What’s in a language? (13)

Weer een hoop borst- en tamboerijngeroffel de afgelopen week: van alle niet-Engelstalige landen schijnt Nederland het op één na beste Engels te spreken (de Zweden zijn het allerbest en hebben stuivertje gewisseld met de Denen die nu op de derde plek staan).
Hoera en langzalzelevenindegloria! (lees het NOS-bericht van afgelopen dinsdag).

Knap! Niet zo zeer van die Zweden, of die Nederlanders, maar veel meer van Education First (ofwel EF), volgens de NOS een “onderwijsinstantie”, volgens de Kamer van Koophandel een bedrijf dat taalreizen organiseert. Geen idee hoe EF dit toch iedere keer weer voor elkaar krijgt, maar verzin een English Proficiency Index (!!) en zie hoe iedereen je “onderzoek” serieus neemt en EF noemt in kranten en op radio en televisie. En dat niet zo maar één keertje… nee, kijk even naar november 2014 in de Telegraaf (hier te lezen) of anders naar november 2013 in de Metro (hier te lezen). Wij doen hier een gewaagde voorspelling: Nederland komt volgend jaar november uit de bus komt als het allerbest Engelsprekende land van de wereld. Pfffft, eindelijk dan! Een (Internet)rondje langs de Zweedse en Deense pers laat al precies hetzelfde zien… Perfecte marketing! Petje af.

Er valt natuurlijk van alles en nog wat af te dingen op dit “onderzoek” (en de eerlijkheid
gebiedt te zeggen dat EF dit zélf ook doet…), en ook dat schijnt een bijkomende traditie te worden. (Zie bijv. hier). Veel interessanter is het eigenlijk om te bekijken waarom we dit allemaal zo belangrijk vinden. Althans, waarom wordt hier überhaupt aandacht aan geschonken?

Het is (waarschijnlijk) leuk om “je eigen land” hoog te zien eindigen (zie: vrouwelijke sprinters, vrouwelijke wielrenners, vrouwelijke volleyballers en nu dan ook -of liever,
alweer- kennis van het Engels), maar er zit een duistere kant aan: al in 2006 publiceerden de Nijmeegse onderzoekers Bert van Onna en Carel Jansen een onderzoek dat aantoonde dat Europeanen hun kennis van het Engels onderschatten. Alle Europeanen? Nee, alleen de Nederlanders OVERschatten hun kennis van deze taal (lees hier een samenvatting van hun onderzoek).

Overschatting kán handig zijn als je met andere niet-Engelstaligen in het Engels communiceert, maar in communicatie met moedertaalsprekers Engels kan dit vervelende (want: niet-bedoelde) gevolgen hebben: hoe “beter” Engels je spreekt, des te minder is je
Engelstalige gesprekspartner zich ervan bewust dat hij met een niet-Engelstalige te maken heeft (en worden bijv. onbedoelde onbeleefdheden heel erg geïnterpreteerd als heel erg opzettelijke onbeleefdheden).

Wij zien het telkens weer in onze Dutch Law in English-workshops: Nederlandstalige juristen die uitstekend Engels spreken, slaan keer op keer de plank volledig mis als zij geen kaas hebben gegeten van de verschillen tussen common law en civil law landen. Juristen die uitstekend Engels schrijven, verraden hun Nederlandse achtergrond omdat hun -verder grammaticaal tamelijk foutloze- teksten een typisch Nederlandse opbouw hebben. En zo zijn er talloze voorbeelden te geven. “Taal” is zo vreselijk veel meer dan het al dan niet juist toepassen van regeltjes…

Kortom (en op deze plaats zal zo vaak gezegd): het ene Engels is het andere niet. Ik was vorig jaar in Japan en had 10 gespreksopeningetjes in het Japans uit mijn hoofd geleerd. Zo moeilijk is dat niet. Ik heb nog nooit (in het Engels, weliswaar, maar dit terzijde) zo vaak gehoord dat mijn Japans fantastisch was. Ik bedoel maar…

Overigens is volgens mij de enige (en zo niet, dan toch wel: de voornaamste) reden dat het niveau Engels in voornoemde landen hoger is dan in andere landen het feit dat men in
andere landen de televisie niet nasynchroniseert. “We” zijn niet slimmer… , maar gelukkig kunnen “we” wel harder lopen… tenminste… de vrouwen, dan.

PS:
Voor iedereen die nog steeds interesse heeft in het EF-“onderzoek”: klik hier