All posts by Peter Peek

What’s in a language?(30)

“Goed of Fout”… we hebben het hier al eerder over gehad. Vaak vragen deelnemers aan onze trainingen of iets “goed Engels” of “slecht Engels” is. Meestal kunnen we dat wel zeggen, maar ook vaak niet. Het ligt er maar aan wie of wat je als ‘standaard’ gebruikt. Nederlanders hebben het in ieder geval een stuk makkelijker (als ze Nederlands schrijven, tenminste). Nederlanders hebben de Nederlandse Taalunie en de Algemene Nederlandse Spraakkunst (de ANS, óók in elektronische vorm) die zeggen wat goed en fout is. De
Engelstaligen moeten iets dergelijks ontberen.

In Engelstalige landen ga je voor je goed-fout vragen te rade bij gerenommeerde woordenboeken of stijlgidsen, of bij mensen en instituties die het “wel zouden moeten weten”. Zo is in de Verenigde Staten bijvoorbeeld het Hooggerechtshof (Supreme Court) een van die
instituties. Een recente studie van Jill Barton in The Journal of Legal Writing  laat zien dat de negen opperrechters (Supreme Court Justices) opmerkelijk unaniem zijn in hun schrijfstijl. Tóch komen er steeds meer kleine barstjes in het ooit zo conservatieve (vwb. schrijfstijl, dan) bolwerk; tot grote schrik van velen steekt the conversational style steeds vaker zijn moderne kopje op in de opinies, rechtsopvattingen en uitspraken van het Supreme Court.

U heeft hier al eens kunnen lezen dat de nieuwste opperrechter (Justice Neil Gorsuch), oh horror!!, onbekommerd samentrekkingen gebruikt (doesn’t, didn’t ipv. does not of did not) in z’n schrijfsels, Jill Barton toont aan dat het nog verder gaat. Zij heeft alle opinies,
oordelen, overeenstemmingen en afwijkende meningen van het Supreme Court uit 2014 en 2015 bekeken en kwam tot de volgende conclusies.

Steeds vaker schrijven de Justices zinsdelen als hele zinnen; Justice Kagan bijv. in Kimble v. Marvel Entertainment: “Maybe. Or, then again, maybe not.”; Chief Justice Roberts: “So too here.” (in Halo Elecs v. Puls Elecs); Justice Scalia drukte zijn misnoegen over de beslissing van het Supreme Court over Obamacare uit: “Pure applesauce.”(een uitdrukking die daarna door minstens zeven rechters in lagere rechtbanken is gebruikt); of, in mijn ogen de mooiste, opnieuw Roberts in Pennsylvania v Dunlap: “North Philly, May 4, 2001. Officer Sean Devlin, Narcotics Strike Force, was working the morning sift. Undercover surveillance. The neighbourhood? Tough as a three-dollar steak”.  Allemaal ongehoord tot voor een paar jaar geleden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat vier van de vijf Justices dit tot nu toe nooit hebben gedaan.

De regel dat je een zin nooit begint met voegwoorden als And, But en Yet is door alle negen Supreme Court Justices al naar het rijk van de taalsprookjes verbannen, maar nu wint het nog steeds controversiële voegwoordje So als eerste woord in een zin ook steeds meer
terrein. Anand Giridharadas schreef een boze column in de New York Times tegen de, in zijn ogen verfoeilijke gewoonte zinnen te beginnen met So, maar acht van de negen opperrechters gebruiken het zeer regelmatig.

Onderling zijn de negen Justices het met elkaar oneens over het gebruik van de apostrof + s (‘s) om bezit aan te duiden. Bij iets als John’s book (het boek van John, dus) zitten ze op één lijn, maar in woorden die eindigen op een -s, is er een duidelijke scheidslijn te zien. Het woord Congress bijvoorbeeld krijgt bij vier van de negen een ‘s (Congress’s). Dit is ook de “officiële” regel: altijd ’s in de bezittelijke vorm als het enkelvoud van het woord op een -s eindigt (zie verder hier in Clarity 4 ). De andere  vijf het houden bij alleen een apostrof
(Congress’). Jill Barton merkt overigens op dat ook de hierboven genoemde
‘gerenommeerde stijlgidsen’ elkaar op dit punt tegenspreken. The Chigaco Manuel of Style bijv. zegt géén ’s in het geval van een merknaam (General Motors’ factories) en als de enkelvoud hetzelfde is als het meervoud (The United States’ role in international law).

Hoewel niet alle Justices allemaal even vooruitstrevend zijn op alle schrijfgebieden (wijlen
Antonin Scalia misschien uitgezonderd), kan je gerust stellen dat de bal richting a more
conversational style of writing
begint te rollen. The Times They Are A-Changin’. Of met
andere woorden: Is Dan Niets Meer Heilig?

