Category Archives: Correctness

Correctness (29)

“Jongeren” (wie dat dan ook mogen zijn) schijnen extra betekenis te geven aan de punt (het leesteken, dus) in appjes en SMS-berichten. Dat zou voor juristen (en we weten best wie dat zijn) bekend voor moeten komen. Nog maar zo’n 100 jaar geleden bestond er, in ieder geval in de Engelssprekende, juridische wereld een flinke aversie tegen het gebruik van punten, en eigenlijk ook alle andere leestekens.

Verschillende onderzoeken onder appjes uitwisselende doelgroepen geven aan dat de punt als overbodig wordt gezien in korte app-communicatie; een boodschap is immers
uitgewisseld, waarom zou je dan nog eens met een punt moeten eindigen? Als die punt dan tóch wordt neergezet, moet dat wel een speciale betekenis hebben. En dat is volgens “jongeren” de betekenis van boosheid.

Onderzoek aan de Binghamton University (resulterend in het artikel Texting insincerely: the role of the period in text messaging) toonde al in 2015 aan dat sms-berichten die met een punt eindigden, als minder oprecht werden beoordeeld dan sms-berichten die niet met een punt eindigden. Nog recenter onderzoek aan de Universiteit Leiden (Lauren Fonteyn)  en aan de Radboud Universiteit Nijmegen (Lieke Verheijen) naar WhatsApp-taal wijzen in precies dezelfde richting. Er bestaat een significant verschil tussen I’m here!
(enthousiasme), I’m here (een feit) en I’m here. Die laatste (mét een punt aan het eind) wordt geïnterpreteerd als “ik ben er, en nu zwaait er wat!”.

In de taalwetenschap heet dit fenomeen ‘exaptatie’. We spreken over exaptatie wanneer een talig kenmerk om een of andere reden overbodig wordt, en dan plots gebruikt gaat worden met een nieuwe functie. Een nieuwe functie waar het oorspronkelijk niet voor
bedoeld was.

En laat dit nou nét datgene zijn waar (Engelstalige) juristen tot zo’n honderd jaar geleden uitentreuren voor waarschuwden! De heersende opvatting in common law-rechtsgebieden was dat de betekenis van juridische documenten moet worden vastgesteld aan de hand van slechts de woorden van het document. Dienovereenkomstig werd bij het opstellen van juridische teksten weinig of geen interpunctie gebruikt.

Dat andere, in de Westerse wereld zo belangrijke Boek der Wetten, de Bijbel, het Woord van God, was immers oorspronkelijk in het Hebreeuws, een taal zonder klinkers én zonder
interpunctie. God heeft niks met punten en komma’s. Interpunctie kwam pas in opkomst toen er bijbels verschenen die in kerken moesten worden voorgelezen; interpunctie helpt de voorlezer namelijk enorm met het juiste ritme en beklemtoning van zinnen. De boekdrukkunst heeft er daarna voor gezorgd dat interpunctie niet meer was weg te denken uit het geschreven woord.

De Schotse rechtsgeleerde en parlementariër Lord Shaw suggereerde begin 20e eeuw dat interpunctie slechts een hulpmiddel was, en niet meer dan een hulpmiddel, om de
betekenis van een tekst te onthullen en dat buitensporige interpunctie om de betekenis over te brengen in strijd is met een goede prozastijl. Het Engelse woordenboek Fowler schrijft in dezelfde tijd dat, hoewel dubbelzinnigheden vermeden kunnen worden door
interpunctie, het gebruik van punten en komma’s meer een poging is om een foutieve zin te corrigeren, een slordige en ineffectieve manier om je de moeite van het herschrijven te besparen. De Amerikaanse Webster uit die tijd vermeldde onder punctuation een verschil tussen closed punctuation (overal allerlei leestekens) en open punctuation, ofwel: when points are omitted wherever possible without amiguity.

In het, nu uiterst vermakelijke,  artikel Punctuation in the Law in de American Bar Association Journal uit 1923 gaat de jurist Urban A. Lavery tekeer tegen interpunctie in
juridische stukken. Hij schrijft o.m.: In the first place is the use of interpunction essentially feminine. That is, instead of a rugged and bold reliance on words to convey meaning, which would be the masculine way of doing things, the habit has grown up of dressing up a
sentence with the lace and the ruffles of punctuation.

In de Anglo-Amerikaanse wetgeving werd tot laat in de 20e eeuw wetten aangenomen (to pass a law) nadat een beambte (een clerk) deze had voorgelezen in het parlement; en in voorlezen komt géén interpunctie voor en kon er daarom ook niet over eventuele komma’s en punten worden gesteggeld. Het Engelse parlement begon pas in 1881 (in de Conveyancing Act) het gebruik van punten in wetgeving toe te laten, 44 jaar later verscheen de eerste komma (in de Law of Property Act van 1925).

SMS-berichten en appjes hebben vaak veel meer overeenkomsten met het gesproken dan met het geschreven woord, zo zeggen boven aangehaalde onderzoekers. In die zin hebben juristen en jongeren meer met elkaar gemeen dan ze denken.

Punt uit. Full Stop (=Brits-Engels). Period (=Amerikaans-Engels).

Correctness (28)

Altijd weer een genot: de twee verschillende manieren in het Engels om over de verleden tijd te praten: de Simple Past: “Our lawyers worked on cases like…” of anders de Past Perfect: “Our lawyers have worked on cases like… “In het eerste geval (worked)
benadruk je de gebeurtenis, in het tweede geval (have worked) benadruk je de actie. In het eerste geval laat je zien dat die gebeurtenissen écht achter je liggen, in het tweede geval dat dat het verleden nog steeds invloed heeft op het heden (zie ook hier en hier ).

