Monthly Archives: March 2021

What’s in a language? (49)

Daar dacht u misschien dat u uw Legal English prima op orde had. De Engelse grammatica is onder knie. Uw Engelse zinsbouw is nagenoeg perfect. Uw woordkeuze is prima. U slaat de juiste toon aan bij de daarbij passende lezers. U kent de verschillende kenmerken van Civil Law en Common Law, dus weet u dat woorden er in het Legal English er meer toe doen dan in het Juridisch Nederlands. Uw interpunctie is in orde. U schrijft uw Letters of Recommendation informatief, kort, bondig en to the point. Uw Engelstalige contracten zijn éénduidig, nooit is daar maar één rechtszaak over aangespannen. En u heeft de laatste 257 Branch Out Legal English Blogs gelezen. Kortom, één dik, vet Facebookduimpje!

Maar dan beginnen ze over het lettertype!! Tenminste… “ze”? Het Hof van Beroep in het District of Columbia (zeg maar het centrum van de macht: Washington) ook wel de 9th Circuit genoemd, deed op 16 maart 2021 een belangrijke aankondiging aan procederende partijen: gebruik geen Garamond… (het lettertype, ja) maar liever Century of Times New Roman. Het is strikt genomen geen regel maar meer een “advies”, een advies dat u maar beter op kan volgen. Volgens deze aankondiging wordt het gebruik van het lettertype Garamond in juridische documenten “sterk ontmoedigd”, zeg maar: verboden.

Het probleem schijnt allereerst de leesbaarheid van het kleinere Garamond te zijn. Hoewel de federale regel van beroepsprocedure 32 (a) (5) al vereist dat alle lettertypes .14 moeten zijn. Anderen wijzen op de onleesbaarheid van cursivering in Garamond. Ook schijnt het paragraafsymbool (§) in Garamond moeilijk leesbaar te zijn en dat symbool wordt toevallig erg vaak gebruikt juridische stukken. Zo wordt Title 16 of the United States Code Section 580p in het kort: 16 U.S.C. § 580p.

Overigens is het hier misschien handig te vermelden dat het “§” in het Engels een section sign heet, en met paragraph (= het Nederlandse “alinea”) het ¶-teken wordt aangegeven en dan weer juist paragraph sign heet. Met andere woorden als Nederlanders zeggen “Artikel 12 van…” is dat in het Engels: Section 12.

Maar goed, paragraph, section, alinea of wat dan ook… Garamond is wél een stuk zuiniger in het gebruik. In 2014 stelde een student uit Pennsylvania het lettertype voor als een kostenbesparend, printerefficiënt lettertype waarmee de overheid ongeveer U$ 400 miljoen per jaar aan afdrukkosten zou kunnen besparen (lees hier).

Natuurlijk zijn lettertypes vaak het onderwerp van onderzoek is geweest. Zo leert een Princeton-studie uit 2010  dat lezers juist aanmerkelijk meer informatie onthielden als die informatie in een “lelijk”, of “ongebruikelijk” lettertype werd gepresenteerd, zoals bijv. Monotype Corsiva or Haettenschweiler (dit fenomeen wordt in de psychologie disfluency genoemd).

Ook zijn er genoeg onderzoeken (deze bijvoorbeeld) die uitwijzen dat lezers een tekst
serieuzer nemen als het in een “serieus” lettertype (zoals in het bijzonder: Baskerville) staat en een heel stuk minder als een minder serieus lettertype (zoals bijv. Comic Sans) wordt gebruikt.

