Correctness (22)

We hebben het hier eerder over gehad (met name hier en hier, maar het kan geen kwaad om het er nog eens over te hebben: het verschil tussen twee verschillende verleden tijden in het Engels: de Past Simple (bijv. I studied in Utrecht) en de Present Prefect (bijv. I have studied in Utrecht). Nederlanders (en met hen de meeste Europeanen) hebben hier grote moeite mee. “Ik heb in Utrecht gestudeerd” is toch gewoon I have studied in Utrecht? Of niet soms?

Het antwoord is nee, of liever gezegd: het antwoord is meestal nee. De reden waarom het een ja/nee antwoord is, is dat de Present Perfect niet zozeer een werkwoordstijd (een tense) is, maar veel meer een grammaticaal “aspect”: het geeft voor Engelstaligen extra
informatie over of en hoe het verleden (want het zijn natuurlijk beide verleden tijden) doorwerkt naar het heden. Informatie die wij, als Nederlanders, niet door kunnen geven middels de keuze tussen “studeerde” of “heb gestudeerd”. Het gebruik van de Present
Perfect
geeft altijd iets onvoltooids aan, iets wat nog niet helemaal is afgerond,  iets wat nog steeds invloed heeft op het heden.

Deze week drie situaties waarin je de Past Simple (studied, dus) moet gebruiken en
volgende week vier situaties waarin je de Present Perfect (have studied, dus) moet
gebruiken. Nou ja, moet? Misschien is het beter om te zeggen: “waarin je de Past
Simple/Present Perfect
zou moeten gebruiken als je wilt zeggen wat je normaalgesproken over wilt brengen”.

De Past Simple wordt gebruikt om:

  • een voorzichtig inleidende, enigszins excuserende, vraag te stellen: I thought you might like some help with… of: I wondered if you are available this morning to…. Te vergelijken met het Nederlandse “Ik was op zoek naar meneer Jansen” of “Ik vroeg me af of…”.
  •  een gewoonte in het verleden aan te geven: Every night we went out for dinner and ate in a different restaurant.

Prima, dat is allemaal redelijk in dezelfde lijn als in het Nederlands, en weinig mensen zullen hier daarom fouten in maken. De derde wordt een stuk lastiger: de Past Simple wordt óók gebruikt om

  • aan te geven dat een actie in het verleden is gebeurd en is afgesloten. We weten
    wanneer iets is gebeurd (en eventueel kan de tijd wanneer dat is gebeurd worden aangegeven), maar dat was dan dat. Oftewel: I studied in Utrecht (evt. met de
    toevoeging:) years ago (of) in 2002. Het is niet fout om te zeggen: I have studied in Utrecht, maar dat betekent dat je nog steeds aan het studeren ben, maar nu in bijv. Groningen of waar dan ook.

Waarom dit lastiger is, is omdat het Nederlands (en alle andere Europese talen) dit
“aspect” niet kennen. Een vraag die we namelijk vaak krijgen, is: “Oh ja? Waarom staat er dan op onze website: Our lawyers have worked on cases on cases like…. Moet dat dan niet zijn: Our lawyers worked on cases like….? Dat hebben ze namelijk in het verleden wel gedaan, en die zaken zijn afgesloten en klaar”?

Klopt, maar het antwoord hierop is óók dat juist het gebruik van de Present Perfect (= have worked) de native speaker Engels het idee geeft dat het kantoor nog steeds bezig is met die zaken, dat de kennis en vaardigheden opgedaan met die oude zaken doorwerken in het heden. De Past Simple (= worked) zou je indruk kunnen geven dat het kantoor is
opgeheven, failliet is, gefuseerd, enz, maar in ieder geval niet meer bestaat. De Past Simple geeft het idee van klaar, afgelopen, uit. De Present Perfect geeft het idee van een betekenisvol verleden en daarom klinkt het “dynamischer”. Maar daarover volgende week meer.

Grammatica betekent iets. Meer in het Engels dan in het Nederlands.