Monthly Archives: June 2014

Correctness (6)

Goed of fout? (vervolg)

In Correctness (5) hadden wij het over Engelse werkwoordstijden en de verschillende betekenissen die die werkwoordstijden hebben. Wij plaatsten vijf situaties en vroegen de lezers van deze blog deze situaties te duiden. We kregen zó veel reacties dat we hier, in Correctness (6), daar nog eens op terugkomen. Allereerst nog eens de situaties en de
vragen (het antwoord op situatie 1 werd al gegeven):

Situatie 2:
A. Company X is a problem
B. Company Z is being a problem
Vraag: Met welk bedrijf doet u liever geen zaken?

Situatie 3:
A. I worked for Houthoff Buruma for 5 years.
B. I have worked for Houthoff Buruma for 5 years
Vraag:
Wie werkt er niet meer voor Houthoff Buruma?

Situatie 4:
A. Their lawyer didn’t send the report
B. Their lawyer hasn’t sent the report
Vraag: Welke advocaat heeft botweg geweigerd het rapport te sturen?

Situatie 5:
A. Company E decided to break our contract
B. Company F has decided to break our contract
Vraag: Met welk bedrijf heeft (hoogstwaarschijnlijk) een betere relatie?

Antwoord Situatie 2:
Het verschil tussen de present en de present continuous: de –ing vorm geeft een HUIDIGE situatie aan. En ik denk dat je doet liever zaken doet met een bedrijf dat op dit moment (wellicht voor maar heel eventjes…?) een probleem vormt (ofwel: Company B) dan met een bedrijf dat standaard een probleem vormt (ofwel, Company A). Dit is eigenlijk dezelfde situatie als situatie 1; als je zegt: I am working for Boekel de Nerée hóeft dat niet te
betekenen dat u daar gisteren ook werkte, of morgen nog steeds werkt; u werkt er nú, punt uit. Antwoord situatie 2 = A.
Antwoord Situatie 3:
Het verschil tussen de past simple en de present perfect simple, ook wel genoemd: finished past en unfinished past UNfinished past (PPS, have worked) omdat die de huidige situatie verbindt met het verleden. In A (worked) is het werken bij Houthoff Buruma volkomen afgesloten, in B (have worked) duurt die situatie nog voort. Antwoord situatie 3 = A.
Antwoord Situatie 4:
Opnieuw: het verschil tussen de past simple en de present perfect simple. Misschien is “geweigerd” een beetje sterk uitgedrukt, maar advocaat A heeft het gewoon NIET gedaan (finished past), terwijl advocaat B het TOT OP HEDEN (unfinished past) niet heeft gedaan, maar het kan best zijn dat-ie het zometeen verstuurt… even vergeten… of nog bezig om te schrijven, of wat dan ook. Dit voorbeeld is overigens iets lastiger omdat de schrijver het hulpwerkwoord to do heeft gebruikt, een hulpwerkwoord dat het Nederlands niet kent. Antwoord situatie 4 = A.
Antwoord Situatie 5:
Hetzelfde als in situaties 3 en 4: bedrijf E heeft in het verleden (finished past) ooit eens besloten een contract te verbreken (en misschien is er nu wel een nieuw contract?), maar bedrijf  F heeft TOT OP HEDEN in ieder geval dat contract verbroken. Je zou deze vraag ook kunnen stellen als a) he broke his leg en b) he has broken his leg, waarbij de vraag past: Whose leg still hurts? Antwoord: die van B, want opnieuw: unfinished past, en waarschijnlijk loopt de beste man nog steeds met gips rond… Antwoord situatie 5 = A (want opnieuw: UNfinished past).

De meeste inzenders hadden situatie 2 goed, maar situaties 3, 4 en 5 zijn iets lastiger voor Nederlanders, simpelweg omdat het concept van finished past en unfinished past niet bestaat in het Nederlands. Natuurlijk kan je op al deze situaties het een en ander
afdingen… Meestal kan je uit de context wel opmaken wat er bedoeld wordt (maar die
context is vaak wat verder te zoeken op papier dan in een oog-in-oog gesprek), en meestal zal je “in het algemeen” ook wel tijdsbepalingen geschreven zien. Ook zou je in Situatie 3 kunnen zeggen/schrijven: I have been working for Houthoff Buruma for 5 years. Het betekent hetzelfde, maar legt het accent op ‘hoe lang‘ de bewuste persoon daar al werkt. Maar daar ging het in blogposts Correctness 5 en 6 niet om… Het gaat om de (misschien) onbewuste en onmiddellijke uitleg die native speakers Engels aan het gebruik van de
verschillende werkwoordstijden geven!!