En dan heb ik het nog niet eens over verder onderzoek naar lettertypes (schreef of
schreefloos, typeface, paginagrootte, inktkleur, de x-hoogte, basislijn, interlinie, marges. de hoeveelheid witruimte en lettergrootte. Ga hier naar een kort overzicht. Daar zie je
overigens ook een groot verschil tussen de VS en Europa; lettergrootte .14 is min of meer standaard in de VS, terwijl .12 in Europa al als zó groot wordt gezien dat die alleen voor kopjes in een tekst wordt aanbevolen…

In ieder geval heeft het Hof van Beroep in DC geen zin meer in die Garamond. Een échte
reden wordt niet gegeven, maar de complottheoretici hebben al een behoorlijk aantal
redenen gevonden: niet alleen de lettergrootte staat namelijk vast in juridische stukken (namelijk .14), ook het aantal pagina’s is aan restricties onderworpen, namelijk, afhankelijk van welk document: tussen de 15 en 35 pagina’s. ). En hoe minder er in zo’n juridisch
document staat, hoe makkelijker het wordt om een hoger beroep te verwerpen. Met Garamond kan je heel wat meer vertellen op 25 pagina’s dan met Times New Roman. (Ter vergelijking: een tekst die in Times New Roman 25 pagina’s in beslag neemt, kost in Garamond 21 pagina’s). Of anders, zo twittert Sean Marotta, partner van Hogan Lovells, de lettertypepositie van het DC Circuit is een subtiele manier om het personeel van de Civil Appellate van het Amerikaanse ministerie van Justitie (vaak de tegenstander in dit soort
zaken) voor gek te zetten, als een institutie die semi-famously uses Garamond in its briefs.

En als u nu mocht denken dat het een uniek verschijnsel is dat rechtbanken zich met lettertypes en –groottes bemoeien, dan heeft u het mis. Het Supreme Court vraagt advocaten hun stukken in Century aan te leveren; het Hof van Beroep voor het 7th Circuit (in de staten Illinois, Indiana en Wisconsin) heeft een hartgrondige hekel aan Times New Roman (a font useful only for “a quick read”. Lawyers don’t want their audience to read fast and throw the document away; they want to maximize retention). Lees hier. En dit terwijl het State Department (het Amerikaanse Ministerie BZ) juist besloot om alleen maar in Times New Roman te publiceren…

Dus ja, alleen maar perfect Legal English beheersen is lang niet genoeg. Er komt nog veel meer bij kijken! Diepe zucht…

Clarity (36)

Keer op keer wijzen we in deze blog op een (op het eerste oog verfrissend) kenmerk van het Common Law-systeem dat alles ligt besloten in de bewoordingen van een contract.  Rechters kunnen in een zaak alléén afgaan op de tekst zélf, en dus niet op de bedoelingen van wat er in zo’n contract overeengekomen is. Lees bijv. nog eens hier of hier .

Dat scheelt een hoop gedoe, zou je zo kunnen zeggen. Maar dan heb je niet gerekend met het feit dat veel van die teksten op verschillende manieren door verschillende partijen geïnterpreteerd kunnen worden. Eén van de redenen voor die verschillende interpretatie is het verschijnsel “syntactische ambiguïteit” (ook wel amfibolie). Syntactische ambiguïteit ontstaat wanneer een bepaalde reeks woorden kan worden opgevat als twee verschillende grammaticale structuren, elk geassocieerd met een andere betekenis.

Een zaak in Illinois (Regency Commercial Assocs., LLC v. Lopax, Inc., 2007 Ill.) is een goed voorbeeld van hoe zo’n syntactische ambiguïteit een mooie puinhoop kan maken van een contractuele relatie. Regency verkocht land aan Lopax om daar een Kentucky Fried Chicken-restaurant neer te zetten. Vervolgens wilde Regency een ander perceel grond in de buurt verhuren aan Pictor, een bedrijf dat van plan was een restaurant “Buffalo Wild Wings” te openen. (Buffalo Wings, overigens, zijn gebakken kippenvleugels met een hete saus. Klik hier als je dat superlekker lijkt…)

Lopax vreesde dat te veel KFC-klanten ook wel eens die Buffalo Wild Wings-lekkernij wilden proberen en diende een klacht in op basis van het contract waarmee zij de grond kochten. De rechtbank oordeelde dat de beperking betrekking had op fastfoodrestaurants die
voornamelijk kip serveren en oordeelde ook dat verder onderzoek nodig was om te bepalen of Buffalo Wild Wings een fastfoodrestaurant was of niet. Na een hoorzitting oordeelde de rechtbank dat Buffalo Wild Wings géén fastfoodrestaurant was en dus niet onder het beperkende convenant viel. Lopax ging in beroep, maar het hof bevestigde de eerdere uitspraak.

