All posts by Peter Peek

Correctness (6)

Goed of fout? (vervolg)

In Correctness (5) hadden wij het over Engelse werkwoordstijden en de verschillende betekenissen die die werkwoordstijden hebben. Wij plaatsten vijf situaties en vroegen de lezers van deze blog deze situaties te duiden. We kregen zó veel reacties dat we hier, in Correctness (6), daar nog eens op terugkomen. Allereerst nog eens de situaties en de
vragen (het antwoord op situatie 1 werd al gegeven):

Situatie 2:
A. Company X is a problem
B. Company Z is being a problem
Vraag: Met welk bedrijf doet u liever geen zaken?

Situatie 3:
A. I worked for Houthoff Buruma for 5 years.
B. I have worked for Houthoff Buruma for 5 years
Vraag:
Wie werkt er niet meer voor Houthoff Buruma?

Situatie 4:
A. Their lawyer didn’t send the report
B. Their lawyer hasn’t sent the report
Vraag: Welke advocaat heeft botweg geweigerd het rapport te sturen?

Situatie 5:
A. Company E decided to break our contract
B. Company F has decided to break our contract
Vraag: Met welk bedrijf heeft (hoogstwaarschijnlijk) een betere relatie?

Antwoord Situatie 2:
Het verschil tussen de present en de present continuous: de –ing vorm geeft een HUIDIGE situatie aan. En ik denk dat je doet liever zaken doet met een bedrijf dat op dit moment (wellicht voor maar heel eventjes…?) een probleem vormt (ofwel: Company B) dan met een bedrijf dat standaard een probleem vormt (ofwel, Company A). Dit is eigenlijk dezelfde situatie als situatie 1; als je zegt: I am working for Boekel de Nerée hóeft dat niet te
betekenen dat u daar gisteren ook werkte, of morgen nog steeds werkt; u werkt er nú, punt uit. Antwoord situatie 2 = A.
Antwoord Situatie 3:
Het verschil tussen de past simple en de present perfect simple, ook wel genoemd: finished past en unfinished past UNfinished past (PPS, have worked) omdat die de huidige situatie verbindt met het verleden. In A (worked) is het werken bij Houthoff Buruma volkomen afgesloten, in B (have worked) duurt die situatie nog voort. Antwoord situatie 3 = A.
Antwoord Situatie 4:
Opnieuw: het verschil tussen de past simple en de present perfect simple. Misschien is “geweigerd” een beetje sterk uitgedrukt, maar advocaat A heeft het gewoon NIET gedaan (finished past), terwijl advocaat B het TOT OP HEDEN (unfinished past) niet heeft gedaan, maar het kan best zijn dat-ie het zometeen verstuurt… even vergeten… of nog bezig om te schrijven, of wat dan ook. Dit voorbeeld is overigens iets lastiger omdat de schrijver het hulpwerkwoord to do heeft gebruikt, een hulpwerkwoord dat het Nederlands niet kent. Antwoord situatie 4 = A.
Antwoord Situatie 5:
Hetzelfde als in situaties 3 en 4: bedrijf E heeft in het verleden (finished past) ooit eens besloten een contract te verbreken (en misschien is er nu wel een nieuw contract?), maar bedrijf  F heeft TOT OP HEDEN in ieder geval dat contract verbroken. Je zou deze vraag ook kunnen stellen als a) he broke his leg en b) he has broken his leg, waarbij de vraag past: Whose leg still hurts? Antwoord: die van B, want opnieuw: unfinished past, en waarschijnlijk loopt de beste man nog steeds met gips rond… Antwoord situatie 5 = A (want opnieuw: UNfinished past).

De meeste inzenders hadden situatie 2 goed, maar situaties 3, 4 en 5 zijn iets lastiger voor Nederlanders, simpelweg omdat het concept van finished past en unfinished past niet bestaat in het Nederlands. Natuurlijk kan je op al deze situaties het een en ander
afdingen… Meestal kan je uit de context wel opmaken wat er bedoeld wordt (maar die
context is vaak wat verder te zoeken op papier dan in een oog-in-oog gesprek), en meestal zal je “in het algemeen” ook wel tijdsbepalingen geschreven zien. Ook zou je in Situatie 3 kunnen zeggen/schrijven: I have been working for Houthoff Buruma for 5 years. Het betekent hetzelfde, maar legt het accent op ‘hoe lang‘ de bewuste persoon daar al werkt. Maar daar ging het in blogposts Correctness 5 en 6 niet om… Het gaat om de (misschien) onbewuste en onmiddellijke uitleg die native speakers Engels aan het gebruik van de
verschillende werkwoordstijden geven!!

Apropos afdingen… we kregen twee corrigerende opmerkingen over het door ons
gebruikte Nederlands:

Correctie 1:
In mijn aankondiging schreef ik: “…en niet in het minst omdat verschillende Engelse tenses vaak een veel grotere betekenislading hebben”. Dit zou moeten zijn: “…en niet het minst omdat…”. Waarom? Lees hier.

Correctie 2:
In mijn blog schreef ik “…de meeste Nederlandssprekenden passen dat schijnbaar
moeiteloos toe”. Dit moet zijn: “…de meeste Nederlandssprekenden passen dat blijkbaar moeiteloos toe”. Waarom? Lees hier.

En zo zie je maar weer…

Correctness (5)

Goed of fout?