(met dank aan Marcia Coyle)

What’s in a word? (25)

De Senaat van de Filipijnen is momenteel bezig met een reeks hoorzittingen over een
controversieel contract tussen de Filipijnse marine en het Zuid-Koreaanse Hyundai. Ter
discussie staat of Hyundai het alleenrecht heeft te beslissen met welk CMS (Combat
Management System
) twee nieuwe fregatten worden uitgerust. Hyundai wil een CMS dat ze ook al aan de Zuid-Koreaanse marine hebben geleverd, en het opperhoofd van de
Filipijnse marine, de Flag Officer in Command (FOIC), vice-Admiraal Ronald Mercado wil een systeem van het bedrijf Thales Tacticos, dat al meer dan 20 nationale marines als klant heeft.

Hyundai vindt dit allemaal prima, maar dan moet de Filipijnse regering met maar liefst 7 miljoen Amerikaanse dollars extra over de brug komen. Reden voor de Filipijnse overheid om Ronald de laan uit te sturen.

Wat is het probleem?, zou je zeggen, gewoon even kijken wat er in het contract staat, toch? In het contract tussen Hyundai en de Filipijnse overheid echter, staat dat het CMS “shall be compatible” met standaard CMSen. En juist het gebruik van dat woord “shall” maakt het erg ingewikkeld. Ronald Mercado stelt dat shall be compatible betekent dat het mandatory or obligatory* is, ofwel “verplicht”, en dat Hyundai daarom contractueel gebonden is aan het installeren van het CMS van Thales Tactitos, en wel zonder extra kosten, dank u wel…

Hyundai houdt vol dat het in deze constellatie gebruikte shall be louter en alleen een toekomstige situatie schetst en dat het allemaal heus wel goed komt met hun eigen CMS. (Een andere reden zou kunnen zijn dat Thales Tacitos de prijs van hun CMS onlangs flink heeft verhoogd, maar dit terzijde…).

Hoewel wij een sterke voorkeur hebben voor de interpretatie van de gewezen vice-Admiraal (gebruik shall in contracten alleen maar als je een verplichting op wilt nemen, en als je dat in die betekenis gebruikt, waarom gebruik je dan geen must? zie bijv. What’s in word? (3) en What’s in word? (4)), laat dit voorbeeld tegelijkertijd ook zien dat het gebruik van shall in contracten iedere keer weer controverses oplevert. Joseph Kimble zegt in zijn artikel The Many Misuses of Shall dat er voor Amerikaanse rechtbanken op dit moment duizenden rechtszaken lopen met shall als voornaamste struikelblok. Bryan Garner heeft al 10.000 lansen gebroken om shall maar helemaal af te schaffen (hier is een goede gebroken lans te lezen) en plainlanguage.gov, de officiële website van de Amerikaanse overheid, schrijft dat de Australische wetgeving en die van de meeste Canadese provincies al must heeft ingevoerd als het expliciet om een verplichting gaat.

Lezers die niet genoeg kunnen krijgen van Filipijnse senaatshoorzittingen, verwijs ik graag naar dit youtube-kanaal. Het shall-verhaal begint op 4:32:30. Maar wat je er ook verder ook van vinden mag, het voornaamste struikelblok van shall is dat het woord zo enorm ambigu is. En ambiguïteit is juist iets wat je in contracten wil voorkomen. Aan de andere kant…
ambiguïteit is ook erg goed om van onwelgevallige vice-Admiraals af te komen. Misschien ook wat waard?

* “mandatory and obligatory” overigens is op zich al weer zo’n overbodige legal doublet. Het betekent allebei “verplicht”, maar mandatory stamt van mandate en wordt gebruikt bij (geschreven) regels en wetten en obligatory stamt van obligation en wordt eerder gebruikt in het geval van (ongeschreven) morele of sociale verplichtingen.

Plain English (17)

In zijn vonnis in de zaak Merkur Island Shipping Corp. v. Laughton Hoegh Apapa (een
conflict tussen vakbonden en een scheepseigenaar)  uit 1983 voor het Britse High Court of Justice schreef Lord Diplock (die het record in handen heeft van langstzittende rechter, 1956-1985) de volgende woorden: Absence of clarity is destructive of the rule of law; it is
unfair to those who wish to preserve the rule of law; it encourages those who wish to
undermine it.

Had het Australische bedrijf Radio Rentals dit maar ter harte genomen, dat had de eigenaar (Thorn Group) in ieder geval zo’n slordige 22 miljoen Australische dollars bespaard.

Wat wil het geval? Vorig jaar maart bedacht de Australische alleenstaande moeder Casey Simpson zich dat ze wel érg veel aan het betalen was voor een bed en een matras. Haar slaapcomfort zou in de winkel ongeveer A$ 430,- hebben gekost, maar nadat zij was
ingegaan op de reclame van Radio Rentals, in Australië bekend als de ‘Rent, Try, $1 Buy’-campagne, bleek na een aantal jaar dat zij al meer dan A$ 3.400,- had betaald, nog steeds maandelijks aan het betalen was én dat haar bed gewoon eigendom van Radio Rentals bleef.

Plotseling sliep Casey niet meer zo lekker en, na tussenkomst van advocaat Ben Slate van het advocatenkantoor Maurice Blackburn was het ook gedaan met de nachtrust van Radio Rentals. Maurice (“We fight for fair”) Blackburn begon uit naam van Casey Simpson een groepsvordering (in Australië: een open-class action).