Lastig vooral voor (o.a) Nederlanders die een dergelijk verschil niet (of anders slechts heel zwakjes) hebben in hun eigen taal (zie het PostScriptum hieronder), maar om nu te zeggen dat het voor de Engelsen zélf nu zo klaar is als een klontje, is misschien ook weer wat veel van het goede. En al helemaal als je daar een passieve vorm van maakt.

Afgelopen april deed het England and Wales High Court (Commercial Court) een uitspraak in de zaak Gwynt Y Môr Ofto Plc v. Gwynt Y Mor Offshore Wind Farm Ltd & Ors. (Hier na te lezen voor de liefhebbers).  . Het ging over de verkoop van een windmolenpark in 2015. Ná het sluiten van de overeenkomst (overigens: closure in het Amerikaans-Engels en completion in het Brits-Engels) bleken twee onderwaterkabels tijdens de aanleg kapot te zijn gegaan, Deskundig bewijs toonde aan dat de kabels waarschijnlijk tijdens de fabricage waren beschadigd. Wie moest dit betalen?

In het contract (SPA=Share Purchase Agreement)  stond: If any of the Assets are destroyed or damaged prior to Completion (Pre-Completion Damage), then, following Completion, the [defendants] shall indemnify the [claimant] against the full cost of reinstatement of any Assets affected by Pre-Completion Damage. De verweerder voerde aan dat de eiser op grond van dit vonnis alleen recht had op een vergoeding als de schade zich voordeed tussen ondertekening en voltooiing. De eiser stelde daarentegen dat de zinsnede “vóór voltooiing” niet gekwalificeerd was, met het argument dat de natuurlijke en gewone betekenis van de vrijwaring daarom van toepassing was als één van de bezittingen op elk moment beschadigd waren vóór voltooiing en ook vóór de uitvoering van de SPA.

Het High Court stelde de verweerders in het gelijk met de uitspraak: Such wording, on its face, does not include damage which had already occurred at the date of the SPA. Had the
intention been to include destruction or damage occurring before execution, the wording would have been “if any of the Assets have been destroyed or damaged
”. Met andere
woorden: als have been destroyed or damaged zou zijn gebruikt, dan was meegenomen dat gebeurtenissen in het verleden een direct gevolg zouden hebben gehad op het heden. (Wel voegde het High Court nog toe dat het beter (lees: minder ambigu) zou zijn geweest als de woorden: including before this Agreement zouden zijn toegevoegd, maar verder dikke pech voor de eisende partij; hadden ze maar beter op hun werkwoordstijden moeten letten.

Hoewel er het e.e.a. valt af te dingen op die uitspraak op basis van grammaticale
scherpslijper- en haarkloverijtjes (bijv. dat je de zaken anders kan interpreteren omdat het hier gaat om een voorwaardelijke wijs (if… then…), of omdat de zaken er heel anders voor hadden gestaan als de opstellers van het SPA een actieve vorm zouden hebben gebruikt ipv. de passieve), was het High Court duidelijk. Er staat wat er staat. Of, om nog eens te
herhalen wat wij hier regelmatig roepen: grammatica betekent iets! Meer in het Engels dan in het Nederlands. (Lees bijv. hier).

Ten slotte nog een keertje terug naar een blog van een maand geleden waar wij het even over het woord f*** hadden. Hier nog eens te lezen. De BBC zette vorige week vrijdag een erg grappig filmpje over dat woord online. Lastig om het over dat woord te hebben zonder het maar één keer uit te spreken. Kijken!

PS.
Afgelopen donderdag schreef de Volkskrant in de rubriek Lezerspost over de vervagende grenzen tussen Onvoltooid Verleden Tijd (‘deed’) en Voltooid Tegenwoordige Tijd (‘heb gedaan’), en de vermeende invloed van het Engels op die vervaging. “We made an overview en we’ve made an overview zijn immers allebei correct”, schrijft Rogier Goetze. Dat kan dan wel zo zijn, maar het betekent iets anders, zo oordeelt in ieder geval het het England and Wales High Court

Correctness (27)

Die f***ing (o)f. We zien het nog steeds veel te vaak: Civil legal aid for domestic violence remedies depends on the income of the victim. Of: The claim of Nooteboom is based on a
violation by
… Of ook: The decisions of the client terwijl on the victim’s income, Nooteboom’s claim is based on en the client’s decisions veel elegantere oplossingen zouden zijn. (PS: hoe en wat ook alweer met die apostrof? Klik hier).

Bryan Garner schreef in zijn Guidelines for Drafting and Editing Court Rules uit 1997 al:
Minimize of-phrases, they tend to encumber sentences. Zijn Guidelines was een “hertaling” van de Federal Rules of Appelate Procedure van het Engels naar Plain English. Federal Rule 13(C) bijvoorbeeld, klonk: The content of the notice or appeal, the manner of its service, and the effect of the filing of the notice and of its service shall be as described in Rule 3. Garner maakt ervan: Rule 3 prescribes what a notice of appeal must contain, how it should be served, the effect of its filing, and the effect of its service. Met andere woorden: hij elimineert 50% van de ofs in één zin. (NB: zie ook hoe hij shall de nek omdraait…).

Een bijkomend voordeel van de eliminatie van of is dat je dan ook niet meer hoeft na te denken of het nu of of off (met twee ff’en dus) moet zijn, wat we ook nog steeds regelmatig zien opduiken in door Nederlanders geschreven Engelstalige stukken.