Apropos afdingen… we kregen twee corrigerende opmerkingen over het door ons
gebruikte Nederlands:

Correctie 1:
In mijn aankondiging schreef ik: “…en niet in het minst omdat verschillende Engelse tenses vaak een veel grotere betekenislading hebben”. Dit zou moeten zijn: “…en niet het minst omdat…”. Waarom? Lees hier.

Correctie 2:
In mijn blog schreef ik “…de meeste Nederlandssprekenden passen dat schijnbaar
moeiteloos toe”. Dit moet zijn: “…de meeste Nederlandssprekenden passen dat blijkbaar moeiteloos toe”. Waarom? Lees hier.

En zo zie je maar weer…

Correctness (5)

Goed of fout?

Veel juristen wensen “beter” Engels te spreken/schrijven. Het grote probleem is echter vaak wat “goed” is en wat “niet goed” is. Zaken als zinsbouw en interpunctie zijn vaak eenvoudig genoeg want “regels” en “te leren”. Ietsje ingewikkelder wordt het alweer op het gebied van vocabulaire: hoe Nederlandse begrippen te omschrijven in het Engels als die niet eens bestáán in een Britse/Amerikaanse  situatie (hypotheekrenteaftrek?), en andersom; wij hebben al een aantal juridische begrippen behandeld in deze blog onder What’s in a Word? Maar ook hier zijn (toegegeven… met wat meer moeite) de nodige mouwen aan te passen. En gezien het feit dat wij wéten (of in ieder geval: vermoeden) dat deze woorden en begrippen in een financieel/juridisch-technisch woordenboek passen, zijn wij daarnaast ook nog eens beducht op de kans dat dit in een niet-Engelstalige situatie anders zou kunnen zijn.

Veel minder beducht zijn niet-Engelstaligen echter op het gebruik van sommige werkwoordstijden in het Engels. Werkwoordsvervoegingen zijn te leren (I work, he workS etc..) en de meeste Nederlandssprekenden passen dat schijnbaar moeiteloos toe (in het Nederlands is het immers ook: ik werk, hij werkT). Maar werkwoordstijden… dát is een hele andere zaak. In het Engels zijn er “officieel” 10 werkwoordstijden (tenses), in het Nederlands 8. Hetgeen al betekent dat er 2 tenses zijn waar het Nederlands geen equivalent voor heeft. Maar daarbovenop komt nog dat het verschil in gebruik tussen die 8 werkwoordstijden in het Nederlands behoorlijk is: (kies het juiste woord al naar gelang uw standpunt in het “taalverloederingsdebat” ) verwaterd/verwaarloosd/veronachtzaamd/uit het oog verloren/verdwenen etc.  Die grote betekenisverschillen zijn er in het Engels echter wel degelijk! Zelfs zodanig dat wij hier durven te beweren dat er veel meer betekenis zit in de Engelse tenses dan in de Nederlandse werkwoordstijden! Een betekenis die Engelstaligen onmiddellijk aanvoelen, maar u als niet-Engelstalige wellicht niet.

Zo zullen Engelstaligen (Situatie 1) zonder pardon aannemen dat u binnenkort een andere baan heeft als u zegt: I am working for Boekel de Nerée terwijl u eigenlijk bedoelt dat u gewoon bij Boekel de Nerée werkt en dus had moeten zeggen I work for Boekel de Nerée. Oog-in-oog tijdens een gesprek worden deze misverstanden vaak direkt rechtgezet, maar op papier kan dat rare consequenties hebben.

Wij hebben voor u nog vier situaties op een rijtje gezet waarin een andere tense een andere betekenis geeft aan een zin; een betekenis die door Engelstaligen automatisch wordt opgepikt, maar die u er misschien niet aan wilt geven… Alle situaties zijn genomen uit door cursisten geschreven werk, maar zijn hier en daar wat aangepast om ons punt te maken. Om niet al te uitleggerig te worden, geven we deze situaties in een quiz-vorm. In volgende blogs zullen we nog wel eens terugkomen met een uitleg.  

Situatie 2:
A. Company X is a problem
B. Company Z is being a problem
Vraag: Met welk bedrijf doet u liever geen zaken?

Situatie 3:
A. I worked for Houthoff Buruma for 5 years.
B. I have worked for Houthoff Buruma for 5 years
Vraag:
Wie werkt er niet meer voor Houthoff Buruma?

Situatie 4:
A. Their lawyer didn’t send the report
B. Their lawyer hasn’t sent the report
Vraag: Welke advocaat heeft botweg geweigerd het rapport te sturen?

Situatie 5:
A. Company E decided to break our contract
B. Company F has decided to break our contract
Vraag: Met welk bedrijf heeft (hoogstwaarschijnlijk) een betere relatie?