Veel juristen wensen “beter” Engels te spreken/schrijven. Het grote probleem is echter vaak wat “goed” is en wat “niet goed” is. Zaken als zinsbouw en interpunctie zijn vaak eenvoudig genoeg want “regels” en “te leren”. Ietsje ingewikkelder wordt het alweer op het gebied van vocabulaire: hoe Nederlandse begrippen te omschrijven in het Engels als die niet eens bestáán in een Britse/Amerikaanse  situatie (hypotheekrenteaftrek?), en andersom; wij hebben al een aantal juridische begrippen behandeld in deze blog onder What’s in a Word? Maar ook hier zijn (toegegeven… met wat meer moeite) de nodige mouwen aan te passen. En gezien het feit dat wij wéten (of in ieder geval: vermoeden) dat deze woorden en begrippen in een financieel/juridisch-technisch woordenboek passen, zijn wij daarnaast ook nog eens beducht op de kans dat dit in een niet-Engelstalige situatie anders zou kunnen zijn.

Veel minder beducht zijn niet-Engelstaligen echter op het gebruik van sommige werkwoordstijden in het Engels. Werkwoordsvervoegingen zijn te leren (I work, he workS etc..) en de meeste Nederlandssprekenden passen dat schijnbaar moeiteloos toe (in het Nederlands is het immers ook: ik werk, hij werkT). Maar werkwoordstijden… dát is een hele andere zaak. In het Engels zijn er “officieel” 10 werkwoordstijden (tenses), in het Nederlands 8. Hetgeen al betekent dat er 2 tenses zijn waar het Nederlands geen equivalent voor heeft. Maar daarbovenop komt nog dat het verschil in gebruik tussen die 8 werkwoordstijden in het Nederlands behoorlijk is: (kies het juiste woord al naar gelang uw standpunt in het “taalverloederingsdebat” ) verwaterd/verwaarloosd/veronachtzaamd/uit het oog verloren/verdwenen etc.  Die grote betekenisverschillen zijn er in het Engels echter wel degelijk! Zelfs zodanig dat wij hier durven te beweren dat er veel meer betekenis zit in de Engelse tenses dan in de Nederlandse werkwoordstijden! Een betekenis die Engelstaligen onmiddellijk aanvoelen, maar u als niet-Engelstalige wellicht niet.

Zo zullen Engelstaligen (Situatie 1) zonder pardon aannemen dat u binnenkort een andere baan heeft als u zegt: I am working for Boekel de Nerée terwijl u eigenlijk bedoelt dat u gewoon bij Boekel de Nerée werkt en dus had moeten zeggen I work for Boekel de Nerée. Oog-in-oog tijdens een gesprek worden deze misverstanden vaak direkt rechtgezet, maar op papier kan dat rare consequenties hebben.

Wij hebben voor u nog vier situaties op een rijtje gezet waarin een andere tense een andere betekenis geeft aan een zin; een betekenis die door Engelstaligen automatisch wordt opgepikt, maar die u er misschien niet aan wilt geven… Alle situaties zijn genomen uit door cursisten geschreven werk, maar zijn hier en daar wat aangepast om ons punt te maken. Om niet al te uitleggerig te worden, geven we deze situaties in een quiz-vorm. In volgende blogs zullen we nog wel eens terugkomen met een uitleg.  

Situatie 2:
A. Company X is a problem
B. Company Z is being a problem
Vraag: Met welk bedrijf doet u liever geen zaken?

Situatie 3:
A. I worked for Houthoff Buruma for 5 years.
B. I have worked for Houthoff Buruma for 5 years
Vraag:
Wie werkt er niet meer voor Houthoff Buruma?

Situatie 4:
A. Their lawyer didn’t send the report
B. Their lawyer hasn’t sent the report
Vraag: Welke advocaat heeft botweg geweigerd het rapport te sturen?

Situatie 5:
A. Company E decided to break our contract
B. Company F has decided to break our contract
Vraag: Met welk bedrijf heeft (hoogstwaarschijnlijk) een betere relatie?

Mail ons uw antwoorden (p.peek@branch-out.eu). En om nog even terug te komen op de vraag in de eerste zin van deze blog: alle zinnen in alle situaties zijn “goede”  Engelse zinnen. Ze betekenen alleen telkens iets anders. En iedere Engelstalige weet onbewust wát ze betekenen.  Nu maar hopen dat u dat ook weet…

 

What’s in a language (4)

Omnia dicta fortiora si dicta Latina (ofwel: alles klinkt indrukwekkender in het Latijn… )

George Orwell waarschuwde ons al in Nineteen Eighty-Four: de toekomst van de Engelse taal heet Newspeak… “de enige taal ter wereld waarvan de woordenschat ieder jaar een stukje kleiner wordt”. Een van de hoofdpersonen in het boek is erg enthousiast over de steeds dunnere nieuwe oplages van het woordenboek: “It’s a beautiful thing, the destruction of words”.

Zo hebben lokale autoriteiten in Engeland weer eens een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de eeuwige strijd tegen het gebruik van Latijnse woorden en zinnen in documenten waarin gecommuniceerd wordt met dat ongrijpbare monster dat “het Publiek” heet. Bournemouth Council (die de woorden Pulchritudo et Salubritas -“Schoonheid en Gezondheid”- in het gemeentewapen draagt, maar dit terzijde..) publiceerde een lijstje met maar liefst 19 termen die door gemeenteambtenaren voortaan niet meer gebruikt mogen worden. Op dit lijstje onder andere: bona fide, eg., prima facie, ad libitum, etc., i.e.,nota bene, per se, vice versa, ad hoc, status quo en alle overige usual suspects. Ook bijv. Salisbury Council en Fife Counsil hebben dergelijke lijstjes.