Of is een voorzetsel dat wordt gebruikt om verbinding met het zelfstandig naamwoord aan te geven. Het geeft  een deel van het geheel aan:. a pair of shoes, a handful of almonds, the longest day of the year. Deze of spreek je overigens uit met een stemhebbende v, dus als: [OV].

Off is bijna altijd een bijwoord dat wordt gebruikt om juist een verbroken verbinding met een persoon, plaats of object aan te geven, d.w.z. weg van iemand of iets. Over het algemeen gebruiken we off na werkwoorden, waardoor het zgn. phrasal verbs worden: turn off, call off, put off, take off, go off, run off, drive off etc. Als geheugensteuntje voor die
“verbroken verbinding”: to off (someone) is ook een werkwoord: iemand vermoorden, of ook soms: ontslaan. Deze off spreek je overigens uit met een stemloze f, dus als [OF].

Nu heeft het Amerikaans-Engels af en toe ook nog eens een off of, zoals in He stepped off of the platform of: The office can be found off of the reception area, maar dit wordt als erg
informeel taalgebruik gezien en kan het beste worden vermeden, vooral bij het schrijven. Net zoals bijv. I got it/borrowed it of him. Gebruik in die laatste gevallen: from.

Een f’je meer of minder kan ook rare gevolgen hebben in contracten. Standaard-
overeenkomsten voor klinische proeven voor farmaceutische geneesmiddelen van de Britse National Health Service (NHS) bevat de volgende formulering (bijv. clausule 5.3): In no circumstances shall either Party be liable (…) for any loss of profit, business, reputation, contracts, revenues or anticipated savings for any special, indirect or consequential
damages of any nature, which arises directly or indirectly from any default on the part of any other Party.

Dit wordt gezien als een typefoutje (an f too far), temeer omdat andere van die NHS-
standaardovereenkomsten wél or hebben ipv. for. De “juiste” versie, die het woord or
gebruikt, is erop gericht aansprakelijkheid uit te sluiten in twee alternatieve situaties die kunnen worden samengevat als: (1) financiële verliezen; (2) indirecte verliezen. Door ‘for‘ te zeggen in plaats van ‘or‘, wordt het onderscheid tussen financiële verliezen en indirecte verliezen vertroebeld. Het is nu niet duidelijk wat de clausule betekent, maar deze kán worden geïnterpreteerd als een dekking voor alleen financiële verliezen die binnen de
categorie indirecte verliezen vallen. Oeps…

Die f***ing f dus. Waarom ook al weer die sterretjes? Ik wil het hier best nog eens uitleggen: hoewel wij Nederlanders dat woord met de letters uck op de plaats van die sterretjes te pas en te onpas gebruiken, wordt het in het algemeen als bijzonder schokkend ervaren door uw Engelstalige gesprekspartner. Net zo tegendeborststuitend als wij het K-woord zouden gebruiken. Wij schrijven dan ook een “–“ als wij de letters ‘anker’ denken te moeten
gebruiken om onze onvrede te uiten.

Correctness (26)

Hoe de toekomst eruit ziet, weet niemand. Hoe je over de toekomst spreekt, daarentegen, weet iedereen. In Romaanse talen als Frans, Spaans en Italiaans geven we werkwoorden een of ander ingewikkelde verbuiging, in het Nederlands gebruik je gewoon een vorm van het hulpwerkwoord “zullen” en laat die toekomst maar komen!

In het Engels heb je shall en will, toch? Dat er met shall iets moeizaams aan de hand is (en al helemaal als je dat in contracten gebruikt!) hebben we de vorige keer al besproken. Dan maar gewoon: will als je in het Nederlands “zal” of “zullen” zegt. Helaas gaat die vlieger lang niet altijd op.

Als je namelijk bijwoorden van tijd gebruikt (bijv. when, if, while, before, after, by the time, as soon as etc.), dan gebruiken we gewoon de tegenwoordige tijd (Present Simple). Dus niet: When you will arrive, we will go out for dinner, maar: When you arrive, we will go out for dinner. Dit is overigens ook gebruikelijk in het Nederlands, dus ik verwacht niet dat u hier vaak fouten mee maakt.

Heel anders wordt het als je échte tijdsaanduidingen gaat gebruiken (bijv. tomorrow, next week, on 24 October etc.), dan gebruikt het Engels de Present Continuous, of anders een vorm van going to., zoals in We are going to recruit more staff next year. In het Nederlands hebben we min of meer de keus: “Volgend jaar nemen we meer mensen aan” of “Volgend jaar zullen we meer mensen aannemen” of zelfs: “Volgend jaar gaan we meer mensen
aannemen”, wat een schaduw van het Engelse going to is.

Echter, soms is er we degelijk een mogelijkheid om een tijdsaanduiding in combinatie met will te gebruiken, maar dan gaat het om een ijzersterke belofte die je doet. Als je op een antwoord zit te wachten van een Engelse moedertaalspreker en hij zegt je: Tomorrow, I will write you an answer dan heb je veel meer kans dat antwoord te krijgen dan als je Tomorrow, I am going to write you an answer hoort. We zeiden het al eerder: Engelse
grammatica heeft meer betekenissen dan Nederlandse…

Maar al die fijnzinnigheden even achter ons latende: verreweg de meeste fouten
(epidemisch veel, zelfs) worden gemaakt met het gebruik van will in de beschrijving van processen, beleid of feiten. Als je in die gevallen het Nederlandse “zal” gebruikt, is het in het Engels gewoon de Present Simple. “Het zal ongeveer 10 tot 15 dagen duren voordat…” is NIET:  It will take 10 to 15 days before, maar: It takes 10 to 15 days before…

Nog even op een rijtje dan:
Will gebruik je wél voor:

  • Vrijwillige toekomstige acties, als in: I will translate the email so Mr Smith can read it.
  • Beloftes, als in: I will call you when I arrive.
  • Voorspellingen, als in:. 2018 will be a very interesting year.