Vorige week is aan die groepsvordering (voor Casey en duizenden anderen) een einde gekomen en Radio Rentals kwam overeen om voor A$ 6 miljoen nog uitstaande contracten te beëindigen en A$ 14 miljoen te veel ontvangen geld terug te betalen. Over de boete van A$ 2 miljoen wordt nog gesteggeld met ASIC (Australian Securities & Investments Commission), het Australische equivalent van de Nederlandse AFM. Daarnaast beloofde Radio Rentals om vóór 1 juli 2018 te komen met nieuwe, in Plain English geschreven,
leasecontracten. Dit zelfs in directe samenwerking met ASIC.

De onduidelijkheid van de door Casey Simpson getekende contracten namelijk, was (samen met de bijzonder onachtzame manier van Radio Rentals om de kredietwaardigheid van hun klanten te checken) het voornaamste punt dat de advocaten van Maurice Blackburn naar voren brachten.

In de Australische Corporation Act uit 2001 werd al opgenomen dat de taal in
prospectussen en overeenkomsten clear, concise and effective moest zijn. In november 2011 kwam de ASIC met een rapport wat dat clear, concise and effective dan in hun ogen wel betekende, en in november 2016 kwam een ge-update versie hiervan. Deze versie valt hier te lezen en staat vol met tips en aanbevelingen voor het gebruik van Plain English,
geïllustreerd met tal van voorbeelden.

Wél fijn dat Radio Rentals hier gebruik van kan maken; als Nederlandse bedrijven iets dergelijks gaan proberen, komen ze op de AFM-site niet verder dan de aanbeveling:
“Andere aspecten van de informatie zijn vormvrij, wel is van belang dat de informatie in
begrijpelijke taal is opgesteld
”. Tsja…

Voor zover ik weet, is dit de eerste keer (of in ieder geval de duurste keer) dat het
ontbreken van duidelijk taalgebruik (Plain English, in dit geval) een flinke financiële
aderlating voor een bedrijf betekende. Als Lord Diplock nog in leven zou zijn, zou hij ongetwijfeld ook hebben opgemerkt dat de door hem verfoeide absence of clarity ook nog eens behoorlijk in de papieren kan gaan lopen…

Conciseness (7)

Het stond al een tijdje op mijn lijstje om hier te bespreken: and/or. Maar toen onlangs een deelnemer aan onze training Contract Drafting – Best Practices een vaak door de juridische werkgever gebruikt voorbeeldcontract instuurde, wist ik dat het tijd was; in dat contract stond maar liefst 66 keer het, door bijna alle juridisch-schrijvendeskundigen, verfoeide and/or (voor de minder goede verstaanders: and-slash-or).

Echter het Engelse or heeft een iets andere betekenis dan het Nederlandse “of” en al
helemaal in de combinatie and/or. Or in het Engels is namelijk altijd inclusief (voor een
korte taal-logische uiteenzetting: klik hier) en je kan daarom altijd or gebruiken als je and/or bedoelt. Sterker nog, het is een stuk beter want je sluit iedere ambiguïteit uit. Niet alleen is and/or overbodig maar het maakt de tekst namelijk ook nog ambigu (helemaal een doodzonde in contracten!); het gebruik van and/or zorgt ervoor dat (bijv.) een contract gelezen kan worden hoe de (goed- én kwaadwillende) lezer het wil: één van beiden (en voor de kwaadwillende lezer is dat vaak vooral de “andere partij”), dan wel allebei.

Normaalgesproken citeer ik op deze plaats dan een aantal (Amerikaanse/Britse/Canadese etc.) rechtszaken als voorbeeld, maar de lijst van and/or-zaken waar een Engelstalige rechter zich over heeft gebogen, is bijna eindeloos. Voor een (fiks) aantal voorbeelden: klik hier (blz. 21-22) of anders hier. Ik hoop dat dit voldoende overtuigt?

U hoeft maar één Google zoekopdracht te doen (op and/or in legal writing, bijv.) en u krijgt een waslijst aan termen als: vague, if not meaningless, een Janus-faced verbal monstrosity, an inexcusable barbarism, a mongrel expression, an abominable invention,, a crutch of sloppy thinkers en senseless jargon. Slechts heel sporadisch vind je een voorstander van het gebruik van and/or (hier bijvoorbeeld, voor de eerlijkheid en objectieve berichtgeving).

De vraag nu is waarom Nederlandse juristen, die zich van het Engels bedienen, toch
alsmaar and/or blijven gebruiken en waarom er nooit alarmbellen afgaan als zij “en/of” in het Nederlands schrijven?

Ik denk dat dat komt omdat je in het Engels, naast or voor het Nederlandse “of” ook het woordje either hebt (vgl. in het Duits: oder/entweder of in het Deens: enten/eller en nog veel meer talen maken dat verschil). Wij in Nederland hebben alleen maar “of” (of anders
misschien het, tamelijk ouderwetse, “ofwel”, of nóg weer anders: het slappe typografisch trucje: een accent op ó: óf dit, óf dat). Or in het Engels is altijd inclusief; als je either
(entweder/enten etc.) gebruikt, dán pas wordt het exclusief: ofwel de ene ofwel de andere. Met andere woorden in het Engels is and/or overbodig omdat or (in een zin zonder either) logisch en grammaticaal dezelfde betekenis heeft.