Heel onkarakteristiek minder  dwingend publiceerde de Legal Reform Committee van de Singapore Academy of Law onlangs een lijst Plain English for Latin Expressions” met aanbevelingen voor vervanging van Latijnse zegswijzes door Engelstalige uitdrukkingen  (een, erg goede, PDF-file hier te lezen).  

En ook in Nederland laaien deze discussietjes af en toe op; afgelopen maand nog meldde het satirisch online nieuwsmagazine De Speld onder de titel  “Rechtspraak ex nunc ontdaan van juridisch jargon – Klassieke scholing niet langer conditio sine qua non” (hier te lezen) in een artikel geschreven met nog een stapeltje (voorspelbare) usual suspects dat het game over zou zijn  met het  gebruik van Latijnse woorden. En op 6 mei jl. (in het radioprogramma BNR – juridische zaken) bespraken Pablo van Klinken van Legal.nl en Emma de Boer van Certa Legal  (hier te beluisteren op 12.40 minuten) de voors en tegens van het gebruik van Latijn (en juridisch Nederlands). Overigens heeft Pablo van Klinken op zijn legal.nl site een dappere poging gedaan om een Nederlands – Engels – Latijn woordenlijst aan te leggen: klik hier.

De argumenten voor aan de ene kant handhaving van het gebruik van Latijn en aan de andere kant voor het onmiddellijk afschaffen van deze gewoonte lopen pijnlijk parallel aan de discussies over Plain English en Begrijpelijk Nederlands (of langs die van het al dan niet gebruiken van Engelse woorden in artikelen of reclame-uitingen…). De voorstanders zeggen dat Latijn belangrijk (of zelfs: noodzakelijk) is voor de juridische nuance, de compactheid, de precisie, de schoonheid en het (rechts)historische begrip. De tegenstanders reppen over overbodige dik-, duur- en interessantdoenerij, verwerpelijke elitaire neigingen, ouderwetse sjiekerigheid, enzovoorts (of: al naar gelang in welk kamp je je bevindt: etcetera).

Wij willen hier graag alleen maar zeggen dat er eigenlijk maar één ding belangrijk is, namelijk om voortdurend voor ogen te houden voor wie je schrijft. Ofwel (in dit geval en héél grof gezegd): voor juridisch onderlegden of voor niet-juridisch onderlegden. Maar zelfs dáár kan ‘m de schoen wringen: het ene Latijn is namelijk lang niet altijd het andere Latijn. We hebben het hier al eerder gezegd: door het naast elkaar bestaan van civil law en common law-systemen, zijn er legio (sic!) voorbeelden van Latijnse woorden en zegswijzen die uw Nederlandssprekende juridische collega vast wel begrijpt (of anders wel iets met een klok en een klepel…), maar die uw Engelstalige juridische collega als een soort Swahili overkomen. Vergelijk maar eens de lijst uit Singapore (zie boven) en de lijst van Legal.nl (idem). Wees dus extra voorzichtig met het gebruik van Latijn als u in het Engels schrijft…

Ten slotte denk ik verder niet we bang moeten zijn voor een Newspeak in Orwelliaanse zin… Het probleem is veeleer dat er juist steeds meer woorden en verschillende talen bijkomen (of dat oude talen maar niet willen verdwijnen…). Quod erat demonstrandum.

 

Correctness (4)

Dutch Boo Boos

In my 20 years working with the Dutch, I have heard many a linguistic boo boo. But the other day, I think I heard the best one yet. I was teaching in one of the ministries in The Hague and one of my students told me how they had recently had a visit from their English colleagues. In true Dutch style, they introduced their English colleagues to the concept of a ‘borrel’ (not that the English are not familiar with a few drinks after work). One of my student’s colleagues gave a short speech then invited everyone to a toast to the success of the project. On proudly raising his glass to a room full of Dutch and English civil servants, he announced what he appeared to think was a typical English expression used when toasting: Up yours!

If you get the funny side of this, feel free to giggle. If you don’t, look it up!

Now what is the moral of this story? Firstly, I just had to share it. Secondly, it clearly demonstrates that no matter how good you are in other languages, there are a number of linguistic traps just waiting for the non-native speaker to fall in. These are known as ‘false friends’; and false they are indeed!

The definition of a ‘false friend’ (or cognate) is: words which sound or look similar in two languages, but have different meanings. Now because there are so many similarities between English and Dutch, it’s a minefield for many a Dutch speaker; of course, less of a problem for your average native English speaker as they are not exactly renowned for speaking other languages!

Dutch politicians have made their fair share:
(Joseph Luns to JFK):I fok horses, (Prime Minister Dries van Agt): “I can stand my little man”, (EU Commissioner Neelie Kroes): “Who says A, must say the rest of the alphabet” and “Don’t throw the baby in the water”,(Minister for Foreign Trade Lilianne Ploumen):There is no such thing as a Dutch product in terms of quality!, (Minister of Environment Hans Alders): “We should all become bicycles” (a German false friend!!).