 Will gebruik je niet:

  • In zinsdelen die beginnen met bijwoorden van tijd, zoals when, while, before, after, by the time, as soon as, dan gebruik je de Present Simple
  • Bij geplande toekomstige acties, dan gebruik je óf de Present Simple óf een vorm van going to
  • Bij het beschrijven van processen, beleid of feiten, dan gebruik je de Present Simple

 Een paar voorbeelden die we de afgelopen weken tegenkwamen in door cursisten geschreven teksten (in doorgestreept rood hoe het geschreven was, in dikgedrukt groen hoe het zou moeten zijn):

  • After the written proceedings, oral proceedings will commence (proces)
  • Generally, a pre-emption right will be is adopted by the municipal council. (proces)
  • On 3 September, I will start am starting my first job as a corporate lawyer. (tijdsaanduiding)
  • A Dutch court will usually respects such a contractual choice of law. (beleid)
  • … for instance, by stipulating that an electronic signature with certain specifications will have has the same legal consequences as a written signature in the relationship between the parties (proces/beleid)

In alle gevallen is er, denk ik, sprake van een (foutieve) directe vertaling. Probeer maar eens de originele Nederlandse versie te verzinnen, en je komt altijd uit bij “zal/zullen”. Even afgezien van het feit dat die “zal/zullen” in het Nederlands eigenlijk overbodig is, in het Engels is het gewoon fout.

Correctness (25)

Vandaag een aantal makkelijk te verwisselen woorden. Tenminste… áls je ze verwisselt, dan is het gewoon fout. Onderstaande easily confused words komen wij bijna altijd tegen in de schrijftaken van deelnemers aan onze Legal English Writing Skills-trainingen. Het gaat hier om woorden waar ook de gemiddelde native-speaker Engels vaak de fout mee in gaat, want net zo als Nederlanders die in het Nederlands schrijven, maken de Engelstaligen natuurlijk ook gewoon schrijffouten als zij in hun moerstaal schrijven. Bovendien gaat het hier niet over spelling, dus een eventueel door u gebruikte spelchecker zal ze niet of nauwelijks opmerken.

Which of That?
Veel Nederlanders gebruiken which of that naar eigen believen. Hoogstwaarschijnlijk omdat ze denken dat which de vertaling is van “welke”. We hebben het hier niet over het vraagwoord (als in Which book is yours?) maar over het betrekkelijke voornaamwoord als in The law firm, which has its headquarters in Amsterdam, will declare bankruptcy. Het is mij een raadsel waarom je in het Nederlands hier “welke” voor zou gebruiken, behalve dan dat dit ‘mooi’, ‘formeel’ en ‘klassiek’ (of ook: ‘pompeus’, ‘hoogdravend’ en ‘ouderwets’) overkomt, maar het kán wel…

In het Engels echter is er een belangrijk verschil: Which is niet-restrictief. Dat betekent dat het extra informatie geeft die echter niet essentieel is voor de betekenis van een zin. That is juist restrictief en geeft essentiële informatie. In de bovenstaande which-zin is er maar één failliet advocatenkantoor en dat heeft z’n hoofdkantoor toevallig in Amsterdam. In de zin The law firm that has its headquarters in Amsterdam will declare bankruptcy gaat het om meerdere kantoren, maar het kantoor met het hoofdkantoor in Amsterdam is het haasje. Nogal een verschil, dus!

Wat dan weer wel mooi meegenomen is, is dat de That-zinnen geen komma’s hebben, en de Which-zinnen juist wel. Een prachtig voorbeeld van betekenisdragende interpunctie.

Advise/Advice/Advize
Advise met een S is het werkwoord, dus “adviseren”. Advice met een C is het zelfstandig naamwoord, dus “advies”. Met andere woorden: My firm adviSes all sorts of clients en My firm gives good adviCe. Advize met een Z bestaat gewoon niet. Sommigen zeggen dat dit de Amerikaanse spelling is, maar dat is gewoon onzin. Wat niet helpt, is dat Advize bijzonder vaak opduikt in namen van Nederlandse bedrijven… google het maar eens en je zult het zien. Een typisch Nederlands verzinsel.

Then of Than?
Een beetje lastig voor Nederlanders: “Ik ben groter dan jij”, “En dan gaan we naar…”. Dezelfde “dan”. In het Engels echter: than bij een vergelijking (I am bigger than you) en then als het bijwoord van tijd (And then we go to…). Eén gelukje: als je spreekt (ipv. schrijft), maakt het niet veel uit…

Amount of Number?
Amount kan je niet tellen. Number wel. Denk aan: A smaller number of glasses can hold a smaller amount of milk.

Less of Fewer?
Ook hier weer het “telprincipe”: Less gebruik je met dingen die je niet kan tellen. Fewer kan je wél tellen.  Of, om bovenstaande voorbeeldzin verder te gebruiken: Fewer glasses hold less milk. Wat niet helpt, is dat je in Brits-Amerikaanse winkels dan weer vaak ziet staan: 10 items or less, wat natuurlijk 10 items or fewer zou moeten zijn.