Het Nederlands heeft alleen maar “of”, en dat kan zowel inclusiviteit als exclusiviteit betekenen. Als Nederlandse juristen daarom and/or gebruiken als ze in (bijv.) hun
Engelstalige contracten “en/of” willen schrijven, berust dit hoogstwaarschijnlijk op een vertaalfout. Gebruik: or.

Anders gezegd: om aan alle eventuele onduidelijkheid een einde te maken: verreweg de meeste bronnen (waaronder de ICC International Standby Practices) zeggen dat men in
juridische teksten niet and/of moet gebruiken: A or B” means “A or B or both”; “either A or B” means “A or B, but not both”; and “A and B” means “both A and B”. (CC Publication N° 590, International standby practices (“ISP 98”).

Cohesion (3)

Verwijswoorden…, altijd handig om niet hele zinnen of zinsdelen te herhalen en zodoende teksten iets makkelijker leesbaar te maken. In het alledaagse taalgebruik vormen ze,
normaalgesproken, geen probleem en leveren ze hooguit soms een semi-grappige spraak-
verwarring op.

Verwijswoorden in (bijv.) contracten zijn heel wat minder grappig. Daar leiden dergelijke woorden vaak tot rechtszaken, want wáár verwijzen die verwijswoorden eigenlijk naar? Met andere woorden: wat is het antecedent?

In Weichert Co. Of Maryland Inc. v. Faust (2011) ging het over het woord hereunder. Dit
woord kwam voor in een onderbepaling van een contract. Na veel woordenboekengeraadpleeg (“According to Black’s Law Dictionary, “hereunder” means “[i]n accordance with this document.” Black’s Law Dictionary 745, 8th ed. 2004), en het napluizen van andere
rechtszaken over hetzelfde woord (case law is immers een belangrijk fundament in
Common Law-rechtspraak), kwam de rechtbank dan eindelijk tot een besluit.

In Tomran, Inc. v. Passano (2006) ging het zelfs over wat er wel en niet zou moeten vallen onder de term hereunder and thereunder: Therefore, we conclude that the only reasonable interpretation of “hereunder and thereunder” is one wherein the phrase limits the scope of the choice of law provision to those rights enumerated in the Deposit Agreement and
Receipts.
En de lijst van rechtszaken over deze woorden valt moeiteloos uit te breiden.

De in 2011 voor het Britse Supreme Court uitgevochten zaak Rainy Sky SA and others v Kookmin Bank is een mijlpaal in Brits contractenrecht. Daar ging het om het woord such als in: all such sums due to you under the contract. Het Supreme Court oordeelde dat als woorden in een contract ambigu zijn, een rechtbank deze woorden moet interpreteren naar business common sense; en dat het voor geen van beide partijen een vereiste is te bewijzen dat een alternatieve interpretatie onredelijk is. (Het is zo’n belangrijke uitspraak dat hier zelfs een Wikipedia-lemma aan is gewijd).

In Loso v. Loso (2011) ten slotte vochten twee gewezen echtelieden over de te betalen schoolgelden van hun dochter Sarah. De zaak ging het voornamelijk over het woord said, als in: to pay for one-half the cost of Sarah’s college educational expenses (…) subject to the limitation that said cost shall not exceed the tuition for a full-time residential student at UCONN-Storrs. Gaat het (=said cost) om one-half the cost of om Sarah’s college educational expenses? Hier oordeelde de rechtbank dat the language was clear and unambiguous.
Hetgeen onmiddellijk in een hoger beroep uitmondde…

Het maakt eigenlijk niet uit hoe of in wiens voor- of nadeel een rechtbank oordeelt. Het gaat om het loutere feit dát er een zaak werd aangespannen. Het gaat om ambigu taal-
gebruik in contracten waar de opstellers rekening mee zouden moeten hebben gehouden. Er zijn meer dan genoeg alternatieven voorhanden om die ambiguïteit (en dus ook daaruit voortvloeiende rechtszaken) te voorkomen.

Het is misschien geen toeval dat dergelijke “antecedent”-zaken bijna altijd gaan over
archaïsche woorden als hereunder, thereunder, said en such (en overigens ook: same).
Woorden die alleen maar (of liever gezegd: alleen maar als verwijswoorden) worden
gebruikt in een juridische setting. Dat je ze natuurlijk ook in een “gewone” setting kan
gebruiken, is in deze korte grappige blog van Wayne Schiess te lezen. Ik zou zeggen: let op als u graag deze woorden gebruikt; weet dat ambiguïteit op de loer ligt!

PS:
Drie van de vier in deze blog (oeps! bijna schreef ik: “hierboven”…) geciteerde rechtszaken klikken door naar https://casetext.com. Als u de hele tekst wilt lezen, moet u zich daar even
registreren. Het is (voor een groot gedeelte) gratis.

