What’s in a language? (55)

Iedereen die weleens een juridische stuk schrijft in het Engels, doet het soms: een Engels woord tussen haakjes laten volgen door een cursieve Nederlandse vertaling . Een paar voorbeelden uit pre-Course Tasks die we de afgelopen maanden ontvingen:

“I advise you to request the Energy Label (energie-label) of the leased premises, so that we […]”, “[…] both entities do not apply the innovation box (innovatiebox) as meant in article […]”, “Both entities are not entitled to apply the holding compensation rules (deel-
nemingsverrekening
) as meant in article the articles of association (statuten) and, if in place, the shareholders’ agreement (aandeelhoudersovereenkomst)”, “[…] resolutions are passed within the general meeting by a simple majority of votes (gewone meerderheid van stemmen)”, “This could be a qualified majority (gekwalificeerde meerderheid) or an
increased majority (versterkte meerderheid)”.

Anglo-Amerikaanse tegenvoorbeelden kan ik nergens vinden. Daarmee bedoel ik
juridische teksten uit Engeland/Amerika die een Nederlands (of Duits, of Portugees etc.) fenomeen, of een typisch Nederlands (of Duits, of Portugees etc.) juridisch concept, cursief en tussen haakjes in de tekst plaatsen. De enige niet-Engelse woorden die je in een Anglo-Amerikaanse juridische tekst zou kunnen vinden zijn Latijnse wettige stelregels (zie
hieronder voor een heel toepasselijke) en heel af en toe een Frans woord. De standaard is om deze woorden gewoon te gebruiken als die ook al in het “gewone” Engels zijn
ingeburgerd: ad hoc, ad nauseam, bona fide, alias, alibi, etcetera. Die woorden werden een aantal jaren geleden nog wel eens cursief geschreven, maar de laatste jaren ook al niet meer.

Gebruik van andere Franse juridische begrippen (zoals seisin, voir dire, cestui que trust en zo nog een heel rijtje meer, zie bijv. het artikel  American Legal Language and the Influence of the French in de Michigan Bar Journal, wordt ten stelligste afgeraden.

Waarom doen Nederlanders dat dan nog steeds zo vaak? En voor wie eigenlijk? Nog even afgezien van hoeveel extra extra informatie voor zowel Nederlandse als Engelse lezers zit in de vertaling van Energy Label naar ‘energie-label’ en innovation box naar ‘innovatiebox’, het leest gewoon erg lastig. En al helemaal als je binnen één zin drie keer hetzelfde kunstje uithaalt, zoals in het derde voorbeeld dat ik hierboven gaf.

Daarnaast loop je het gevaar om niet een juiste Nederlandse omschrijving/vertaling te geven. De boven gegeven voorbeelden zijn allemaal min of meer juist, en heel goed ook, die “articles of association (statuten)”, iets wat maar al te vaak als statutes wordt vertaald, een beruchte juridische False Friend. Maar vorige week op deze plaats  kwamen we al op het niet-bestaande Engelse woord detentor voor “houder”. Een ander voorbeeld dat wij regelmatig zien, is het, opnieuw cursief en tussenhaakjesgeplaatste (ondernemingsraad) als er in een door Nederlandse juristen geschreven Engelstalige tekst sprake is van “works council”. Een “works council” bestaat helemaal niet (meer) in Engeland. Daar spreek je over “work place participation

Je zou nog kunnen beredeneren dat die Nederlandse cursieftussenhaakjes-woorden er zijn voor de juridische helderheid en volledigheid. Een beetje het better safe than sorry-gevoel. Maar dan vergeet je dat alles wat je schrijft onder de Nederlandse wetgeving valt en dat, áls je onverhoopt een fout maakt, een Nederlandse rechter dat heus wel begrijpt. Of anders wordt dat er wel uitgehaviltext… En, á propos Haviltex: ik denk zelfs dat die hele tussenhaakjescursiviteit juist dóór het Haviltex arrest in gang is gezet.

En eigenlijk begrijpen ook Anglo-Amerikaanse rechters dat nog wel… Een van de Latijnse wettige stelregels (of ook wel: maxim) is: Falsa demontratio bon nocet cum de corpore
constat
, hetgeen zoveel wil zeggen als “een valse beschrijving doet geen afbreuk aan een document als er voldoende zekerheid is over de beoogde zaak”.

Al met al zouden we hier dus willen zeggen: stop met het verstrekken van Nederlandse
vertalingen in Engelstalige juridische teksten. Redenen: 1) voor wie doet u dat?; 2) welke woorden ga je wél en welke woorden ga je niet vertalen?; 3) u loopt het risico van een
verkeerde vertaling; 4) uw teksten worden veel lastiger leesbaar; 5) wel of niet een
vertaling: het heeft geen enkele juridische consequentie en 6) zover ik het kan zien, zijn wij het enige land dat dat doet.

Een typische gevalletje van “wie goed doet, doet goed volgen”. Maar of dat nu wel zo goed ís, is de vraag.