Any of Some?
Any gebruik je in vragende en negatieve zinnen, en some wordt gebruikt in bevestigende zinnen. Dus: Do you have any money? (vragend). No, I don’t have any (negatief) of anders: Yes, I have some (bevestigend).

Correctness (24)

Enige tijd geleden gaf ik u drie kleine puntjes waarop u zou kunnen letten als u een
(Engelse) tekst proefleest: 1) probeer zo veel mogelijk een apostrof + s (’s) te gebruiken ipv. “of” als u “… van…” wil schrijven, 2) gebruik geen have in een zin met een exacte
tijdsaanduiding en 3) probeer te vermijden een zin te beginnen met There is/There are. Hier nog eens na te lezen.

Nummers 1), 2) en 3) vallen op bij Engelse teksten die door Nederlanders zijn geschreven en zijn vrij eenvoudig te voorkomen of te corrigeren. Dat wil zeggen… áls u er maar op blijft letten! Vandaag nog eens drie van die puntjes. Alle voorbeelden komen uit teksten die door deelnemers aan onze Legal English Writing Skills-trainingen zijn ingestuurd vóór aanvang van zo’n training. Het is misschien belangrijk om hier te zeggen dat al die dingen hoogstwaarschijnlijk geen begripsverwarring bij de (Engelstalige) lezer zullen veroorzaken (die weet vaak toch wel dat een niet-Engelse schrijver aan het werk is geweest), maar het leidt af; het staat gewoon “een beetje knullig”. Daarnaast lijden Nederlanders (en, vooruit, Scandinaviërs) onder de Wet van de Remmende Voorsprong: ze schrijven over het algemeen zó goed Engels dat foutjes en slordigheden juist éxtra opvallen en voor onbedoelde
neveneffecten kunnen zorgen.

4. Aanhef en afsluiting
Je stuurt een brief/e-mail naar John, en je kent John goed: begin met Dear John en eindig met Kind regards/Best regards. Je stuurt een brief/e-mail naar William Barley en je kent meneer Barley niet of nauwelijks: begin met Dear Mr Barley en eindig met Yours sincerely. Je stuurt een brief/e-mail naar een onbekend persoon: begin met Dear Sir/Madam en eindig met Yours faithfully. Dit is typisch zo’n dingetje waarvan de meeste Nederlanders denken: “Wat maakt ’t uit”? Inderdaad niets… in the greater scheme of things. Alleen… wat zou u ervan vinden als u een brief/e-mail zou krijgen met (toegegeven, enigszins gechargeerd) de aanhef “Zeer weledelgestrenge heer Jansen” en eindigt met “Vrolijke groetjes, Wim”? Want zó komt het over. En het is heel eenvoudig te vermijden. En nu we toch bezig zijn: het Brits-Engels heeft al 20 jaar alle komma’s en punten in aanhef en
afsluiting afgeschaft. Bewaar ze voor uw Amerikaanse klanten.

5. Recommend/advise/suggest
Aanbevelen, adviseren en voorstellen, precies wat juristen doen en dus ook precies
woorden die juristen bovengemiddeld vaak gebruiken in hun teksten. En precies waar het (erg) vaak fout gaat. Na deze woorden gebruik je de Gerund, ofwel: de –ing vorm. Met
andere woorden: I suggest using our services, I recommend contacting your agent, I suggest paying immediately. Zonder die Gerund moet je het woord that gebruiken, maar daarna helaas ook de Subjunctive: I suggest that he use (en dus niét: useS) our services, I
recommend that she contact
(en dus niét: contactS) your agent, I suggest that your client pay (en dus niét: payS) immediately. Die laatste optie (met that en de Subjunctive, dus) wordt in het algemeen als iets formeler beschouwd. Hoogstwaarschijnlijk komt het foutieve I recommend you to contact your agent (etc.) van het een te directe vertaling van het Nederlandse: “Ik adviseer u contact op te nemen met…” (etc.) En nu we tóch bezig zijn: ook I look forward to… gaat samen met die Gerund. Dus: I look forward to meeting you/receiving you package etc. (lees hier verder)

6. If/when/in case
Het kan absoluut geen kwaad om uw teksten nog eens na te lezen op if/when/in case. Kort en goed: If=onzekerheid, when=iets wat zeker gaat gebeuren. Met andere woorden: “Als als is indien, is als if”.  Our client will sign the contract if he comes back from his holiday (dat is dan een erg gevaarlijke vakantie…). Please give us a call when you have any problems with the attached (waarbij je er dus vanuit gaat dát er problemen komen…) (lees hier meer). Nederlanders die in het Engels schrijven, gebruiken verder veel te vaak in case als
synoniem voor het Nederlandse “als”. In case gebruik je in het Engels echter alleen maar als er sprake is van voorzorgsmaatregelen; om dingen aan te geven die we doen om zeker van onze zaak te zijn als er later eventueel een probleem kan optreden. Dus: I insure things in case they are stolen. (Lees hier meer over in case).

Heb een Uitstekende Kerst en een nog Uitstekender Oud en Nieuw en tot volgend jaar!!

Correctness (23)

Vorige week hadden we het hier over een typisch fenomeen in het Engels: het verschijnsel van twee verleden tijden, de Past Simple en de Present Perfect (hier nog eens te lezen). Kort samengevat: je gebruikt de Present Perfect (de zinnetjes met have: I have lived, I have studied, etc.) in situaties die iets onvoltooids aangeven, iets wat nog niet helemaal is afgerond, of iets wat nog steeds invloed heeft op het heden. Het Nederlandse “ik heb daar en daar gewoond”, of “ik heb daar en daar gestudeerd”, is dus lang niet altijd I have lived… of I have studied…. Omdat de Nederlandse taal niet (of slechts heel verborgen) zo’n aspect aan die verleden tijden (werkte/studeerde vs. heb gewerkt/heb gestudeerd) toekennen, maken Nederlanders daar vaak fouten mee in het Engels.