Clarity (19)

In een rechtbank in New York werden in 2006 door twee verzekeringsbedrijven de degens gekruist over de woorden that en which in een contract. Precies de woorden waar Nederlandse juristen vaak veel  moeite mee hebben als ze in het Engels schrijven. Ook al omdat het Nederlandse “dat” en “welke” hier in de weg zouden kunnen zitten en er dus (opnieuw) sprake kan zijn van zgn. taalinterferentie (ook wel:  False Friend, zie bijvoorbeeld hereby zoals besproken in Clarity 17….).

Het is eigenlijk heel simpel:

That gebruik je in een beperkende bijzin (restrictive clause) als de informatie noodzakelijk is om de genoemde persoon of zaak te kunnen identificeren. Deze informatie kan dus niet weggelaten worden. That wordt ook niet voorafgegaan door een komma.

Which gebruik je in een uitbreidende bijzin (non-restrictive clause) als je extra informatie wil geven, informatie die in principe kan worden weggelaten. Which wordt altijd
voorafgegaan door een komma.

De zin This section 2.7 applies to all contracts other than contracts that are subject to section 2.4 zegt dat er weliswaar verschillende Sections zijn, maar dat het nu even over Section 2.7 gaat. De zin This section 2.7 applies to all contracts other than contracts, which are subject to section 2.4 zegt dat andere contracten onder Section 2.4 vallen.

Nederlanders kunnen that en which verwarren met “dat” en “welke”, en hebben eigenlijk alleen maar de komma om te laten zien of een zin restrictive of non-restrictive is: “Het
contract met X dat morgen in werking treedt, is fantastisch” (=er zijn verschillende
contracten met X, maar juist deze is fantastisch), of: “Het contract met X, dat morgen in werking treedt, is fantastisch” (= er is maar één contract met X, en dat treedt morgen
toevallig in werking). En laten we “welke” maar helemaal buiten beschouwing laten: niet alleen klinkt “welke” overdreven formeel, stijf en stroef, je kan het niet eens in het bovengegeven voorbeeld gebruiken omdat “welke” niet naar het-woorden, zoals het
contract
, kan verwijzen…, dan verval je al weer snel in “hetwelk”, en dat klinkt nóg formeler en stroever).

Terug naar AIU Insurance v. Robert Plan Corp. Daar ging het om het al dan niet inclusief zijn van bepaalde informatie:
FN2. As I read paragraph 9, according to its plain meaning and following customary grammatical rules, clause A is the universe of property with which we are concerned. When we carve out from this universe a subset of property represented by clause B, the property left over is “the property of the COMPANY whether paid for by it or not” (clause D). The subset of property that we carved out, which is not “the property of the COMPANY,” is “the property of AGENT” (clause C). In other words, clause C the clause beginning with “which” modifies the property described in clause B. The property described in clause A, with the exception of the subset of property described in clause B, is owned by AIG.

Tóch concludeerde de rechtbank verrassend genoeg dat een comma+which in het contract in kwestie restrictive/beperkend was bedoeld en dat er dus eigenlijk that gebruikt had moeten worden. Ook gaf dat de rechtbank toe dat de “normale” gang van zaken was dat een comma+which alleen gebruikt moest worden om een non-restrictive/uitbreidende
bijzin in te luiden.

In zijn A Manuel of Style for Contract Drafting raadt Kenneth Adams daarom ook af om in contracten non-restrictive clauses te gebruiken (of anders liefst zo weinig mogelijk). Met
andere woorden: bedenkt u zich twee (of meer?) maal als u weer eens which schrijft in een Engelstalig contract. Het kan behoorlijk wat verwarring opleveren. (Al was het alleen maar omdat af en toe ook which -al dan niet opzettelijk- wordt gebruikt zonder dat die voorafgegaan wordt door een komma… en dan is de verwarring compleet!).

What’s in a language? (28)

Als u tussen de kalkoen en de oliebollen door dit jaar niets te doen heeft, ga dan eens naar de vernieuwde Branch Out Legal English Test (klik hier).

Deze test bestaat uit twee delen: 20 meerkeuzevragen die uw kennis van legal vocabulary test, en 20 invulvragen op het gebied van (Engelse) werkwoord vervoegingen. Aan het eind van deze test zal u een taalvaardigheidsniveau worden gegeven dat min of meer overeenkomt met de niveaus uit het  Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (Common European Framework of Languages), samen met een
korte beschrijving van die niveaus. (Voor de volledige, Nederlandstalige, versie: klik hier)

Dit referentiekader is in 1971 door de Raad van Europa in het leven geroepen om te komen tot zo objectief mogelijke criteria en descriptoren voor de beoordeling en beschrijving van verschillende vaardigheidsniveaus in moderne vreemde talen. Om tot zo’n (enigszins)
‘objectief’ niveau te komen, zal er een, even zwaar wegend, onderscheid gemaakt moeten worden tussen enerzijds ‘kennis’ en anderzijds ‘vaardigheid’, of, anders gezegd: tussen ‘weten’ en ‘doen’, of, weer anders gezegd: tussen ‘actief taalgebruik’ en ‘passieve
taalkennis’. Het Europese referentiekader heeft daarom niveaus in het leven geroepen op vier taaldeelgebieden, te weten: spreken, schrijven, luisteren en lezen.

