What’s in a language? (8)

Drie weken geleden hadden we het op deze plaats over “goed” en “slecht” Engels (hier nog eens te lezen). Is “goed” Engels de taal die door Engelstaligen (en dan om de een of andere reden vooral: Britten) wordt gebruikt of zijn er wel meer soorten “goed” Engels? Of zelfs meer talen die zich “Engels” noemen? En wat zijn de gevolgen hiervan voor Legal English?

Tot mijn grote verrassing ontdekte ik onlangs dat de Universiteit van Southampton een Centre for Global Englishes heeft (klik hier voor meer). Eén van de onderzoekers daar, Jennifer Jenkins, heeft als specialisatie English as a Lingua France (ELF), dit als tegenhanger van English as Foreign Language (EFL).

De Engelse taal wordt tegenwoordig steeds meer gebruikt als een lingua franca: een taal waarin niet-moedertaalsprekers van het Engels communiceren met andere niet-moedertaalsprekers. Het is dus niet per se het ‘mooie Engels’ dat native speakers gebruiken. Het gebruik van het English as a Lingua Franca heeft met name een functioneel doel: het met elkaar kunnen communiceren in een internationale context.

Het gevolg van deze ontwikkeling is dat moedertaalsprekers Engels (en opnieuw: met name Britten) steeds minder vaak begrepen worden door niet-moedertaalsprekers van dezelfde taal. De makers van het satirische tv-programma Smack the Pony hebben dit al eens laten zien in een hilarische sketch waarin een mevrouw (een moedertaalspreker van het standaard Engels) zich wil inschrijven voor een cursus English as a Foreign Language. Als zij ongelovig wordt aangekeken, roept zij vertwijfeld uit: But I only speak English-English. I don’t know how to speak it as a foreign language. Foreign people cannot understand a word I am saying at the moment! (hier te bekijken).

Jennifer Jenkins heeft een overzicht gemaakt van kenmerken van de Engelse taal die je verstaanbaar maken in internationale communicatie. Dit model wordt de Lingua Franca Core genoemd (hier te lezen). Haar Lingua Franca Core draait momenteel erg om verschillende uitspraken van het Engels (zoals het feit dat het wel of niet gebruiken van de Engels th-klank voor de verstaanbaarheid nauwelijks van belang is), maar breidt zich meer en meer uit naar grammaticale en lexicale afwijkingen.

En hier komt dat veelkoppige monster Legal English om de hoek kijken… Het heeft vaak weinig zin om vast te houden aan Anglo-Amerikaans Engels (waaronder ik voor het gemak ook maar Australisch Engels, Zuid-Afrikaans Engels etc. schaar) als je het hebt over onderwerpen die vallen onder het Nederlandse (of Europese) recht. Anders gezegd: waarschijnlijk is het Anglo-Amerikaanse Engels niet toereikend om civil law onderwerpen te beschrijven en is het niet-Anglo-Amerikaanse Engels (de Global Englishes van de Universiteit van Southampton) niet toereikend om common law onderwerpen te beschrijven.

Vorige week bijv. hebben we al gezien dat warranties veel belangrijker zijn in common law dan in civil law (blog hier nog eens te lezen). En dat je bij een Engelse versie van een contract onder Nederlands recht daar veel minder aandacht aan hoeft te besteden. Andersom als een Nederlandse zaak wordt behandeld onder Anglo-Amerikaans recht, speelt het geen enkele rol of een ‘tekortkoming’ nu wel of niet ‘toerekenbaar’ is. Of het woord/begrip ‘comparitie’: ook niet te vertalen maar alleen maar te omschrijven…

Over deze begrippen en over andere aspecten van English (Legal of niet) volgend jaar ongetwijfeld meer. Dit was de laatste aflevering van 2014. Alle medewerkers van Branch Out wensen onze lezers Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig 2015. Mochten er nog onderwerpen zijn waar wij ons licht over moeten laten schijnen: laat het ons gerust weten. Tot volgend jaar!!

PS:
Hoewel native-English speakers beweren dat ze steeds minder vaak begrepen worden als ze hun eigen native-English spreken, is het voordeel vaak wel dat zij zélf veel minder moeite hebben om verschillende accenten te begrijpen waarmee al die Global Englishes worden gesproken… Alhoewel, ‘voordeel’? Net na het schrijven van deze blog verscheen een berichtje in de Engelse pers over een mevrouw die naar verluidt een uur lang in een Londense rechtbank aan het woord geweest schijnt te zijn voordat iemand door had dat het helemaal geen Engels was dat ze sprak… (hier te lezen).  Ik bedoel maar…

Met dank aan Dr. Laura Rupp, Senior Lecturer in English Language and Linguistics aan de Vrije Universiteit.