Here are a few more I came across in the last few years and that you should watch out for:

  • I am soliciting for a new job. (I’m afraid ‘solicit’ is usually associated with prostitutes. What is meant here is ‘applying’).
  • My daughter is very brutal. (I hope she’s not a mass murderer! What is meant here is ‘rude’ or ‘cheeky’).
  • Please sign the backside. (Whose bottom do you want me to sign??? What is meant here is ‘back’).
  • May I thank your cock for the lovely dinner. (I hope not! What is meant here is ‘chef’ or ‘cook’).
  • Are you famous in this neighbourhood? (I’d like to think so! What is meant here is ‘familiar’).
  • This is not an exhausted list. (Yawn! What is meant here is ‘exhaustive’).
  • I hate you all heartily welcome. (Well I don’t like you very much either! What is meant here is ‘A warm welcome to you all’ OR ‘I would like to welcome you all’).
  • The doctor gave her a receipt for the medicine. (What is meant here is ‘prescription’).

… and I could go on, but will stop here. So, if you would prefer not ending up with egg on your face: if in doubt, check a dictionary. Here’s a useful online one www.macmillandictionary.com

Remember, it’s a minefield out there! Good luck.

(Okay one last one: “I’d like to thank you from the bottom of my heart for reading this blog, and also from Peter’s bottom”).

 

What’s in a word (7)

Ja, wat zit er eigenlijk in een woord? En vindt iedereen dat daar hetzelfde in zit? Als we het niet weten, dan zoeken we het toch gewoon op in het woordenboek? Houdt iemand in Nederland bij hoe vaak woordenboeken worden gebruikt tijdens een rechtszaak? In de Verenigde Staten wel. En daar begint men zo langzamerhand wat vraagtekens bij te zetten.

De Marquette Law Review (hier te lezen) telde dat het Supreme Court in de periode 2000-2010 in 225 rechtszaken maar liefst 295 keer het woordenboek raadpleegde om
woorden en begrippen te definiëren. In de jaren 1960-1970 was dat het geval voor 23
woorden in 16 zaken… Vorig jaar werd in maar liefst 20% van de zaken die aan het Supreme Court werden voorgelegd, het woordenboek ingekeken! (lees hier).

“Het” woordenboek, dáár wringt ‘m nu juist de schoen! Want Gordon Christy van de Mississippi College School of Law merkt (terecht) op: “We are treated to the truly absurd spectacle of august justices and judges arguing over which unreliable dictionary and which unreliable dictionary definition should be deemed authoritative.” 

Het is namelijk maar de vraag in hoeverre woordenboeken een objectieve uitleg geven van de woorden die worden opgezocht. Bovendien maakt het nogal wat uit wélk woordenboek uit wélk jaar wordt gebruikt. Jesse Sheidlower, hoofdredacteur van de Oxford English Dictionary, merkt op dat het niet moeilijk is om in woordenboeken een betekenis te vinden die juist wel of juist niet de nuance accentueert waar juristen naar op zoek zijn. De
betekenis van ‘marriage’, zoals vastgelegd in woordenboeken, heeft bijv. een belangrijke rol gespeeld in zaken rond het homohuwelijk (U.S. v. Windsor);  de federale definitie (die vaak verbluffend overeenkwam met de beschrijving in bijna alle woordenboeken…) van marriage als a legal union between one man and one woman heeft veel juridisch getouwtrek veroorzaakt…

Een korte blik op uitspraken door Nederlandse rechtbanken leert ons dat het woordenboek door allerlei partijen te pas en te onpas wordt ingezet als juridische ammunitie (ook bekend onder de noemer “grammaticale interpretatiemethode”). Grappig genoeg echter: onder “het” woordenboek wordt vrijwel altijd de Van Dale verstaan (soms met het omineuze bijvoegsel het-groot-woordenboek-der-Nederlandse-taal).  Andere woordenboeken bestaan niet in het juridische heelal: nergens een Koenen, noch een Kramers, een Prisma of zelfs een Summa te bespeuren. Terwijl dat er toch vaak terdege toe kan doen…

Vorige maand nog oordeelde de rechtbank Overijssel dat de gemeente Steenwijk de omgevingsvergunning voor de bouw van een hypermarkt in Steenwijk terecht heeft
verleend: er zijn geen aanwijzingen dat “de hypermarkt een winkelcentrum wordt”. De gemeente volgde de omschrijving uit de Van Dale: “supermarkt met het assortiment van een warenhuis”.  De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat de hypermarkt niet zal voldoen aan deze omschrijving….  (ECLI:NL:RBOVE:2014:1630). En wat nou als Koenen, of Kramers (etc) een andere omschrijving hadden gegeven? Of erger nog… wat als het hele woord niet (of nóg niet) in een woordenboek had gestaan? Zoals bijvoorbeeld de beruchte zaak uit 2009 over het gebruikte woord “blog” in een Belgische zaak? (lees hier verder)

Wie heeft trouwens ooit bedacht dat het de Van Dale (met of zonder “Groot Woordenboek der Nederlandse Taal”) moet zijn als ultieme autoriteit op dit gebied? Hoogstwaarschijnlijk  de marketingafdeling van Van Dale, die er in is geslaagd Van Dale synoniem te maken met ‘woordenboek’ (net zoals het de marketingafdelingen van Asperine, Hoover, Xerox, Cellofaan etc. ook gelukt is met hun producten) .