Het contract zegt: Seller will not after the date of this agreement sell, lease or permit to be occupied any real estate which Seller owns, manages or otherwise controls within one mile of the Land for the purpose of constructing, or having conducted thereon, any fast food [(quick service restaurant)] restaurant or restaurant facility whose principal food product is chicken on the bone, boneless chicken or chicken sandwiches.

En hier komt die syntactische ambiguïteit om de hoek kijken: de bepaling is dubbelzinnig, in die zin dat het niet duidelijk is of fast food alleen restaurant wijzigt of anders zowel restaurant áls restaurant facility. Syntactische ambiguïteit komt vaak voort uit de volgorde waarin woorden verschijnen en hoe ze zich tot elkaar verhouden.

Vanwege deze dubbelzinnigheid hadden Regency en Lopax een verschillende interpretatie van deze bepaling. Regency voerde aan dat de bedoeling van het contract was om andere fastfoodactiviteiten in de buurt die voornamelijk kip serveren, te verbieden, en dat, omdat het Buffalo Wild Wings-restaurant geen fastfoodrestaurant was, het niet in strijd was met die beperkende bepaling. Lopax daarentegen voerde aan dat alleen al het feit dat het
belangrijkste voedingsproduct van het Buffalo Wild Wings-restaurant kip was, genoeg was om die beperkende bepaling in het contract te schenden.

Het ironische is dat beide partijen genoeg mogelijkheden hadden om hun contract vóór ondertekening te modificeren. Om met Lopax te beginnen: Lopax zou vóór restaurant
facility
makkelijk het woordje any hebben kunnen toevoegen. En het standpunt van Lopax dat de bepaling in feite luidt any fast-food restaurant and any restaurant of any sort roept de vraag op waarom men überhaupt de moeite zou nemen om naar fastfoodrestaurants te verwijzen, aangezien die gewoon zouden vallen onder de meer algemene verwijzing naar restaurants. Aan de andere kant: om de interpretatie van Regency te laten werken, kunnen restaurant en restaurant facility geen synoniemen zijn. Regency voerde aan dat restaurant een op zichzelf staande faciliteit betekent, terwijl restaurant facility iets betekent dat je aantreft in een food court met meerdere verkooppunten, ingebed in een winkel, of anders niet een op zichzelf staande faciliteit. Het Hof van Illinois aanvaardde dat onderscheid.

Vermoedelijk hadden beide partijen er daarna genoeg van, maar je zou ook nog eens
kunnen argumenteren dat de laatste bepaling (ofwel: whose principal food product is chicken on the bone, boneless chicken or chicken sandwiches) eventueel mogelijkheden biedt tot nóg eens minstens vier verschillende interpretaties…

Syntactische ambiguïteit is een beetje als die tekeningen waarin je het gezicht van een zowel een jonge áls een oude vrouw kan zien, maar nooit tegelijk  (ook wel “kantelfiguur” genoemd). Het is dan vaak een kwestie van maar een paar dunne lijntjes extra toevoegen, en het is kristalhelder.

What’s in a word? (41)

Nog even terug naar de op 1 januari 2019 geopende Netherlands Commercial Court (NCC). De NCC behandelt zaken standaard in het Engels en doet in het Engels uitspraak. De
mogelijkheid om bij de NCC in het Engels te procederen betekent dat bewerkelijke
vertalingen niet meer nodig zijn. Naast het kostenvoordeel leidt dit ook tot meer
efficiëntie, duidelijkheid en transparantie. Hier al eens eerder over geschreven.

En zoals het NCC zijn er tientallen andere landen-overkoepelende instanties die het Engels gebruiken om internationale disputen op te lossen. Zoals bijvoorbeeld het Internationaal Centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen (International Centre for Settlement of Investment Disputes of ICSID), een zelfstandig onderdeel van de Wereldbank. Het ICSID werd opgericht om geschillen te beslechten met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten (veelal bedrijven).