Wanneer je de Past Simple gebruikt, hebben we vorige week uit de doeken gedaan. De Present Perfect gebruik je als:

  1. je wilt aangeven dat iets moet zijn afgelopen voordat iets anders begint. Vaak in            zinnen met until, once, after, before. Dus: I will call you after I have finished the report of: We will not begin the work until they have agreed to our conditions. Te vergelijken met het Nederlands.
  2. je het hebt over acties/ervaringen die tot nu toe zijn gebeurd. Dus: I have been to            Singapore several times of: I have seen a lot of changes around here. Grappig genoeg is dit hetzelfde als in het Nederlands (grappig genoeg, want hier werkt de “have + voltooid deelwoord” op precies dezelfde manier als in het Engels, dwz. het werkt tot in het heden door). Vreemd (en fout) is het daarom te zien dat Nederlanders vaak zeggen: I was in Singapore several times. Je kan dat wel zeggen, maar dan moet je er een tijdstip bij geven: I was in Singapore in 2014, of a long time ago. Net zo goed zou je kunnen zeggen: I saw a lot of changes around here, maar dan bedoel je dat de laatste jaren géén veranderingen meer hebt gezien. Wat we ook vaak lezen is: I never took an exam in English. Maar omdat dit tot op heden voortduurt is het: I have never taken an exam in English. Wat dan weer wél goed is, is: I never took an exam in English before 2015.
  3. je het hebt over gebeurtenissen uit het verleden die tot op heden voortduren: I have lived/worked here for about 10 years (dwz. je woont/werkt er nog steeds). Tip: in het Nederlands zou je dan vaak het woordje “al” gebruiken, in combinatie met de tegenwoordige tijd: “ik woon/werk hier al tien jaar”.

De situaties 1-3 zijn nog wel aan te leren. Een beetje opletten (staat er een of andere vorm van tijdsbepaling in, bijv.) en dan gaat het nog wel… Het wordt lastiger met 4 en 5                    hieronder want die betekenen voor de native speaker écht iets. Bovendien kunnen in de situaties 4 en 5 zowel de Past Simple áls de Present Perfect worden gebruikt; het ligt er maar net aan wat je bedoelt… Het is een mentale klik in de hoofden van native speakers en lastig om aan te wennen.

  1. He broke his leg vs. He has broken his leg. Wie heeft er pijn op dit moment? Iedere          native speaker weet dat het de man is die has broken his leg, want de Present Perfect gebruik je voor gebeurtenissen die tot op het moment van spreken voortduren. De       meneer die broke his leg, loopt nu vrolijk rond, iets voorzichtiger misschien, maar lopen doet-ie! Zo zijn krantenkoppen ook vaak in de Present Perfect: Italy has                   attacked Malta for refusing to take in a ship of migrants. Hoewel Italië dat (wellicht) gisteren deed, is het belangrijk op het moment van spreken.
  2. Sorry, I have lost the file vs. Sorry, I lost the file. In het eerste geval benadruk je de actie van het verliezen (want nú belangrijk… zonder file kan je niet meer verder werken), in het tweede geval benadruk je het “wanneer” van het verlies, maar het is nu niet meer belangrijk. Te vergelijken met het voorbeeld dat we vorige week gaven: Our lawyers have worked on cases on cases like…. vs. Our lawyers worked on cases like… In het eerste geval (have worked) benadruk je de actie, in het tweede geval (worked) de gebeurtenis.

De Branch Out Legal English Blog gaat even met vakantie. De laatste week van augustus zijn we weer terug. In het geval er onderwerpen zijn (woorden, grammatica, gebeurtenissen etc.) waarvan u het de moeite waard vindt dat wij daar iets over zeggen: Laat Het Ons Weten (info@branch-out.eu). Prettige vakantie!!

Correctness (22)

We hebben het hier eerder over gehad (met name hier en hier, maar het kan geen kwaad om het er nog eens over te hebben: het verschil tussen twee verschillende verleden tijden in het Engels: de Past Simple (bijv. I studied in Utrecht) en de Present Prefect (bijv. I have studied in Utrecht). Nederlanders (en met hen de meeste Europeanen) hebben hier grote moeite mee. “Ik heb in Utrecht gestudeerd” is toch gewoon I have studied in Utrecht? Of niet soms?

Het antwoord is nee, of liever gezegd: het antwoord is meestal nee. De reden waarom het een ja/nee antwoord is, is dat de Present Perfect niet zozeer een werkwoordstijd (een tense) is, maar veel meer een grammaticaal “aspect”: het geeft voor Engelstaligen extra
informatie over of en hoe het verleden (want het zijn natuurlijk beide verleden tijden) doorwerkt naar het heden. Informatie die wij, als Nederlanders, niet door kunnen geven middels de keuze tussen “studeerde” of “heb gestudeerd”. Het gebruik van de Present
Perfect
geeft altijd iets onvoltooids aan, iets wat nog niet helemaal is afgerond,  iets wat nog steeds invloed heeft op het heden.

Deze week drie situaties waarin je de Past Simple (studied, dus) moet gebruiken en
volgende week vier situaties waarin je de Present Perfect (have studied, dus) moet
gebruiken. Nou ja, moet? Misschien is het beter om te zeggen: “waarin je de Past
Simple/Present Perfect
zou moeten gebruiken als je wilt zeggen wat je normaalgesproken over wilt brengen”.