De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de Branch Out Legal English Test slechts een
indicatie geeft van een niveau op de deelvaardigheid ‘schrijven’, en dan ook nog eens op de het gebied van Legal English. Een écht, objectief, niveau Engels geeft deze test dan ook niet (de ‘normale’, dwz. non-legal Structure Test -zie hieronder) komt hier overigens meer in de buurt van). Maar daarbij willen wij opmerken dat het niveau van ‘kennis/vaardigheid’, ‘weten/doen’ of ‘actief/passief’ bij Nederlanders (en de gemiddelde Scandinaviër) redelijk dicht bij elkaar ligt. Dit bijv. i.t.t. de gemiddelde Japanner waar het ‘weten-niveau’
behoorlijk hoog ligt, maar het ‘doen-niveau’ bedroevend laag. Wat maar weer eens aantoont dat ‘taalbeheersing’ ook cultureel bepaald is…

Wat deze test wél weer laat zien, is dat de Engelse ‘grammatica’ veel meer betekenis-
dragend is dan de Nederlandse grammatica. We hebben dit hier al eens opgemerkt in bijv. Correctness 5 en Correctness 6, maar de Branch Out Legal English Test laat dit in de vragen 2, 8, 13 en 18 van Deel 1 ook zien. in het Engels bestaan vier verschillende conditionals (de voorwaardelijke wijs): eentje om iets algemeens uit te drukken, eentje om een
waarschijnlijkheid te geven, eentje om een hypothese naar voren te brengen en eentje om een onmogelijke situatie te schilderen. “Leuk” zult u wellicht zeggen, maar u kunt zich misschien wel voorstellen wat een verkeerd gebruik van zo’n conditional in een contract of overeenkomst in een eventuele rechtszaak kan veroorzaken…

Als u de Branch Out Legal Test heeft gemaakt (en op de Send-knop hebt gedrukt…), zal ik u bij hoge uitzondering de goede antwoorden sturen. En mocht u nóg meer tijd over hebben: maak dan gerust ook de Branch Out Structure Test (zelfde principe, iets langer en niet
speciaal voor juristen geschreven).

Prettige Kerstdagen en een heel voorspoedig 2018 gewenst. De eerste Legal English Blog verschijnt op maandag 8 januari. Tot dan!

Clarity (18)

The first case was settled for $2,000, and the second piece of litigation was disposed of out of court for $3,000, while the price of the amicable accord reached in the third suit was $5,000. Een mooi staaltje van zgn. elegant variation.

Elegant variation is weer een van die taalsprookjes waar we het hier eerder over hebben gehad : een nepregel die zegt dat je moet voorkomen dat je binnen één zin hetzelfde
woord twee maal gebruikt en dat je daar dan maar liever een synoniem voor moet
gebruiken: case-piece of litigation-suit  en dus ook: settled-disposed of out of court-reached an accord. Met name krantenartikelen lijden aan die elegant variation (de werkkamer van de minister-president, het torentje van Rutte, Den Haag, enz.) en wordt daarom vaak als Journalese aangeduid. Maar in het Legalese komt het ook erg vaak voor.

Elegant variation is een afleiding, een afleiding van wát u zegt naar hoé u het zegt. Een lezer van een juridisch document (en vergeet niet dat de meeste lezers zo’n document moéten lezen, en niet dat ze het wíllen lezen…) zal zich afvragen wat, in het voorbeeld
hierboven, het verschil is tussen een case, een piece of litigation, en een suit  Sterker nog, voorál lezers van juridische documenten nemen aan dat andere woorden ook een andere betekenis hebben. Zelf zien wij vaak dat de woorden must en have to in dezelfde alinea voorkomen. Lezers denken dat dit dan een andere juridische betekenis heeft. Verwarring. Probeer dit dus zo veel mogelijk te vermijden!

Elegant variation brengt ons wél op een interessant intercultureel probleempje; de eerste die de term elegant variation gebruikte was de Engelse lexicograaf/taalkundige Henry
Watson Fowler, vooral bekend van zijn  A Dictionary of Modern English Usage, een stijlgids uit 1926 die de Engelsen nog steeds op grote waarde schatte en zijn, minder woordenboekachtige, The King’s English uit 1906. In hoofdstuk 3 van dat laatste boek (hier voor de liefhebbers online te lezen) maakt hij korte metten met de, in zijn ogen vooral Franse, gewoonte zo veel mogelijk synoniemen, metaforen en omschrijvingen te gebruiken om maar niet hetzelfde woord in één zin te gebruiken. Met de grootst mogelijke Britse ironie omschrijft hij deze ‘verderfelijke gewoonte’ als Elegant Variation. (NB. in Fowlers tijd had het woord elegant veel meer een negatieve connotatie dan nu, iets van “verwijfde
oververfijning”. In zijn Oxford Dictionary of American Usage and Style  uit 2000 herdoopt Bryan Garner deze term dan ook zonder enig scrupules in: inelegant variation).

