Clarity (16)

In 2002 kwam de zaak Atkins v. Virginia voor het Amerikaanse Supreme Court. Aan de orde was deze keer het 8e amendement over (o.a.) het opleggen van de doodstraf aan geestelijk gehandicapten, dit zou cruel and unusual punishment zijn. Deze Wikipedia-blz. vertelt u daar alles over, maar een korte samenvatting geven de openingszinnen van opperrechter Stevens en opperrechter Scalia (meer over Scalia in Clarity 6, hier te lezen).

Zowel Stevens als Scalia waren uitstekende schrijvers. Beiden kenden alle retorische trucs, beiden waren volledig op de hoogte van wetenschappelijk onderzoek naar lezers-verwachtingen. Het is niet moeilijk om te beslissen wie tegen (Stevens) en wie vóór (Scalia) de doodstraf was. Hoe kneedt het gebruik van taal de opinie? Een lesje in het bespelen van de lezer:

Stevens: At approximately midnight on August 16, 1996, Atkins and William Jones, armed with a semiautomatic handgun, abducted Eric Nesbitt, robbed him of the money on his
person, drove him to an automated teller machine in his pickup truck where cameras recorded their withdrawal of additional cash, then took him to an isolated location where he was shot eight times and killed.

Scalia: After spending the day drinking alcohol and smoking marijuana, petitioner Daryl
Renard Atkins and a partner in crime drove to a convenience store, intending to rob a
customer. Their victim was Eric Nesbitt, an airman from Langley Air Force Base, whom they abducted, drove to a nearby automated teller machine, and forced to withdraw $200. They then drove him to a deserted area, ignoring his pleas to leave him unharmed. According to the co-conspirator, whose testimony the jury evidently credited, Atkins ordered Nesbitt out of the vehicle and, after he had taken only a few steps, shot him
one, two, three, four, five, six, seven, eight times in the thorax, chest, abdomen, arms, and legs.

Ten eerste is de belangrijkste vraag van een lezer wiens verhaal verteld wordt. In de versie van Stevens is dat zonder meer dat van Atkins én Jones (zijn medeplichtige die tijdens het initiële proces in ruil voor strafvermindering Atkins als schutter aanduidde). Stevens zegt zelfs niet wié het wapen hanteerde. Scalia aan de andere kant, richt alle aandacht op Atkins (hij noemt niet eens zijn mededader) en op het slachtoffer, Nesbitt

Ten tweede: het gebruik van onderschikkende zinnen. Lezers verwachten daar minder
belangrijke informatie in aan te treffen. Stevens gebruikt het in zijn 61 woorden twee keer om voor deze zaak cruciale informatie in te verstoppen: … where cameras recorded their withdrawal en where he was shot eight times and killed. Scalia in zijn 120 woorden slechts één maal, voor, inderdaad, niet overdreven belangrijke informatie: … whose testimony the jury evidently credited.

Ten derde: het gebruik van werkwoorden. Lezers verwachten dat de actie in een zin wordt uitgedrukt d.m.v. werkwoorden. Scalia gebruikt maar liefst 12 actieve werkwoorden voor handelingen van Atkins. Stevens slechts 5, waarvan 1 (20%!) voor een actie van een beveiligingscamera. Daarnaast gebruikt hij ook nog eens 2 passieve vormen: he was shot and killed. Schrijvers gebruiken de passieve vorm om onzekerheid te creëren over wie nu eigenlijk de handelende persoon is.

Ten vierde: de lengte van het relaas. Stevens gebruikt slechts één zin van maar liefst 61
woorden. Een gemiddelde lengte van een zin zou zo’n 25 woorden moeten zijn. Lezers
kijken altijd uit naar het einde van een zin omdat ze daar belangrijke informatie verwachten én omdat er daarna een ‘mentale rustpauze’ is. Omdat Stevens alles in één zin zet, is er maar één mogelijkheid tot belangrijke informatie. Bovendien is de zin zó lang dat lezers het tegen het einde al lang best vinden allemaal. Scalia heeft maar liefst vier zinnen, ofwel vier mogelijkheden om (voor Scalia) belangrijke informatie naar voren te brengen. Let verder ook eens op het aantal gebruikte komma’s, ofwel secondaire rustpuntjes: 7 voor
hogesnelheidstrein Stevens en 21 voor het boemeltje Scalia.

Het tegenkamp “won” deze zaak met 6 tegen 3 stemmen. Navrant is echter dat Atkins
tijdens de behandeling van zijn zaak in 1996 een score van 59% had op een IQ-test, hetgeen hem dus in de categorie “geestelijk gehandicapt” plaatste. Bij zijn retrial in 2005 echter, scoorde hij 70%. Volgens de jury in Virginia doordat het voortdurende contact met zijn
advocaten hem veel intellectual stimulation verschafte. Dat was genoeg om hem niet meer als mentally retarded te bestempelen, en Atkins werd alsnog ter dood veroordeeld. Vraagt u zich nu nog maar eens af of juridische bijstand goed of slecht is voor een verdachte…