What’s in a language? (25)

Er bestaan nogal wat sprookjes als het over schrijven gaat. En het vervelende van
sprookjes is dat ze zo lang blijven bestaan; mensen geloven van alles; als het gaat om
schrijven, en al helemaal als het gaat om schrijven in een andere taal. Hieronder twee van die taalsprookjes: 1) zinnen beginnen met “I” en 2) zinnen beginnen met “And” of “But”.

Begin een zin gerust met I/We.
Veel (vooral Nederlandstalige) cursisten denken dat het verkeerd is om een brief (of e-mail) te beginnen met I. Valse bescheidenheid! Of laten we het ‘terughoudendheid’ noemen. Is dat niet beginnen met ‘ik’ in het Nederlands al behoorlijk achterhaald (lees bijv. dit
taaladvies van het Genootschap Onze Taal ), in het Engels is het nooit een punt geweest. Probeer het maar eens te googelen.

Ik moet hierbij vermelden dat de Nederlandse inversie (omdraaien van Onderwerp en
Persoonsvorm: “In De Telegraaf van afgelopen zaterdag las ik uw artikel over…” ipv. “In de Telegraaf van afgelopen zaterdag ik las uw artikel over…”) het iets makkelijker maakt om niet met “ik” te beginnen. Iets dat je in het Engels niet hebt. Engels is veel meer een SVOMPT-taal (Subject-Verb-Object-Manner-Time) dan Nederlands. En afwijkingen van die volgorde doen al snel gekunsteld aan.

Een tweede (botte) reden om I/We te beginnen is dat je een zin doorgaans met het
belangrijkste moet beginnen (en dat geldt ook voor het Nederlands!): IK las in De Telegraaf van afgelopen etc…

Begin een zin gerust met And/But etc.
Nog zo’n heilige regel waarmee alle schoolkinderen in de eerste helt van de vorige eeuw mee om de oren werden geslagen. Er is geen enkele reden waarom u dit niet zou doen. Hoogstwaarschijnlijk is deze regel verzonnen omdat woorden als and, but, because, or, etc. allemaal voegwoorden zijn en voegwoorden dienen twee (hoofd- en/of bij)zinnen ‘samen te voegen’. En hoe doe je dat als je met een ‘voeg’woord begint? In veel gevallen echter maakt u uw teksten juist levendiger door met een voegwoord te beginnen; de zinnen
worden korter, u schept meer verband tussen zinnen en het doet wonderen aan het ritme en de cadans van uw tekst.

Ook hier geldt dat discussies over het al dan niet beginnen van zinnen met voegwoorden veel meer in het Nederlands spelen dan in het Engels. In het Nederlands namelijk bestaan er neven- en onderschikkende voegwoorden. Onderschikkende voegwoorden (dat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen, omdat, etc.) zorgen voor de vorming van een bijzin waarbij het werkwoord naar achteren verhuist (… omdat ik dat boek al jarengeleden aan hem heb teruggegeven). Alles volgens de verwachting van de lezer. Bij nevenschikkende
voegwoorden (en, maar, dus want etc.), echter, gebeurt er iets raars en onverwachts: je zet namelijk iets vóór het (grammaticale) onderwerp en er gebeurt verder niets met de woordvolgorde: geen inversie, geen naar achteren verschuiven van het werkwoord, helemaal
niets! Dit is zó ongebruikelijk dat de meeste mensen daarom denken dat je met die
woorden geen zin kan (en mag) beginnen. Een zelfverzonnen regel, maar daarom niet
minder hardnekkig. Spooksprookjes.

Tóch gebeurt er in het Engels ook iets (iets kleins) als je een zin met de woorden And of But begint: er volgt namelijk geen komma, iets wat wél altijd gebeurt als je een zin niét met het (grammaticale) onderwerp begint. (vergelijk: And I told him to go to London met: However, I told him to go to London).

Sprookje 1 heeft een culturele achtergrond (bescheidenheid/terughoudendheid). Sprookje 2 heeft een grammaticale achtergrond. Maar het zijn beide voorbeelden van hoe makkelijk mensen geloven dat (al dan niet écht bestaande) grammaticale regels in de ene taal óók bestaan (of eigenlijk: ‘zouden moeten bestaan’) in de andere. Regels waar je je in het
Nederlands aan moet houden (of niet), hoeven helemaal niet te tellen in het Engels.