Elegant variation is inderdaad een typisch ‘Franse gewoonte’, zo is door Clyde Thogmartin van de Universiteit van Iowa onomstotelijk vastgesteld. Franse schrijvers (of in ieder geval: de Franse pers), zo stelt Thogmartin vast, laten zich juist voorstaan op het gebruik van
synoniemen, metaforen en omschrijvingen. Fransen zien het als teken eruditie en belezenheid. Enigszins cryptisch wordt het Frans (dan wel: de Franse pers) dan wel, want het vereist van lezers wel erg veel voorkennis van Franse toestanden (vgl. een woord als ‘torentjesoverleg’ dat voor een niet-Nederlander ook lastig te begrijpen moet zijn). Hoe dan dit Frans in het Engels te vertalen, is een heet hangijzer. Als je het “direct” vertaalt naar het
Engels, zal je van elegant variation worden beschuldigd; en als je dat niet doet, zal je de oorspronkelijke, Franse, schrijver tegen je in het harnas jagen.

Wanneer je, als niet-Brit, Engels gebruikt als communicatiemiddel, zal je nationale/
culturele identiteit altijd op de een of andere manier door je Engels heen schijnen. Dit geldt voor Fransen, voor Nederlanders, maar ook voor Amerikanen, Australiërs en anderen die Engels wél als moedertaal hebben. Dit mag op het eerste gezicht duiden op wat
onschuldige verschilletjes in ‘stijl’ of ‘toon’, maar het kan ook verder gaan. Twee weken geleden hadden we het hier over Engelse woord hereby (hier nog eens te lezen). In zijn (hier gratis te downloaden)  online Contract Drafting Manual  legt Willem Wiggers van
WeAgree nog eens uit dat hereby in verschillende Europese landen een verschillende
juridische betekenis kan hebben. Diepe zucht…

Om dan maar met Henry Watson Fowler te eindigen: Display of superior knowledge is as great a vulgarity as display of superior wealth—greater indeed, inasmuch as knowledge should tend more definitely than wealth towards discretion and good manners.

Clarity (17)

We voeren nu al een tijdje een beetje een kruistocht tegen het woord hereby, en in het
verlengde daarvan woorden als herein, herewith, hereunder etc. Dat kruistochtje voeren we niet alleen (gelukkig maar!); alle, maar dan ook alle, experts op het gebied van Legal
Writing
of Contract Drafting zijn ons al voorgegaan in de strijd. David Mellinkhof (“the law thrives on gobbledygook”), Brian Garner, Richard Wydick (“Lawyerisms like aforementioned, whereas, herein and hereinafter give writing a legal smell, but they carry little or no legal substance”), Peter Tiersma, Ken Adams, noem ze maar op.

Waar komen die woorden vandaan, wat is er tegen en waarom gebruiken vooral
Nederlandse advocaten ze zo vaak als ze in het Engels schrijven?

Een algemeen aanvaard uitgangspunt is dat deze woorden stammen uit het Middelengels (zo’n beetje tussen 1100 en 1500 AD). Dat was de tijd dat geletterden experimenteerden met de taal, waarin veel nieuwe woorden werden verzonnen om langzaam maar zeker
afstand te doen van het Frans, en (niet onbelangrijk!) advocaten per geschreven woord werden afgerekend. Hoe lucratief was het dan niet om zo vaak mogelijk nietstoevoegende woorden als aforementioned, hereby, wherein etc. tot te voegen? Het probleem echter in met name common law-rechtssystemen was/is dat eenmaal gedane rechterlijke uitspraken óók voor toekomstige rechtsspraak vastlagen en dat dus iedereen (tot op de dag van
vandaag) begon te geloven dat dergelijke woorden een zekere juridische betekenis
hadden/hebben.

Niets is echter minder waar. Bovengenoemde experts wijzen er in hun standaardwerken (Plain English for Lawyers: Wydick; Legal Writing in Plain English: Garner; The Language of Law: Melinkhoff;  A Manual of Style for Contract Drafting: Adams; Tiersma: Language and Law) allemaal op dat deze woorden juist uiterst ambigu zijn en dat al talloze rechtszaken zijn gevoerd over de in- of juist exclusiviteit van bijv. hereby: “hereby what”, is dan de vraag? “Lawyers want to know first of all whether hereby means only by-means-of-this-writing, or right-now-by-means-of-this-writing. And whichever choice is made, the answer still leaves in doubt whether this-writing refers to the entire document or to only a part of it”.

Of om een ander voorbeeld te geven: herein: “Litigated for years, herein has still not settled down to any fixed meaning. It means in-this well enough, but in -this-what? This sentence, this paragraph, this contract, this statute? The exact point of reference remains obscure, and depends completely on context, which is another way of saying that your writing is going to be interpreted…..The antique flavour of herein gives the illusion of a precision whose
substance is better obtained by ordinary English “in this paragraph”, “in this statute”, “in this contract
”. (beide citaten van Mellinkhof)

Behalve hardleerse en ouderwetse Engelssprekende advocaten maken vooral
Nederlanders zich vaak schuldig aan het overmatige gebruik van (met name) hereby. Dit heeft in de eerste plaats te maken met de bijzondere positie die het woord “er” inneemt in het modern Nederlands; “er” is veel meer dan in het Engels, óók plaatsbepaling (en hier/daar in combinaties met een voorzetsel -hiermee/daarop etc.- een nóg preciezere plaatsbepaling is van “er”). Dit kon in het Middelengels ook, maar is in het moderne Engels bijna verdwenen. Dit is overigens precies de reden waarom u zo veel mogelijk het Engelse “There is…” of “There are…” moet vermijden zoals wij Clarity 13 al schreven.