De Past Simple wordt gebruikt om:

  • een voorzichtig inleidende, enigszins excuserende, vraag te stellen: I thought you might like some help with… of: I wondered if you are available this morning to…. Te vergelijken met het Nederlandse “Ik was op zoek naar meneer Jansen” of “Ik vroeg me af of…”.
  •  een gewoonte in het verleden aan te geven: Every night we went out for dinner and ate in a different restaurant.

Prima, dat is allemaal redelijk in dezelfde lijn als in het Nederlands, en weinig mensen zullen hier daarom fouten in maken. De derde wordt een stuk lastiger: de Past Simple wordt óók gebruikt om

  • aan te geven dat een actie in het verleden is gebeurd en is afgesloten. We weten
    wanneer iets is gebeurd (en eventueel kan de tijd wanneer dat is gebeurd worden aangegeven), maar dat was dan dat. Oftewel: I studied in Utrecht (evt. met de
    toevoeging:) years ago (of) in 2002. Het is niet fout om te zeggen: I have studied in Utrecht, maar dat betekent dat je nog steeds aan het studeren ben, maar nu in bijv. Groningen of waar dan ook.

Waarom dit lastiger is, is omdat het Nederlands (en alle andere Europese talen) dit
“aspect” niet kennen. Een vraag die we namelijk vaak krijgen, is: “Oh ja? Waarom staat er dan op onze website: Our lawyers have worked on cases on cases like…. Moet dat dan niet zijn: Our lawyers worked on cases like….? Dat hebben ze namelijk in het verleden wel gedaan, en die zaken zijn afgesloten en klaar”?

Klopt, maar het antwoord hierop is óók dat juist het gebruik van de Present Perfect (= have worked) de native speaker Engels het idee geeft dat het kantoor nog steeds bezig is met die zaken, dat de kennis en vaardigheden opgedaan met die oude zaken doorwerken in het heden. De Past Simple (= worked) zou je indruk kunnen geven dat het kantoor is
opgeheven, failliet is, gefuseerd, enz, maar in ieder geval niet meer bestaat. De Past Simple geeft het idee van klaar, afgelopen, uit. De Present Perfect geeft het idee van een betekenisvol verleden en daarom klinkt het “dynamischer”. Maar daarover volgende week meer.

Grammatica betekent iets. Meer in het Engels dan in het Nederlands.

Correctness (21)

Net voor de vakantie behandelden wij hier de (vermeende) schrijfregels om nooit zinnen te beginnen met I, en om nooit zinnen te beginnen met een voegwoord (And…, But…,
Because…
etc.) (lees hier nog eens). Dit zijn sprookjesregels: regels die ooit eens door iets of iemand zijn verzonnen (zie onder) en daarna zo vaak zijn toegepast dat iedereen denkt dat dit de “standaardregel” is. Dergelijke zombie rules zorgen er echter wél voor dat veel mensen het moeilijk vinden om te schrijven.

Natuurlijk is het zo dat er in verschillende soorten teksten (e-mailberichten, formele
correspondentie, contracten, dagvaardingen, etc. etc.) verschillende conventies gelden, maar “fout” in de zin van “niet-correct” is het minder vaak dan u denkt. Vandaag
behandelen we nog eens vier van die taalsprookjes.

Gespleten infinitieven. Op de een of andere manier is er (óók, en vooral in het Nederlandse middelbare onderwijs) afgesproken dat er tussen to en het infinitief niets mag staan: bijv. He asked me to leave quietly ipv. He asked me to quietly leave, wat erg vaak “fout” gerekend wordt. Niets is echter minder waar. Bijwoorden dienen zo dicht mogelijk te staan bij de woorden waar ze op slaan. Koppig weigeren om infinitieven te splitsen kan vreemd en gekunsteld overkomen, en het kan zelfs tot ambiguïteiten leiden: He offered
personally to guarantee the loan that the Clintons needed to buy their house
maakt het
onduidelijk of het aanbod of de garantie persoonlijk is…  Als u nog steeds twijfelt: denk aan de mission statement van Captain Kirk en zijn Star Trek-bemanning: to boldly go where no man has gone before. Een prima zin, maar een gruwel voor de Taaltalibaan.

Zinnen eindigen met voorzetsels. Veel zombie rules (zoals hierboven) stammen uit de 17e eeuw toen het geschreven Engels serieus het geschreven Latijn begon te vervangen. Veel geleerden die zich in het Engels begonnen uit te drukken, vonden dat ze tenminste de
Latijnse zinsstructuren moesten behouden. Vandaar die terughoudendheid om infinitieven te splitsen…, want dat kon niet in het Latijn. Een andere taalsprookje is toen ook ontstaan: geen zinnen laten eindigen met een voorzetsel. De dichter John Dryden bijv. vond dat, juist omdat dit in het Latijn niet mogelijk was, het ook niet elegant was in het Engels. Hij begon zijn eigen gedichten te herschrijven: zo werd the end he aimed at: the end at which he aimed etc. Sla al deze onzin in de wind. Ofwel: “The power of saying ‘people worth talking to’ instead of ‘people with whom it is worthwhile to talk’ is not one to be lightly surrendered.”