De schrijvers van het Marquette Law Review artikel stellen dat rechters nooit precies uit de doeken doen waarom ze precies specifiek dát woordenboek gebruikten bij hun oordelen. Ze sluiten af met een pleidooi voor een richtlijn “wanneer en hoe welk specifiek woordenboek te gebruiken en hoe een woordenboekendefinitie te interpreteren”. Misschien moeten we dat in Nederland ook maar eens gaan doen.

Nóg beter is natuurlijk woordenboeken helemaal te vermijden. Supreme Court rechters Oliver Wendell Holmes Jr., Benjamin N. Cardozo en Louis D. Brandeis slaagden er in hun hele carrière in nooit ook maar één woordenboek te citeren. Judge Learned Hand (wiens wijze woorden we al eerder zijn tegengekomen in deze blog) merkte in 1945 al op: “It is one of the surest indexes of a mature and developed jurisprudence not to make a fortress out of the dictionary, but to remember that statutes always have some purpose or object to accomplish, whose sympathetic and imaginative discovery is the surest guide to their meaning.” (lees hier). 

Ps:
Over Xerox en de betekenis van woorden gesproken… Alsof de duivel ermee speelt, maar een dag nadat ik dit schreef, verscheen het volgende item op de NRC-site (klik hier).  Klassiek en écht gebeurd! Ik bedoel maar…

Clarity (3)

COMMAPHILIA

This week I would like to address my very often underestimated little friend, the comma. I confess to being somewhat of a pedant when it comes to its usage. Often ignored and underrated, incorrect comma usage can change the meaning of sentences and its omission render a sentence unintelligible. Sticklers like myself go so far as to say that our system of punctuation is endangered – what with ‘textese’ (SMS language) and other internet-based communication. So allow me to demonstrate what a wonderful and necessary thing the comma is. I know, it’s sad – I really don’t have a life.

Before I enlighten you of the rules, look how commas can change the meaning of sentences:

  • The judge said the convict was a fool. (meaning:) The convict is the fool.
  • The judge, said the convict, was a fool. (meaning:)The judge is the fool.
  • The staff who were successful received a bonus. (meaning:) Only members of staff who were successful received a bonus
  • The staff, who were successful, received a bonus. (meaning:) All staff received a bonus.

The rules surrounding comma usage in English differ from those in Dutch. Moreover, I frequently encounter a form of ‘comma phobia’ during the writing workshops I provide; i.e. the poor little comma is completely overlooked. Look at this extract, not a comma in sight!

“The difference between the large company rules and the mitigated large company rules is that the mitigated large company rules the members of the company’s management board are appointed by the general meeting rather than by the members of the supervisory board”.

Now that I have hopefully demonstrated their importance, here are some of the rules:

1. Commas are used to separate an introductory word or phrase from the main subject of the sentence e.g.

  • Time phrase: In 2012, we launched our new software.
  • Introductory phrase: In response to your telephone call, I have pleasure in enclosing the revised contract.

2. Commas are used after connectors (e.g. furthermore, however etc.) or adverbs of opinion (e.g. actually, frankly etc.) placed at the beginning of a sentence e.g.

  • Moreover, we would like to draw your attention to the final paragraph of our client’s letter.
  • Very importantly, we would like to draw your attention to clause four of the contract.

3. Commas are used to separate connectors from the surrounding text e.g.

  • We have, however, some queries related to clause 4.
  • The supplier must, therefore, give four weeks’ notice of any price changes.

4. Commas are used before and after a non-defining relative clause e.g.

  • The contract, which has also been passed to my colleague in Frankfurt, does not   include the information we sent you last week.
  • He has agreed to speak to the manager, who is coming here next Monday, regarding the Patent issue.

5. Commas are NOT used:

  • After a defining relative clause e.g. – This is an issue which will require further attention. – A barrister is a lawyer in England or Wales who is allowed to speak in the higher law courts.
  • Before ‘and’ (NB: There is something known as the ‘Oxford Comma’ which is an optional comma before the word ‘and’ at the end of al list e.g. We sell books, videos, and magazines. The Oxford Comma is also a part of pop music… click here). 
  • After a ‘reporting’ verb (e.g. say, tell, inform, think, confirm etc.)e.g. He has confirmed that the Plaintiff will accept the amount offered in settlement
  • (as mentioned in Courtesy 1): After salutations and closes in correspondence e.g. Dear Mr Jones and Yours sincerely/Best regards. This is no longer necessary in British English.

Although I have only scratched the surface regarding comma usage, the above are the most important rules. I hope after reading this you pay a little more attention to possibly one of the most important, but underrated elements of punctuation.

Happy writing.

What’s in a language? (3)

Van der Brugge en De Groot schreven onlangs in het Nederlands Juristenblad (lees hier) dat juridische teksten begrijpelijker zouden worden door een goed onder- en opgebouwd betoog dan door het vermijden van juridisch jargon en archaïsch taalgebruik. Daar hebben ze natuurlijk gelijk in. Alleen is het jammer dat juridisch taalgebruik (of het nou gaat om
Legal English of om Juridisch Nederlands) zo vaak gezien wordt als alleen archaïsch
taalgebruik. Het is zo veel meer dan dat. Ik zet graag nog even voornaamste kenmerken op een rijtje en zal proberen een aantal verschillen tussen Legal English en Juridisch
Nederlands te geven.