In de tweede plaats heeft het te maken met “moedertaal-interferentie”. By in het Engels is veel vaker het Nederlandse “door” (he was bitten by a dog – hij werd door een hond
gebeten) dan het door Nederlanders bedoelde “bij” (“Hierbij stuur ik u ….”). En ik ben
derhalve bang dat (door ons vaak gespotte) Hereby I send you the document veel meer gelezen moet worden als “Door middel van deze mail stuur ik u het document” dan
“Hierbij (bij deze mail dus) stuur ik u ook het document”. (Nog even afgezien van het feit dat het I am sending moet zijn ipv. I send).

En in de derde plaats biedt hereby in het zinnetje Hereby I am sending you… Nederlandse
schrijvers van het Engels een uitmuntende mogelijkheid een zin niét te beginnen met I. Volkomen overbodig verder, want er is geen enkele reden om dat niet te doen (lees nog eens What’s in a language-25)

Met andere woorden: begin eens in uw e-mailberichten I am sending you document….ipv. Hereby I send you te schrijven. (Een goed begin is immers het halve werk). En denk daarna nog eens na over iedere keer dat u here- en where- combinaties gebruikt in uw contracten, Letters of Recommendation, Letters of Advice en wat u al niet meer schrijft.

Consistency (6)

Antitrust law, bylaws, statement of financial position, par value,  common stock,  Chapter 11 bankruptcy, income statement, additional paid-in capital, revenues, Internal Revenue
Service (IRS)
en receivables. Op het eerste gezicht een handjevol Engelse woorden die u vast wel eens bent tegengekomen als uw clientèle niet uit Nederland komt. Maar áls de afnemers van uw juridische diensten deze woorden en begrippen gebruiken, komen ze ook niet uit Engeland. Daar gebruiken ze namelijk hele andere woorden voor (min of meer)
hetzelfde.

De kans is groot dat de gebruikers van bovenstaande woorden Amerikanen zijn.
Nieuwsgierig naar welke woorden de Britten dan wel gebruiken? Scroll dan naar het eind van deze blog. Een aantal weken geleden schreef ik in Consistency 5 dat de Britten zich steeds meer zorgen begonnen te maken over de toenemende Americanisation (ja, met een -s, want: Britten) van hun taal.

Deze zorgen zijn gebaseerd op een linguïstisch onderzoek: “The Fall of the Empire: The Americanization of English” (ja, een Amerikaans onderzoek, en dus een -z). Dit onderzoek laat zien dat landen die Engels als tweede taal gebruiken om (met name de zakelijke)
communicatie te vergemakkelijken, zowel op het gebied van woordenschat als op het
gebied van spelling duidelijk overhellen naar het Amerikaans-Engels. Nederland loopt
hierin (vwb. de Europese landen) behoorlijk voorop. Jammer overigens dat ook niet de
uitspraak (Amerikaans vs. Brits) is meegenomen, want dan zou het mijns inziens nog veel duidelijker zijn, simpelweg om het veel meer moeite kost om het geaspireerde Brits-Engels na te doen…

“De beste verdediging is de aanval”, moet de Amerikaanse hoogleraar Engels aan de
University of Delaware, Ben Yagoda, hebben gedacht; van de weeromstuit is hij een blog begonnen: NOOB (Not One-Off Britishims) waarin hij op vrij humoristische wijze duidelijk maakt dat de invloed van het Brits-Engels op het Amerikaans-Engels niet te onderschatten is.

Grappig als deze acties en reacties mogen zijn, het gevaar is dat deze discussie verzandt in een nationalistisch potje vérpissen; wie heeft het meeste invloed en welk Engels is “het beste”? Lynne Murphy, hoogleraar Linguïstiek aan de University of Sussex waarschuwt er in haar ‘Seperated by a common language’-blog al voor.

Datgene wat wij hier willen benadrukken is dat u zélf moet bepalen welk Engels u wilt
gebruiken. En dat áls u dat heeft bepaald, dit consequent moet doorvoeren in uw teksten en correspondentie. Dus, als u de woorden uit de eerste alinea gebruikt, gebruik in de rest van uw tekst dan ook -ize ipv. -ise, of -or ipv. -our (color/colour). Of Mr./Ms./Mrs. (mét puntje) ipv. Mr/Ms/Mrs (zonder puntje), of sluit af met Sincerely yours ipv. Yours sincerely, of schrijf de datum als July 4th, 2017 ipv. 4 July 2017.

Als u iedere keer het tweede alternatief wil gebruiken, gebruik dan de cursief tussen
haakjes geschreven woorden in dit lijstje: Antitrust law (= competition law), bylaws
(= Articles of Association), statement of financial position (= balance sheet), par value
(= nominal value), common stock (= ordinary shares),  Chapter 11 bankruptcy
(= Receivership), income statement (= profit and loss account), additional paid-
in capital (= share premium), revenues (= turnover), Internal Revenue Service (IRS) (= Inland Revenue) en receivables (= debtors).