Mail ons uw antwoorden (p.peek@branch-out.eu). En om nog even terug te komen op de vraag in de eerste zin van deze blog: alle zinnen in alle situaties zijn “goede”  Engelse zinnen. Ze betekenen alleen telkens iets anders. En iedere Engelstalige weet onbewust wát ze betekenen.  Nu maar hopen dat u dat ook weet…

 

What’s in a language (4)

Omnia dicta fortiora si dicta Latina (ofwel: alles klinkt indrukwekkender in het Latijn… )

George Orwell waarschuwde ons al in Nineteen Eighty-Four: de toekomst van de Engelse taal heet Newspeak… “de enige taal ter wereld waarvan de woordenschat ieder jaar een stukje kleiner wordt”. Een van de hoofdpersonen in het boek is erg enthousiast over de steeds dunnere nieuwe oplages van het woordenboek: “It’s a beautiful thing, the destruction of words”.

Zo hebben lokale autoriteiten in Engeland weer eens een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de eeuwige strijd tegen het gebruik van Latijnse woorden en zinnen in documenten waarin gecommuniceerd wordt met dat ongrijpbare monster dat “het Publiek” heet. Bournemouth Council (die de woorden Pulchritudo et Salubritas -“Schoonheid en Gezondheid”- in het gemeentewapen draagt, maar dit terzijde..) publiceerde een lijstje met maar liefst 19 termen die door gemeenteambtenaren voortaan niet meer gebruikt mogen worden. Op dit lijstje onder andere: bona fide, eg., prima facie, ad libitum, etc., i.e.,nota bene, per se, vice versa, ad hoc, status quo en alle overige usual suspects. Ook bijv. Salisbury Council en Fife Counsil hebben dergelijke lijstjes.

Heel onkarakteristiek minder  dwingend publiceerde de Legal Reform Committee van de Singapore Academy of Law onlangs een lijst Plain English for Latin Expressions” met aanbevelingen voor vervanging van Latijnse zegswijzes door Engelstalige uitdrukkingen  (een, erg goede, PDF-file hier te lezen).  

En ook in Nederland laaien deze discussietjes af en toe op; afgelopen maand nog meldde het satirisch online nieuwsmagazine De Speld onder de titel  “Rechtspraak ex nunc ontdaan van juridisch jargon – Klassieke scholing niet langer conditio sine qua non” (hier te lezen) in een artikel geschreven met nog een stapeltje (voorspelbare) usual suspects dat het game over zou zijn  met het  gebruik van Latijnse woorden. En op 6 mei jl. (in het radioprogramma BNR – juridische zaken) bespraken Pablo van Klinken van Legal.nl en Emma de Boer van Certa Legal  (hier te beluisteren op 12.40 minuten) de voors en tegens van het gebruik van Latijn (en juridisch Nederlands). Overigens heeft Pablo van Klinken op zijn legal.nl site een dappere poging gedaan om een Nederlands – Engels – Latijn woordenlijst aan te leggen: klik hier.

De argumenten voor aan de ene kant handhaving van het gebruik van Latijn en aan de andere kant voor het onmiddellijk afschaffen van deze gewoonte lopen pijnlijk parallel aan de discussies over Plain English en Begrijpelijk Nederlands (of langs die van het al dan niet gebruiken van Engelse woorden in artikelen of reclame-uitingen…). De voorstanders zeggen dat Latijn belangrijk (of zelfs: noodzakelijk) is voor de juridische nuance, de compactheid, de precisie, de schoonheid en het (rechts)historische begrip. De tegenstanders reppen over overbodige dik-, duur- en interessantdoenerij, verwerpelijke elitaire neigingen, ouderwetse sjiekerigheid, enzovoorts (of: al naar gelang in welk kamp je je bevindt: etcetera).

Wij willen hier graag alleen maar zeggen dat er eigenlijk maar één ding belangrijk is, namelijk om voortdurend voor ogen te houden voor wie je schrijft. Ofwel (in dit geval en héél grof gezegd): voor juridisch onderlegden of voor niet-juridisch onderlegden. Maar zelfs dáár kan ‘m de schoen wringen: het ene Latijn is namelijk lang niet altijd het andere Latijn. We hebben het hier al eerder gezegd: door het naast elkaar bestaan van civil law en common law-systemen, zijn er legio (sic!) voorbeelden van Latijnse woorden en zegswijzen die uw Nederlandssprekende juridische collega vast wel begrijpt (of anders wel iets met een klok en een klepel…), maar die uw Engelstalige juridische collega als een soort Swahili overkomen. Vergelijk maar eens de lijst uit Singapore (zie boven) en de lijst van Legal.nl (idem). Wees dus extra voorzichtig met het gebruik van Latijn als u in het Engels schrijft…

Ten slotte denk ik verder niet we bang moeten zijn voor een Newspeak in Orwelliaanse zin… Het probleem is veeleer dat er juist steeds meer woorden en verschillende talen bijkomen (of dat oude talen maar niet willen verdwijnen…). Quod erat demonstrandum.