De meest in het oog vallende kenmerken van deze professionele taalvariant zijn:

  • Het gebruik van juridische terminologie. Net zoals in andere professies maken
    juristen vaak gebruik van  technische termen die voor juridisch niet-onderlegden vaak onbekend zijn. Voor wat betreft Legal English bijv. waiver, restraining of trade, restrictive covenant, promissory estoppel. Veel van deze woorden stammen uit het Frans of het Latijn, een reden te meer dat deze woorden niet écht bekend zijn bij ‘het grote publiek’.
  • Deze terminologie omvat soms ‘gewone’ woorden die een speciale juridische
    betekenis hebben als ze worden gebruikt in een juridische context. Eerder hebben we het al eens gehad over specification, maar andere voorbeelden zijn consideration, redemption, of furnish.
  • Een gebrek aan interpunctie. Soms lijkt het wel of juridische Engelstalige stukken (aktes in het bijzonder) allergisch zijn voor komma’s en punten. Engelstalige
    advocaten vinden dat interpunctie alleen maar ambiguïteit in de hand werkt en dat de betekenis van juridische documenten slechts in de woorden en hun context ligt (een gevolg van het Common Law-stelsel wellicht?). Grappig genoeg wordt Juridisch Nederlands vaak geplaagd door juist te veel komma’s op te veel willekeurige
    plaatsen waardoor de betekenis van een zin juist anders uit kan pakken dan
    bedoeld… Het kan zijn dat de regels  van het komma-gebruik in het Nederlands veel ingewikkelder zijn dan in het Engels. Hier komen we in een volgende blog op terug.
  • Het gebruik van verdubbelingen. We hebben het hier al eens over gehad; het voorbeeld was toen null and void. Maar fit and proper, care and attention, perform and
    discharge, terms and condition
    zijn daar allemaal voorbeelden van en we zouden er nog veel meer kunnen opnoemen.
  • En over verdubbelingen gesproken: het veelvuldig gebruik van de zgn. pro-form (ofwel: korte en economische woorden met een algemene betekenis die voor
    andere, in de tekst gespecificeerde, “inhoudsdragende” woorden of uitdrukkingen staan). Bijvoorbeeld: the same, the said, the aforementioned enz. Het gebruik hiervan in juridische teksten is opmerkelijk omdat ze vaak niet het woord vervangen waar ze voor staan (juist de hele bedoeling van die woordjes!), maar juist gebruikt worden als een soort bijwoord. Bijvoorbeeld: the said John Smith. Of in het Nederlands: ‘de voornoemde Jan Smit’ (alsof we het plotseling over een andere Jan Smit hebben..). Waarschijnlijk opnieuw een poging om eventuele ambiguïteit te voorkomen.
  • Het gebruik van voornaamwoordelijke bijwoorden. Ofwel woorden als hereby en whereof (en andere met bijv. -at, -in, -after, -before, -with, -of, -above, -on, -upon) die in het Modern Standard English bijna niet meer worden gebruikt (lees ook hier). Vreemd genoeg wordt dit stijlaspect in juridisch taalgebruik juist gebruikt om
    herhalingen te voorkomen… Bijvoorbeeld: the parties hereto in plaats van the parties to this contract.
  • Ongebruikelijke woordvolgorde. De woordvolgorde in Engelstalige juridische
    documenten kan nogal een afwijken van de normale woordvolgorde: zinnen als the provisions for termination hereinafter appearing of anders will at the cost of the
    borrower forthwith comply with the same
    kom je geregeld tegen. Hoogstwaarschijnlijk is de invloed van Franse grammaticale structuren hier debet aan.
  • Het gebruik van phrasal verbs, ofwel werkwoorden met een vast voorzetsel. In
    Modern Standard English al één van de lastigste dingen om onder de knie te krijgen en met oneindig veel groter gebruik dan in het Nederlands. Bovendien met vaak een strikt juridische betekenis. Bijv. parties enter into contracts, put down
    deposits, serve [documents] upon other parties, write off debts, etc. etc. En om het nog iets ingewikkelder te maken: Engelse phrasal verbs  dienen vaak ter vervanging van een formeler (vaak Latijns) synoniem, bijvoorbeeld get together in plaats van congegrate, put off in plaats van postpone en ga zo maar door.
  • En dan verder nog het gebruik van archaïsche woorden (zie o.a hier), het overvloedig gebruik van de passieve vorm, het gebruik van nominalisaties (lees hier meer), het gebruik van (vaak) Latijnse afkortingen, enz. enz.

Kortom, Legal English/Juridisch Nederlands heeft zo veel meer kenmerken dan alleen
archaïsmen. Het is jammer dat in de titel van het artikel van Van der Brugge en De Groot weer het woord term ‘Jip-en-Janneketaal’ voorkomt (waarschijnlijk door een redacteur
verzonnen, want verder wordt het woord niet gebruikt). Zo wordt de discussie de hele tijd richting ‘kinderachtig’ getrokken. Beter zou zijn een term als ‘begrijpelijk Nederlands’ te gebruiken. Want hiermee stel je dan gelijk de hamvraag: “Begrijpelijk voor WIE?”. Het maakt nogal uit of je een tekst schrijft om in een rechtszaal te gebruiken of om
buurtbewoners van het e.e.a. op de hoogte te stellen.

De woorden Legal (in legal English) en Juridisch (in Juridisch Nederlands) geven aan dat het hier om een “professionele variant” van het Engels/Nederlands gaat. Kortom: een techniek. Denk eerst eens na voor wie je een tekst schrijft, en pas daar je schrijftechniek aan.

What’s in a word? (6)

image003“Vermenging” in Nederlands en Engels goederenrecht.

