Plain English (18)

De hypotheekakte is misschien wel hét juridische document waar niet-juristen het vaakst mee te maken krijgen. En laat nu juist dát document “een van de meest onbegrijpelijke genres in het Nederlandse taalgebied zijn”. Tenminste, dat zeggen de Utrechtse
onderzoekers Leo Lentz, Marloes Herijgers en Erik van der Spek. In opdracht van
Vereniging Eigen Huis probeerden ze de hypotheekakte begrijpelijker te maken. Ze onderzochten daarvoor 42 aktes van 21 geldverstrekkers. Hun bevindingen beschrijven ze in het laatste nummer van Tekstblad, een tijdschrift over tekst en communicatie.

Ik moet bekennen dat ik het artikel nog niet zelf heb gelezen, wél een samenvatting op AM-Web (hier te lezen).  Ik heb het nummer besteld en als er meer te melden valt, kom ik hier binnenkort op terug. Om kort te zijn willen deze wetenschappers van de Universiteit Utrecht samen met de AFM, geldverstrekkers en de Vereniging Eigen Huis iets doen aan de schier onneembare leesbaarheidshorde die “hypotheekakte” heet.

Die hordes worden (volgens de samenvatting, althans) gevormd door woordlengte
(gemiddeld 5,69 letters per woord), zinslengte (gemiddeld 19,6 woorden), bijvoeglijke bepalingen (gemiddeld 3,1 per zin), een overmaat aan lijdende vormen en onnodige hulpwerkwoorden, veel te veel informatie in één zin en overmatig gebruik van zgn. “jargon”. Al deze gemiddeldes liggen vér boven welke andere tekstvorm dan ook. Dit alles is nogal kwalijk te noemen, met name omdat hypotheekakten juist onder de ogen komen van niet-juridisch onderlegde lezers. Regel Numero Uno als je begint te schrijven is namelijk:
Bedenk Voor Wie U Schrijft.

“Eindelijk wordt men wakker”, zou je kunnen verzuchten. In de Angelsaksische landen zijn ze al meer dan 40 jaar bezig om het onleesbaarheidsprobleem op te lossen. Hoewel de
private sector nog steeds worstelt met leesbaarheid en begrijpelijkheid, moét wetgeving in steeds meer landen en staten beantwoorden aan de ‘regels’ van Plain English. En wat meer zij: er verschijnen steeds meer uitgebreide verantwoordingen van commissies die zich bezig houden van met het “hertalen” van die wetgeving van traditioneel Legal English naar leesbaar en ook voor niet-juridisch onderlegde lezers begrijpelijk Plain English. Zie bijv. Bryan Garner’s Guidelines for Drafting and Editing Court Rules  (besproken in Concisesness 9 ) of Joseph Kimble’s New Federal Rules of Civil Procedure (besproken in Conciseness 8 ). In die verantwoordingen staat wat er waar en waarom is “hertaald”.

Vereniging Eigen Huis en de onderzoekers willen daarom om tafel met de geldverstrekkers om te kijken hoe ze samen de akte beter leesbaar kunnen maken. Ook het notariaat en toezichthouder AFM krijgen een uitnodiging. Ik hoop dat ze kennis nemen van al die jaren aan vooronderzoek dat de Plain English-beweging al heeft uitgevoerd. Het is namelijk niet alleen maar kortere zinnen maken, lijdende vormen proberen te ontwijken, archaïsmen schrappen en jargon vermijden en ga zo nog maar even door. Het gaat ook over een betere en daardoor meer inzichtelijke tekstopbouw, indeling, vermijden van ambiguïteit,
overbodigheden en herhalingen en ga zo nog maar even door. En hopelijk kunnen ze de klus klaren zonder enigszins neerbuigende woorden als “versimpelen”, “vereenvoudigen”, en “Jip-en Janneketaal” te gebruiken… Dáár gaat het niet om. Leesbaarheid en
begrijpelijkheid moeten de uitgangspunten zijn.

Overigens, over “jargon”, ofwel Terms of Art gesproken: de angst om al te veel rekening te houden met juridische eisen aan woorden als ‘inpandgeving’ of ‘kwijting’ zijn, volgens mij, eenvoudig te tackelen door de eerste keer dat dergelijk (oei! help!) jargon in een
hypotheekakte wordt gebruikt, een simpele verklaring tussen haakjes te schrijven. Waar staat dat dat niet mag? En als een simpele, door iedereen te begrijpen verklaring om welke reden dan ook niet mogelijk is, dan lijkt me dat je dat jargon/Term of Art sowieso moet voorkomen.

Zoals gezegd: wordt vervolgd!