Oh, oh… het is ook nooit goed! Deze rubriek, Plain English, heeft 13 bijdrages, inclusief deze. In alle bijdrages hebben we een lans gebroken voor het gebruik van Plain English (of zijn Nederlandse tegenhanger: Begrijpelijk Nederlands), behalve in Blog Plain English 9 waar wij (toegegeven: een beetje) ruimte hebben ingeruimd voor de, volgens tegenstanders althans, meer bedenkelijke kanten van Plain English.
Het kán zijn dat Legalese/Juridisch Nederlands of hoe je dergelijk taalgebruik dan ook mag noemen, koren op molen is voor populisten, Gutmenschtegenstanders, elitebashers, bovenlaagbestrijders en iedereen verder die het goed voor heeft met Volk en Vaderland. Meer en meer onderzoek wijst echter uit dat er ook onverwachte kanten zitten aan het
gebruik van Plain English/Begrijpelijk Nederlands.
Het artikel in het NRC-Handelsblad van Petra Jonkers: “Het dilemma van de gratis brillen” geeft dit haarfijn weer. Kort samengevat: begrijpelijke taal (waar de Plain English-beweging al vele jaren voor vecht) verhoogt de conflictbereidheid bij consumenten. Zij illustreert dit met het voorbeeld van vergoedingen voor brillen en gehoorapparaten: mensen met een (aanvullende ziektekosten)verzekering claimen deze brillen veel vaker nu de polisvoorwaarden in, door de overheid verplicht gesteld, ‘Begrijpelijk Nederlands’ zijn opgesteld. Anders gezegd: ander taalgebruik (kortere zinnen, actief taalgebruik, ‘gewone’ woorden, etc.), ondersteund door typografische ingrepen als lettertype en opmaak, veroorzaakt
ander gedrag. Opti- en audiciens blij…
Het artikel “Eenvoudige tekst, eenvoudige claim?” (van de juristen Van Boom en Van Dam en de rechtspsycholoog Desmet, uit het Tijdsschrift voor Consumentenrecht en Handels-
praktijken ) bevestigt dit: 1500 proefpersonen kregen een casus voorgelegd over een bestaande autoverzekering. De helft kreeg een oude, lastiger te lezen, variant van de polis te lezen, de andere helft de nieuwe versie in vereenvoudigde taal. De groep lezers van de iets eenvoudiger opgestelde tekst verwachtten een hogere vergoeding van de verzekeraar dan de lezers van de lastige tekst. Bovendien waren de lezers van de eenvoudige tekst door hun verhoogde verwachting op een schade-uitkering ook veel vaker bereid een negatieve uitkomst aan te vechten. Dit verschijnsel staat bekend als confirmation bias: de, vaak onbewuste, neiging om informatie te zoeken die bevestigt wat we al geloven en die alle informatie die het tegendeel beweert, negeert.
Als is vastgesteld welk publiek welk wereldbeeld heeft (welke reeds bestaande ideeën en normen/waarden), dan is de volgende stap de boodschap in een juist frame work te zetten, ‘framen’ (in goed Nederlands…). Geen enkele boodschap kan álle informatie over een bepaald onderwerp bevatten. Iedere communicatie over wat dan ook zal sommige
aspecten meer, en andere minder of helemaal niet, benadrukken. Omdat het niet écht helpt om alleen maar bewijs van je eigen gelijk te leveren (wat zelfs op den duur in je nadeel gaat werken…), helpt het om te je te concentreren op wat je publiek belangrijk vindt.
En daar wringt ‘m de schoen: Plain English/Begrijpelijk Nederlands is een vorm van
framing. (Net zoals het omgekeerde, Legalese/Juridisch Nederlands, dat overigens óók is). Want ‘framen’ we financiële/verzekeringstechnische (etc.) bijsluiters, polissen en
Algemene Voorwaarden (etc.) in een Plain English-frame (wat overigens wettelijk verplicht is…), dan worden we als vertrouwenwekkend, publieksvriendelijk, transparant etc. gezien, maar lopen we de kans dat claims en daaruit voortvloeiende kosten toenemen. En als we dergelijke teksten in een Legalese-frame zetten, dan worden we gezien als elitair, al te moeilijk, opzettelijk ondoorzichtig etc., maar is de kans een stuk kleiner dat dit geld gaat kosten. Oftewel: “Oh, oh… het is ook nooit goed!”
Over twee weken meer over framing (het is per slot van rekening Donald Trumptijd…)