomst geschreven stond: “one million seven thousand and no/100 ($1,700,000.00) dollars”. De Charles R. Tips familie had inderdaad 1,7 miljoen dollar ontvangen en dat was niet écht de bedoeling. De rechtbank zei echter dat dat allemaal wel zo mocht zijn, maar dat een summary judgement (een kort geding, zeg maar even) niet de juiste gelegenheid was om daarover recht te spreken. Pech voor de Patriot Bank, dus… Dat wil zeggen, tot in een hoger beroep toen de rechtbank oordeelde dat het wel degelijk $1.007.000,- moest zijn.

Het gerechtshof van Delaware in Fetch InteractiveTelevision LLC v. Touchstream Technologies Inc. kwam vorig jaar recht te spreken over een zinnetje in een contract:[FetchIT] shall cure such default within fifteen (30) days or immediately if deemed to be incurable.”. Ook hier oordeelde de rechtbank dat de fifteen belangrijker was dan de (30). Fetch IT moest van de rechter sneller aan de bak dan Fetch IT hoopte… Rechtbanken hebben namelijk de macht om fouten te herstellen in de bewóórding van een contract (en in sommige gevallen) wat de bedoeling is van beide partijen. Dit wordt een stuk lastiger met cijfers…

Deze twee voorbeelden zijn moeiteloos uit te breiden met een hele waslijst aan soortgelijke zaken; verschrijvingen van woorden en niet-corresponderende getallen. En bijna altijd winnen de woorden. De Uniform Commercial Code (UCC) van het Amerikaanse Uniform Law Commision stelt in § 3-114 namelijk: If an instrument contains contradictory terms, typewritten terms prevail over printed terms, handwritten terms prevail over both, and words prevail over numbers.

Maar de vraag blijft natuurlijk waarom je zowel cijfers als letters zou moeten gebruiken?. Het is namelijk helemaal niet ‘verplicht’ en het werkt tegenstrijdigheid alleen maar in de hand. En al helemaal als er meerdere mensen aan hetzelfde contract werken, is de kans op een verschrijving (of een verandering in het de tekst maar niet in het getal) in al die verschillende versies van een contract alleen maar groter. Er gaan dus steeds meer stemmen op om alléén cijfers te gebruiken.

Zowel cijfers áls woorden zondigt tegen contract drafting Regel Numero Uno: Thou shalt not state the same thing twice in a contract! Iedere keer als je hetzelfde uitdrukt in andere bewoordingen, introduceer je een potentiële bron van inconsistenties. En iedereen weet: inconsistenties zijn een open uitnodiging tot rechtszaken…

Misschien is er één reden om tóch vast te houden aan beide schrijfwijzes (dwz. cijfers én letters). En dat is wanneer het draait om echt hele grote getallen. In de Verenigde Staten is een billion namelijk duizend miljoen, maar in veel Europese landen is een “biljoen” een miljoen miljoen, ofwel een “miljard”, te vertalen met het Amerikaanse trillion. Maar er gaat vast nog een hele tijd voorbij voordat we bij onze biljoenste (1.000.000.000.000e) Branch Out Legal English Blog zijn aangeland.

PS:
Wilt u tegen beter weten in tóch blijven vasthouden aan het lettermatig verwoorden van getallen, kijk dan even hier voor tips and tricks in een van onze allereerste blogs.

Plain English (23)

Ook in Nederland wordt de roep om “begrijpelijke” taal in de juridische wereld steeds
luider. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden van de afgelopen tijd.

Om mee te beginnen liet de Hoge Raad ons weten dat ze nu anderhalf jaar aan de slag waren met het  project ‘Helder Recht’. Dit project is gericht op heldere, begrijpelijke en goed leesbare uitspraken, zodat de overwegingen en de beslissingen helder en trefzeker worden voor “het publiek”. Drijvende kracht achter dit alles is de (nog even) President van de Hoge Raad, Maarten Feteris. Feteris riep in zijn installatierede al op om: “ons in te
spannen om de taal waarin wij onze beslissingen overbrengen helder te houden, en het daarmee niet nog ingewikkelder, niet nodeloos ingewikkeld te maken. Het kan soms wel wat minder plechtstatig, dat maakt de boodschap alleen maar krachtiger”.

