What’s in a word? (31)

Theresa May, een van de meest besproken politici de laatste tijd. En dan komt het mooi uit dat haar achternaam May is. Ongekende mogelijkheden voor de krantenkoppende Engelse pers, en dan met name de Daily Express, The Mirror en The Sun. Een korte bloemlezing: Theresa Mayday, Theresa Won’t, Theresa Dismay, Darth Mayder, Back May or Sack May, Theresa Maynot.

Als een achternaam te bewerkwoorden is, is het natuurlijk open season voor krantenkoppenmakers. Want dát may een werkwoord is, is natuurlijk wel duidelijk. Het is alleen een beetje een vreemd werkwoord dat hoort in het illustere rijtje van 15 zgn. defective verbs (kapotte werkwoorden?) waar ook bijv. de werkwoorden can, must en ought toe behoren (maar ook bijv. beware).

Defective verbs zijn werkwoorden zonder infinitief en zonder vervoegingen. Vrijwel alle
Engelse hupwerkwoorden zijn defective verbs, en misschien is deze handicap juist wel de reden waarom de juridische wereld zo in verwarring is voor wat betreft het gebruik van bijv. shall (hier al eerder over gehad, maar komen we binnenkort op terug) en may… het onderwerp van vandaag.

Onlangs kregen wij van een deelnemer aan een van onze trainingen de vraag of zij het
woord may niet beter zou kunnen vervangen door reserves the right to, zoals in: Company X hereby reserves the right to bring suits and claims for any and all causes of action arising from this Agreement zou “krachtiger” zijn en meer “juridische lading” hebben dan:
Company X may sue you for the things you do under this Agreement.

Om kort te zijn: may is beter. May is korter (en alles wat korter is, is beter) en may is het minst ambigu. Natuurlijk kan je may vervangen door reserves the right to, is entitled to, is authorized to, has the discretion to, is permitted to en wat weet ik nog niet meer, maar alle Legal Writing-experts hebben een sterke voorkeur voor may. Kenneth A. Adams schrijft in Legal Usage in Drafting Corporate Agreements (hier gratis te downloaden) dat dit allemaal circumlocution is (een omslachtige woordenvloed); to create discretionary authority, say ‘may’ (Reed Dickerson in The Fundamentals of Legal Drafting, lees een uitgebreide recensie hier) en ‘may’ means has discretion to, is permitted to (Bryan Garner in A Dictionary of
Modern Legal Usage
); en ga zo nog maar even door.

May heeft inderdaad nog een andere betekenis, namelijk die van: “mogelijk zullen/
mogelijk kunnen”. Het zinnetje bijv. The judge may dismiss kán betekenen dat de rechter has the authority to dismiss (zoals boven), maar óók dat de rechter possibly will (of might) dismiss. Ambiguïteit dus.

Dit mag allemaal wel waar zijn (en in alle schrijfsels BEHALVE contracten en overeen-
komsten komt dit ook voor), maar Adams zegt in het hierboven aangehaalde boek: You can
usually discern from context which meaning is intended.

En vind je het dan nog steeds “gevaarlijk” om may te gebruiken, zet dan gewoon in de definities in het eerste hoofdstuk van het contract: In this contract “may” means “is
authorized to”
. En zorg ervoor dat may alleen maar in die betekenis wordt gebruikt.

Voor wat betreft de veronderstelling dat reserves the right to (of welke bovenstaande
omslachtige woordenbrij dan ook) “krachtiger” is en “meer juridische lading heeft”: dat mag allemaal wel zo zijn, maar het gaat erom of iets een juridische lading heeft, en dus géén ‘emotionele’ lading. May is een uitstekend ‘juridisch’ woord.

En nu maar hopen dat de mevrouw die May als achternaam heeft, ook zo standvastig is…

(met dank aan Wayne Schiess)