What’s in a language? (56)

We hebben het er al vaak over gehad: in de Engelstalige juridische wereld (voor een groot gedeelte samenvallend met het Common Law-wetssysteem) zijn woorden veel belangrijker dan in het Civil Law-wetssysteem. M.a.w. de Letter van de Wet gaat veel vaker voor de Geest van de Wet.

In de Verenigde Staten en Engeland wordt in de opleiding van advocaten derhalve veel meer aandacht besteed aan het verbeteren van schijfvaardigheid dan in Europese
opleidingen, en al helemaal zeker meer dan in Nederland. Alle Law Schools aan Amerikaanse universiteiten hebben Legal Writing programma’s die gegeven worden door Legal Writing professors. Ieder zichzelf respecterend juridisch vakblad heeft wel een Legal Writing rubriek. Er zijn Legal Writing goeroes die geraadpleegd worden bij tal van
rechtszaken en de uitspraken van het Supreme Court worden onder een Legal Writing
vergrootglas gelegd waarbij iedere komma een andere interpretatie kan opleveren.

Het kan dan ook niet anders dan dat Legal Writing ook hier en daar opduikt in populaire televisierechtbankseries. Neem nu bijv. een aflevering van de, ook een tijdje in Nederland, populaire serie Suits (ja, die serie waar ook Meghan Markle een rol in speelde). Een van onze cursisten wees ons onlangs op een dialoog uit aflevering 5 van seizoen 3  Shadow of a Doubt geheten (overigens ook nog te bekijken bij Netflix, de eerste dialoog direct na de
begintitels). Daar bespreekt partner Louis Litt van het advocatenkantoor een tekst van (en met) een beginnende advocaat (een associate): “…and what’s thát word? Shall? Shall??? At this firm, we instruct, we advise, we order, we must, but we do not shall. Why must we must? Because we thrust, we don’t parry! (=we steken toe, we pareren niet).

In deze blog hebben we het al ontelbare keren over de problemen met het woord shall gehad (de laatste keer hier, met verwijzingen naar de andere keren), en hebben toen iedere keer gezegd dat het beter is om dit woord in juridische teksten maar helemaal te
vermijden. Wat die partner in Suits zegt, is natuurlijk wat overdreven en dat vindt Legal Contract Drafting goeroe Ken Adams in een van zijn blogs ook  (lees hier). Adams vindt dat je, eigenlijk alléén in contracten het woord shall moet voorkomen en dat je must zou moeten gebruiken als je een verplichting in een contract wil opnemen, omdat shall anders wagenwijd openstaat voor andere interpretaties.

Oók de voorname plek van case law (ofwel: eerdere jurisprudentie) binnen het Common Law-wetssysteem geeft ‘woorden’ binnen de Engelstalige rechtsspraak hun belangrijke plaats. Hoe vaak heeft u in Hollywood rechtbankfilms (court drama) niet al gezien dat arme advocaat-stagiaires altijd nachtenlang obscure uitspraken uit 1932 van de een of andere nog veel obscuurdere rechter in Mississippi aan het uitpluizen zijn? De kans is aanwezig dat in de zaak waar het om draait, ooit eens een rechter een uitspraak heeft gedaan over de
juridische betekenis van een bepaald woord of zegswijze  wat die arme advocaat-stagiaires goed zou uitkomen. (Voor meer televisieverdraaiingen van de juridische werkelijkheid: lees hier).

Hoogstwaarschijnlijk vinden de Nederlandse juristen juridische uitgangspunten zoals “de Geest van de Wet”, redelijkheid- en billijkheidsprincipe enz. wel rechtvaardige
uitgangspunten. Rechtvaardiger in ieder geval dan het Angelsaksische “als-het-eenmaal-in-het-contract-is-geschreven-dan-is-dat-het-enige-dat-telt”. Maar het blijft jammer dat taal- en woordgebruik in de Nederlandse rechtsspraak niet wat meer op de voorgrond staat. Verder dan: “het moet simpeler/makkelijker te begrijpen/korter/met minder zgn. moeilijke woorden, meer actief en minder passief taalgebruik” etc. komen Nederlandse discussies niet. Om nog maar te zwijgen over de aandacht aan schrijfvaardigheid tijdens juridische opleidingen.

Maar goed, die shall-must discussie hebben we in Nederland niet, hoewel daar eigenlijk alle aanleiding toe zou kunnen zijn; in een model (huur)contract staat bijvoorbeeld:

  1. De verhuurder zal alle zichtbare en onzichtbare gebreken, die het gebruik van het gehuurde verhinderen of ernstig belemmeren, opheffen (mijn onderstreping)
  2. De verhuurder zal gedurende de huurtijd al het noodzakelijke onderhoud plegen, tenzij dit onderhoud volgens deze overeenkomst ten laste van de huurder komt. (mijn onderstreping)

Zou het niet veel duidelijker zijn als je ipv. “zal”, gewoon “moet” gebruikt? Of anders in ieder geval: “zal moeten”? Die ontsnappingsmogelijkheid had onze arme associate uit Suits natuurlijk niet: We shall must bestaat niet in het Engels.