Een collega vroeg me onlangs of ik voor haar een Engelse vertaling van een pandakte wilde maken. Ze was er zelf aan begonnen maar  raakte langzaam maar zeker really and totally freaked out. Nu kende ik haar als iemand die niet snel van haar stuk te brengen was, maar toen ik het stuk zag kon ik me wel iets voorstellen bij haar gemoedstoestand…

Een jurist ziet een pandakte als de bron van afspraken over het pandrecht. Dat betekent dus veel uitweidingen over het goed en wat daar zoal mee kan gebeuren in juridische zin. Veel goederenrecht dus. Voor een vertaler echter is zo’n pandakte een verzameling termen met een al dan niet wettelijke definitie en een hoog abstractiegehalte. Normaalgesproken een feest voor een vertaler!

Maar na een uur of wat was mijn oorspronkelijke enthousiasme redelijk bekoeld. De reden was dat de strategie die ik vaak het eerste toepas, namelijk zoeken naar Engelse equivalenten aan de hand van rechtsvergelijking, in dit geval werkelijk helemaal niets opleverde. En tegen die tijd was mij ook duidelijk geworden hoe dat kwam: het goederenrecht van de common law heeft zo’n afwijkende ontwikkeling doorgemaakt in vergelijking met het continentale goederenrecht dat er weinig hoop was op een vertaling. Er viel simpelweg niets te vergelijken.

Terug bij af dus. In een uiterste poging om een vertaling te vinden voor ‘vermenging’ (artikel 5:15 BW) raadpleegde ik de Grote Van Dale voor vertalers. Nu moeten de vertalingen van juridische termen in deze Van Dale met groot wantrouwen worden bekeken. Meestal is het op het eerste gezicht al duidelijk dat er iets niet klopt, want zo is het onderscheid tussen privaatrecht en strafrecht nog niet helemaal aangekomen bij deze woordenboekmakers. Maar als je daar rekening mee houdt (en dus verder zoekt) kan het boek nuttig zijn want heel soms staat er iets in dat je verder brengt. Specification stond er achter ‘vermenging’. Verder zoeken dus, alleen in geen enkel Engels-Engels woordenboek vond ik een bevestiging want het hele woord stond er niet eens in. Zelfs niet iets dat er op leek.

En ineens viel het kwartje: dit was Latijn want eigenlijk stond hier specificatio! Good old Kaser-Wubbe bevestigde deze stelling en daar stonden ze: de Latijnse benamingen voor ons goederenrecht. Meer dan 2000 jaar oud, maar nog steeds van belang als aanvulling op het Engels. De lingua franca van vroeger als aanvulling op de lingua franca van nu.

Sindsdien vertaal ik, bij wijze van spreken, fluitend goederenrechtelijke documenten. Hypotheekaktes, pandaktes, huwelijkse voorwaarden, heerlijk. Deze Romeinsrechtelijke oplossing geeft richting aan het zoeken, doch dit neemt niet weg dat je altijd kritisch moet blijven. Maar er is in ieder geval geen reden voor paniek. Alles kan vertaald worden, en elk rechtsgebied vraagt een andere strategie. En de verschillen met de common law en het goederenrecht? Daar gaan we het een andere keer nog eens over hebben.

Antoinette Dop.

What’s in a word? (5)

… if an extension to close is not requested and it did not close by the agreed upon date, then the contract becomes null and void. Zinssnedes van dergelijke strekking lees je vaak in Engelstalige contracten. Maar wat betekent dat eigenlijk? “Null and void”? Is dat niet hetzelfde? En als dat zo is, waarom dan die herhaling met twee verschillende woorden? Overbodig en (alweer) een voorbeeld van het door ons zo verfoeide Legalese?

Eerst dan maar even een kort geschiedenislesje: terug naar Engeland in de Middeleeuwen. In 1066 kreeg Engeland na de Normandische invasie een Franssprekende koning (en hofhouding) en een Normandisch rechtssysteem (het Common Law-systeem). De taal  van  de rechtsspraak werd Frans (en/of Latijn). Het duurde tot 1363 voordat het parlement weer geopend werd in de oorspronkelijke landstaal.

Tegen die tijd kwam het Engels ook weer langzaam maar zeker in zwang in de rechtspraktijk. Alleen… de Normandiërs hadden naast hun taal óók hun rechtssysteem meegenomen (het gewoonte-recht, dat ontstaat uit wat men gebruikelijk acht en voor een groot deel leunt op eerdere uitspraken, in dit geval dus uitspraken in het Frans/Latijn…). Na zo’n 300 jaar Frans gebruikt te hebben, waren juristen niet helemaal zeker meer van de betekenis van de woorden die hen ter beschikking stonden. En om maar liever 100% zeker van hun zaakjes te zijn en om hun clientèle (en hun eigen broodwinning…) te beschermen, ontstond de gewoonte om Engelse synoniemen aan Franse begrippen te koppelen (of andersom) en koos men voor twee of drie woorden uit verschillende talen: (Engels/Frans/Latijn); “Mr Johnson shall not [do something] in any shape or form”, waarbij shape een Germaanse stam heeft en form uit het Latijn stemt. Het betekent echter precies hetzelfde… Naar verloop van tijd “vergat” men hoogstwaarschijnlijk waarom ze al die overbodigheden opschreven en men besloot deze “broekriem-en-bretels-methode” te blijven toepassen. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat er na verloop van tijd zó veel vonnissen waren geveld met al die dubbele synoniemen, dat men er onder het motto if it ain’t broke, don’t fix it niet meer vanaf kon.