Het project heeft zijn eerste vruchten afgeworpen door nieuwe tekst van de afdoening van zaken door toepassing van artikel 80a van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO) en artikel 81 Wet RO waarin archaïsche woorden als ‘nopen’, ‘behoeven’ en ‘klaarblijkelijk’ uit zijn verdwenen. (lees hier meer).

Dit ontlokte een reactie van de stafjurist van de rechtbank Gelderland, Kees Lewin. Hij schreef een artikel in het Nederlands Juristenblad (NJB): ‘Leesbare civiele vonnissen’, en werd naar aanleiding hiervan geïnterviewd door het tijdschrift Mr.  In zijn artikel betoogt hij dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden civiele vonnissen toegankelijk te maken voor een breed publiek.

In grote lijnen vertonen deze discussies opmerkelijke overeenkomsten met discussies die al tientallen jaren spelen in de Anglo-Amerikaanse juridische wereld. Iedere keer als er nieuwe regels van kracht worden om juridische teksten “begrijpelijker” te maken, klimmen er tientallen juristen in de pen/laptop/twitter om te beweren dat het juridische discourse zich helemaal niet leent voor begrijpelijkheid (tenminste… voor begrijpelijkheid voor
juridisch niet-onderlegden). Lees alleen maar het uitstekende verslag door Joseph Kimble over het ‘hertalen’ van de Federal Rules of Civil Procedure (FRCP), in begrijpelijk Engels (Plain English) in zijn boek Seeing Through Legalese  waarin hij één voor één alle
tegenwerpingen van ‘traditionele’juristen fileert, geïllustreerd met tal van voorbeelden.

Er is echter één groot verschil tussen Anglo-Amerikaanse traditonialists en Kees Lewin; ook Lewin namelijk ziet de voordelen het vermijden van de niettegenstaandes, de
desalniettemins, de mitsdiens, de veronderstellenderwijzen en de vexatoirs. En hij ziet ook dat een veel grotere begripswinst te halen valt door aanpassingen in bijv. zinslengte, tekststructuur, indeling, opmaak, opbouw, kopjes, in- of uitleidingen, samenvattingen, enz. Daarnaast maakt Lewin een verschil tussen “jargon” en “technische vaktaal”, waarbij hij de niettegenstaandes etc. categoriseert onder “jargon” (en dus liever te vermijden). “Vaktermen” is wat in het Legal English de zgn. Terms of Art zijn. Héél origineel is dit niet van Lewin (lees bijv. hetzelfde onderscheid dat George Orwell al maakte), maar het is in ieder geval een aanzet tot bewustwording.

Dé grote vraag (enigszins onterecht, want er zijn nog zoveel meer manieren om teksten
begrijpelijker te maken, zie boven) waar het altijd weer om lijkt te draaien, is of die zgn. “vaktermen”/Terms of Art in “begrijpelijke taal” omgezet kunnen worden. En dat natuurlijk “omdat die vaktermen onlosmakelijk zijn verbonden met de leerstukken van het geldende recht”, en “omdat iemand die gericht in jurisprudentie zoekt op die manier niets meer kan vinden en ook omdat een vonnis pas écht onleesbaar wordt als je alle vaktermen gaat vertalen” (citaten Lewin).

Nu valt juist dát nog te bezien; in zijn boek Elements of Legal Style schat Bryan A. Garner dat er maar zo’n 40-50 woorden als échte Term of Art kunnen worden bezien. En Kenneth Adams schrijft in zijn, hier vaak geciteerde A Manual of Style for Contract Drafting: Eliminating archaisms, magic words and terms of art goes a long way turning traditional contract prose into a specialized version of standard English – the English used by educated native English speakers. That’s what you should aim for.

En dat is precies waar het KNB in haar nieuwe taalrubriek Wablief?!  in het februari-nummer van het Notariaat Magazine uit is. In deze zeer te prijzen taalrubriek staat deze (eerste) keer een (passage uit een hypotheek)akte centraal. Hoe ziet die er nu uit, hoe ziet die tekst eruit nadat die door een notaris door de “begrijpelijke taal”-molen is gehaald, en hoe ziet die eruit als een communicatiespecialist daar weer naar heeft gekeken? Hulde!! Lees die rubriek!!! (meld u hier aan om de KNB-nieuwsbrief en de rubriek Wablief?! te
kunnen lezen
).

