What’s in a word? (18)

De afgelopen twee weken heb ik hier beweerd dat “de omstandigheden het taalgebruik bepalen”. (zie What’s in a language 18 en 19). Nu zijn er ook schrijvers die menen dat zelfs de fysieke omgeving (of zo u wil: het landschap) een sterke invloed hebben op taal. Zie
bijvoorbeeld het recente Landscapes, van Robert Macfarlane (lees hier meer) of het iets oudere The Road to Botany Bay van Paul Carter (lees hier verder). Of dichter bij huis: al die beeldspraak met en over water die in het Nederlands verborgen zit.

Hoe het ook zij, de Britten, die immers wonen in een land van heggen, hagen, omheiningen en ander plantaardige afscheidingen, hebben het woord hedge ook een taalkundige lading gegeven: hedging language. Ofwel: a mitigating word or sound used to lessen the impact of an utterance, vaak gebruikt om beleefd te klinken als je je mening geeft. Alsof je er een heggetje omheen zet, zodat je gesprekspartner niet rauw en onvoorbereid tegen je mening aan botst.

We hebben het er op deze plaats natuurlijk al vaak over gehad, en wij Nederlanders bestempelen dit al gauw als “indirect”, “overbeleefd” of “niet recht door zee” (om maar weer eens iets waterigs te gebruiken). En het staat voor mij als een paal boven water (…) dat het niet of (te) weinig in staat zijn om hedging language te gebruiken, de voornaamste reden is dat Engelstaligen ons als zo bot, onbeleefd en ongenuanceerd zien.

Het is meestal niet zo moeilijk om hedging language te herkennen en, met een sprankje meer moeite, te gebruiken: may, could, seem, probably, quite, somewhat, by the way,
bijvoorbeeld. Of voor een lijstje met nog meer hedging language: klik hier. Een stuk lastiger is het bij Engelse woorden die de Engelstalige schrijver gebruikt met een vooropgezette hedging-bedoeling maar waarvan de niet-Engelstalige lezer niet doorheeft dat dit hedging language is. En andersom: als de niet-Engelstalige schrijver in het Engels hedging language gebruikt terwijl hij dat niet bedoelt.

Eén van die woorden is het in Nederlandstalige juridisch taalgebruik vaak geziene “verdedigbaar”. “Het is verdedigbaar dat….” wordt vaak klakkeloos geschreven als It is
defendable that…

Twee dingen zijn hier “verkeerd”: 1) defendable betekent dat het fysiek te verdedigen moet zijn d.m.v. bijvoorbeeld een hoge muur, en het zou dus defensible zou moeten zijn (ofwel: justifiable by argument, klik hier voor het verschil) en 2) It is defendable/defensible that… wordt, hoewel “goed Engels” simpelweg nooit gebruikt zoals Google’s corpus of British English laat zien. Dit corpus is overigens vaak goed te gebruiken om te zien of iets wel/niet een voorkomende zin is in het Engels: Tik de woorden in die u wil gebruiken en bekijk het
resultaat…

Veel beter zou derhalve zijn om “Het is verdedigbaar dat…” te schrijven als óf: 1) A case could be made that/One could argue that (of iets in die geest), óf: 2) It is justifiable that…, of anders een zin met het bijwoord justifiably (The FBI justifiably hacked the defendant’s Iphone).

Alleen: opgepast!!! De voorbeelden in 1) zijn voorbeelden van hedging language. Het is niet noodzakelijkerwijs de mening van de schrijver, of kán die zijn maar dan met een flinke slag om de schrijversarm. De voorbeelden in 2) zijn veel vastbeslotener en zijn heel zeker de mening de schrijver. Waarmee me maar willen aantonen dat het Nederlandse “Het is verdedigbaar dat…” op verschillende manieren in het Engels verwoord kan worden, echter, al naar gelang de positie van de schrijver.

(met dank aan Greg Korbee)