Ondertussen zitten we er maar mooi mee en is het een stilistische karakteristiek van Legal English geworden. Uitdrukkingen als breaking and entering (Engels/Frans), fit and proper (Engels/Frans), lands and tenements (Engels/Frans), will and testament (Engels/Latijn), heirs and assigns (Engels/Frans), acknowledge and confess (Engels/Latijn), law and order (Engels/Frans) of terms and conditions zijn schering en inslag in juridische documenten in het Engels. Soms zelfs Engels/Engels: let and hindrance, have and hold en, inderdaad: null and void.

Hoewel wij null and void vaak als “nietig verklaren” of “ongeldig verklaren” zouden vertalen, komt ons “van nul en generlei waarde” tamelijk dicht in de buurt. Ook een schijnbaar overbodige dubbelheid… Het vervelende is eigenlijk dat niet twee woorden ooit perfecte synoniemen van elkaar zijn, en al helemaal niet als die woorden worden gebruikt in binnen een bepaald frame, of register; in dit geval een juridisch frame/register. Juridisch taalgebruik streeft naar absolute duidelijkheid, de breedst mogelijke dekking en de minst mogelijke verwarring. Het gebruik van “dubbele bijna-synoniemen” is typisch iets voor bretels-en-broekriemmannen (of pil-en-condoomvrouwen), én voor juristen…

Maar null and void bestaat (net zoals als die andere dubbele bijna-synoniemen hierboven); het zijn versteende uitdrukkingen. Een tekst wordt er langer en ingewikkelder en onbegrijpelijker van. Opnieuw: collega-juristen zullen er geen moeite mee hebben, maar juridisch niet-onderlegden misschien wel. Blijf dus altijd in het achterhoofd houden voor wie u uw teksten schrijft! (En vergeet de niet-Engelstalige juristen niet, die uw Engelse tekst wellicht óók moeten lezen….).

PS:
Juristen zouden juristen niet zijn als ze niet achteraf kunnen beargumenteren dat er wel degelijk een verschil is tussen null en void… Volgens sommige tekst-exegeten verwijst null naar het verleden (en betekent het oordeel “alsof het er nooit is geweest”) en kijkt void naar de toekomst (om te verzekeren dat het vanaf het oordeel “geen enkele invloed meer heeft”). Tsja…

Correctness (3)

WRITTEN ADVICE, RECOMMENDATIONS AND SUGGESTIONS

As legal writers, you undoubtedly frequently advise your clients on a particular aspect of the law or on a course of legal action. You could be forgiven for wondering what’s so
difficult about that; especially if you think the following sentences are correct:

  • I suggest you to reconsider their offer.
  • I advise to reconsider the offer.
  • We would recommend you to not enter the debate.
  • I suggested her to plead guilty.
  • We recommend Mr Jones to submit a patent application.
  • They recommended to appeal the judgment.

Well, I’m afraid this is another pitfall of English that non-native (and more native speakers than I care to admit) fall foul of. Take a look at this.

The grammatical rules surrounding the use of the verbs advise (the verb is spelt with an ‘s’ and the noun ‘advice’ with a ‘c’), suggest and recommend are as follows:

1. If recommend, suggest or advise are followed by another verb, this second verb takes the gerund form i.e. verb + -ing

  • I recommend following your lawyer’s advice.
  • I suggest following your lawyer’s advice.
  • I advise following your lawyer’s advice.

In other words, it is incorrect to say or write I recommend/suggest/advise to follow your lawyer’s advice.

2. The verbs recommend and suggest cannot be directly followed by an object (pronoun). Instead you need to use ‘that’.

  • I recommend that you follow your lawyer’s advice.
  • I suggest that you follow your lawyer’s advice.
  • I recommend that she follow her lawyer’s advice. (see 3)
  • I suggest that he follow his lawyer’s advice. (see 3)

You cannot say or write: I recommend/suggest you to follow your lawyer’s advice.
However, ‘advise’ is the exception to this rule. You can say or write:

  • I advise you to follow your lawyer’s advice.
  • I advise her to follow her lawyer’s advice.
  • I advise him to follow his lawyer’s advice.

3. If you would really like to impress, you could use what is known as the subjunctive when writing your recommendations, suggestions and advice. The subjunctive is used in ‘thatclauses’, after verbs, adjectives or nouns.
Examples:

  • We recommended that he consider his situation carefully. (NOT: ‘considers’)
  • She suggests that he consider his situation carefully. (NOT: ‘considers’)
  • They advised that he consider his situation carefully. (NOT: ‘considers’)
  • It is important that she be admitted to hospital immediately.

If this is too much of a good thing, you can avoid the subjunctive by using should in the ‘that-clause’.
Examples:

  • They suggested that he should consider his situation carefully.
  • They recommended that she should be admitted to hospital immediately.

There are a number of verbs that follow the subjunctive rule and these include:
to advise (that) / to ask (that)/ to command (that) / to demand (that) / to desire (that)/ to insist (that) / to propose (that) / to recommend (that)/ to request (that) / to suggest (that) / to urge (that)

So, thinking back to the sentences containing mistakes at the beginning of this blogpost, how would you correct them? Bonus points for anyone who can use the subjunctive. Mail your answers to p.peek@branch-out.eu