Clarity (32)

Afgelopen week was het dan zo ver: het Verenigd Koninkrijk uit de EU. De strijdbijl tussen de zgn. Brexiteers en de zgn. Remainers kan worden begraven. Die begrafenis
resulteerde echter in weer een nieuwe oorlog: die tussen voor- en tegenstanders van de zgn. Oxford comma. Hoe mooi zijn dus de ontwikkelingen van de laatste paar dagen? Oxford comma meets Brexit!

Wat wil het geval? Om Brexit te vieren (of in ieder geval: stil te staan bij deze monumentale gebeurtenis) sloeg de Royal Mint een nieuwe 50-pence herdenkingsmunt. Op die munt staat de slogan “Peace, prosperity and friendship with all nations”. Dit naar analogie van Thomas Jefferson’s eerste inaugurele rede als president van de VS in 1801, toen hij de
essentiële principes van zijn regering uiteenzette – inclusief (en let op het kommagebruik achter commerce): “peace, commerce, and honest friendship with all nations, entangling
alliances with none
”.

Onmiddellijk slingerde de Britse (fantasy)schrijver Philip Pullman zijn Twitter-account aan: “The ‘Brexit’ 50p coin is missing an Oxford comma, and should be boycotted by all literate people”. De editor van de Times Literary Supplement, Stig Abell, volgde met: “while it is not perhaps the only objection to the Brexit-celebrating coin, the lack of a comma after
‘prosperity’ is killing me
”. Lord Adonis, een Labour-opperhoofd, tweette: “I am never using or accepting this coin”. Alistair Campbell oud-spindokter van Tony Blair beef niet achter en verklaarde dat hij winkels zou vragen naar alternatieven voor de munt als hij er in de toekomst een krijgt. Kranten as The Daily Mail  en The Daily Express namen hun stand-punten in (met veel meer lezersreacties dan gebruikelijk…), hoogleraren als David Crystal moesten in tv-shows voor de zoveelste keer weer eens komen uitleggen wat zo’n Oxford comma ook al weer was, enz. enz. enz.

Dat hebben wij op deze plaats ook al eens gedaan (lees hier), maar kort door de bocht
gebruik je een Oxford comma in een opsomming van meer dan twee dingen en zorgt die voor in- (of in het 50 pence-geval:) exclusiviteit. In Peace, prosperity and friendship with all nations zoals op de nieuwe munt, wens je peace en prosperity voor jezelf en friendship with all nations met anderen.

“Big deal, allemaal”, zult u zeggen, maar er zijn juridische gevallen waar juist het ontbreken of het verschijnen van die Oxord comma, tientallen miljoenen euro’s hebben gekost (lees hier). Tot 1960 waren er Britse rechters die over een wetsartikel meenden that it is very doubtful that whether punctuation can be used at all in finding the meaning of a section. (Commissioners of Inland Revenue v Hinchy). Een échte omslag in het juridische denken over interpunctie kwam echter pas in 1981 toen opperrecher Lord Lowry in Hanlon v The Law Society de uitspraak deed: To ignore punctuation disregards the reality that literate people, such as parliamentary draftsmen, do punctuate what they write.

Al met al is het dus niet zo heel erg gek dat een heel land in rep en roer is over een komma. Gelukkig zijn er ook nog Britten zoals de schrijver Joel Golby die in The Guardian van afgelopen dinsdag  verzuchtte: ...grey week in January where we’re all waiting for an
endless payday and getting furiously mad about a 50p. It is simply stunning that any country ever respected us.

Golby schrijft “respected”, maar dat zou u, wat mij betreft, ook kunnen vervangen door
understood”. Want het blijft een raadsel dat over het algemeen juist de Remainers
wanhopig aan de Oxford comma blijven vasthouden en de Brexiteers het maar allemaal onzin vinden … Ach, arm Engeland.