Wees niet bang voor de gerund. Een gerund is een werkwoord dat eindigt op –ing en als een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Bijv. I like swimming of Smoking is bad for you. We hebben in het hier al een aantal keer over de gerund gehad(zie bijv. hier of  hier), maar de taalpolitie valt vaak over een bezittelijk voornaamwoord in deze constructie; volgens “de regels” zou je namelijk eigenlijk (bijv.) my/our moeten gebruiken in He objected to my/our smoking in plaats van He objected to me/us smoking. Verreweg de meeste
Engelstaligen zeggen echter het tweede (de me/us-optie), dus maakt u zich geen zorgen als u dat ook doet…. Officieel is het “fout”, maar als je het altijd “correct” gebruikt, kan het ook nogal overdreven en pompeus overkomen.

None sense. Een duidelijk teken dát de taalpolitie aanwezig is, is als u gezegd wordt dat het woord none een afkorting is van no one, en dat none dus altijd enkelvoud is. Maar de “regel” dat none altijd het enkelvoud is, is pure onzin. De meervoudsvorm is niet alleen
acceptabel, maar klinkt ook vaak natuurlijker; no one/none of the current management team is good enough to… is natuurlijk correct. Alleen, als je zegt none of the
current management team are good enough to…
accentueert het gebruik van de meervoudsvorm are de incapabiliteit van alle afzonderlijke leden nóg meer.

Kortom, taalsprookjes te over. Het allerbelangrijkste is dat de schrijver zich blijft realiseren voor wie hij nu eigenlijk schrijft. Zo lang u dat in het achterhoofd blijft houden, eindigen sprookjes altijd met: “En zij leefden nog lang en gelukkig…”.

Correctness (20)

Bijna alle Nederlandse rechters doen hun best in de rechtszaal Algemeen Beschaafd
Nederlands te spreken. Maar wat als een rechter dat niet doet? In de Verenigde Staten, als immigratieland toch niet een land waar iedereen alle woorden op precies dezelfde manier uitspreekt, is er regelmatig onrust over hoe rechters bepaalde woorden uitspreken en hoe advocaten daarmee om moeten gaan.

Bekend is bijv. de zaak uit 1993 van advocaat Michael H. Gottesman voor de Amerikaanse Supreme Court waarin opperrechter William H. Rehnquist consequent de naam van Gottesmans cliënt, Daubert, uitsprak als DAWburth ipv. als het Franse dohBAIR. Gottesman was zo slim om Rehnquist niet te corrigeren. In deze zaak overigens, werd de Daubert (spreek dus uit: Dawburth)-standaard vastgesteld waarin enkele regels werden neergelegd die als toetssteen moeten dienen voor het toelaten van wetenschappelijk bewijs.

Het is sowieso niet verstandig om (opper)rechters in Amerika te corrigeren; in het uit 2010 stammende werkje Guide for Counsel in Cases to be argued before the Supreme Court of the United States staat (op blz. 9): “Do not ‘correct’ a Justice unless the matter is essential”. Om Amerikanen een beetje op weg te helpen hoe toch al die moeilijke buitenlandse namen uitgesproken dienen te worden (of in ieder geval: hoe de Supreme Court die uitsprak), heeft de rechtenfaculteit van Yale Law School een Supreme Court pronouncing dictionary online gezet, mét audio-files! Ongetwijfeld serieus bedoeld, maar toch tamelijk hilarisch. Het Nederlandse ‘Berghuis’ wordt hier overigens onvermijdelijk BUHdzjis.

Onlangs nog in Lockhart v. United States sprak opperrechter Elena Kegan het woord
antecedent een aantal malen uit als “an-TESS-a-dent” ipv. het gebruikelijke “an-te-CEE-dent”. James Duane, hoogleraar aan de Regent University School of Law, vertelde zijn studenten later dat de vreemde uitspraak van dit woord Lockharts advocatenteam in een bijna onmogelijke tactische positie bracht: meegaan in de uitspraak met Kegan, of het
woord helemaal niet gebruiken.

En dit terwijl opperrechter Kegan toch vaak zo op haar uitspraak let. Dezelfde James Duane namelijk schreef in 2014 het vermakelijke The Proper Pronunciation of Certiorari, The Supreme Court’s Surprising Six Ways Split over de uitspraak van het woord certiorari (= verzoek tot herziening van het vonnis). Hij komt daar, gezien over de laatste 60 jaar, tot maar liefst ZES verschillende vormen; alle gedaan door de opperrechters van de Supreme Court: sershee-or-RARH-ree (rijmt op Ferrari), sershee-or-RARE-eye (rijmt op fair guy), serhee-or-RARE-ee (rijmt op dairy), sershee-or-ARR-eye (rijmt op far cry) en shersee-ARR-ee (daarbij een hele lettergreep uit het oog verliezend). Alleen Elena Kegan heeft dit in de gaten, en zegt voor certiorari uiterst consequent kortweg: cert.

Ik heb geen idee waar die obsessie over uitspraak van woorden vandaan komt. Ik kan alleen maar gissen dat dit ontstaan is uit de tekstuele traditie van de Amerikaanse rechtspraak: de wet is bedoeld zoals die is geschreven, en dus ook, vermoedelijk, hoe die werd uitgesproken. Alleen raar dat we dan eigenlijk zouden moeten teruggaan naar de tijd waarin Latijn werd geschreven…

Voor de liefhebbers ten slotte twee uitspraak-quizzen: wat is de juist (Amerikaanse) uitspaak van de volgende (2 x 30) juridische woorden. Quiz 1 en Quiz 2. Veel plezier!

PS:
Voor degenen die het nog niet wisten: de juiste uitspraak van het Engelse woord
pronunciation is proNUHNciation…, en niet proNOUNciation zoals wij vaak horen.