Ook bij het ICSID wordt bijna altijd Engels als de voertaal gebruikt. Mooi. Prachtig. En lekker handig bovendien. Zou je zeggen. Alleen brengt een gemeenschappelijke taal (Engels of welke taal dan ook) tegelijkertijd ook het falen daarvan aan het licht.

Neem nu het geschil tussen Spanje en een aantal Engelse, Nederlandse en Luxemburgse investeerders. De eisers in deze zaak dienden een aantal claims tegen Spanje in als reactie op (Spaanse) wijzigingen in subsidieregelingen voor opwekkers van duurzame energie. Als gevolg hiervan verminderde de waarde van verschillende investeringen. De eisers beschuldigden Spanje van schending van een eerlijke en billijke behandeling met
betrekking tot die investeringen. Deze zaak staat bekend als Eiser Infrastructure Ltd v Kingdom of Spain. De bottom line is dat Spanje al in 2018 werd “veroordeeld” (als je dat mag zeggen in een geschillenbeslechting) tot het betalen van een schadevergoeding van € 128 miljoen.

Spanje betaalde niet. De behandeling van het geschil verhuisde prompt naar het Australian Centre for International Commercial Arbitration in Melbourne, Australië, waarmee ICSID een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten. (“Waarom helemaal daar?” kan je je
afvragen… simpel antwoord: Australië is gekozen omdat rechters aldaar meer dan
gemiddeld “welwillend” staan tegenover forse rente-vergoedingen voor niet-betaalde boetes).

Ook voor dit Australische Hof verloor Spanje en de zaak ligt nu voor het Australische High Court. Aan dit High Court nu de beslissing of er al dan niet een andere betekenis bestaat binnen de Spaanse, Franse en Engelse versies van de ICSID-voorschriften. Bij het noemen van de Spaanse en Franse terminologie wordt gesteld dat, afhankelijk van de context,
“ejecución” en “l’exécution” moeten worden begrepen als “handhaving” of “executie”. De belangrijkste vraag is of die woorden hetzelfde betekenen in drie talen (Engels, Frans, Spaans). Ofwel: wanneer betekent een “executie” van een door de rechtbank gelaste boete, de “tenuitvoerlegging” van dat bevel? De Australiërs stellen dat er op basis van de Spaanse en Franse versie van het Investeringsverdrag geen onderscheid is tussen aan de ene kant de erkenning en handhaving (recognition and enforcement) en aan de andere kant de tenuitvoerlegging (execution) van een vonnis.

Maar eigenlijk maakt het niet zo veel uit om welke woorden het nu precies gaat; de Amerikaans en de Britse juridische definities van het woord money bijvoorbeeld,
verschillen immers ook van elkaar (lees hierover verder). Het is namelijk heel goed
mogelijk dat de Spaanse wetgeving een juridisch verschil maakt tussen enforcement en
execution, maar ook dat dat verschil niet bestaat in de Luxemburgse en Nederlandse wetgeving. Ieder land z’n eigen juridische geschiedenis met z’n eigen juridische lading aan z’n eigen juridische begrippen. (Hier al eerder over geschreven).  Iets wat het, op z’n zachtst gezegd, “lastig” maakt om in een gemeenschappelijke taal (Engels in dit geval) onder
woorden te brengen.

Nu ligt de zaak dus voor het Australische High Court. De verwachting is dat het High Court de uitspraak van het Hof zal volgen en dat de Spanjaarden alsnog met het geld over de brug moeten komen, mét een forse rente, dat dan weer wel… Het Hof benadrukte namelijk ook nog eens dat de context van de gebruikte terminologie soms van groter belang kan zijn dan de formulering van die terminologie.

En dat is precies waar al die internationale geschillencommissies voor zijn opgericht.

(met dank aan Julien Luscuere en Alex Allwell van Maes Law)